Breedbandgebruik lagere school voorlopig niet optimaal

Van 11 tot 14 maart was er een Australische en Nieuw-Zeelandse handelsmissie op bezoek in Nederland. Deze was vooral geïnteresseerd in de breedband aanpak in Nederland. Australië staat aan de vooravond van een grote investering in breedband. Op dinsdag 13 maart was er een bijeenkomst in Amsterdam, waarbij Erwin van Lun en ik ook aanwezig waren.

Er werd gesproken door vertegenwoordigers van het ministerie van Economische Zaken, OPTA en de gemeente Amsterdam. Zij gaven resp. inzicht in het breedbandbeleid in Nederland, de houding van de regelgever bij de invoering van All-IP van KPN en de opzet van CityNet in Amsterdam. Op zich waren het interessante verhalen, maar veel nieuws kwam er niet uit. Wel deed Toine Maes, directeur van Kennisnet/ICT op School een nogal onthutsende uitspraak over breedband op de lagere school.

Toine Maes schetste in het kort dat er 8.500 lagere scholen zijn in Nederland. Ongeveer 75 procent hiervan heeft breedband (ADSL of hoger); in de meeste gevallen een gratis abonnement van KPN. 750 scholen hebben glasvezel (o.a. alle scholen in mijn woonplaats Almere –JB). Desondanks meent Maes dat het drie tot vijf jaar zal duren voordat de scholen breedband zullen gebruiken op een manier die meest rendabel is voor het leerproces. Breedband zal in eerste instantie gebruikt worden voor de schooladministratie en door de leerkrachten om lesstof van internet te plukken zoals historisch beeld en audiomateriaal van de dienst Teleblik.

Maar de leerlingen zullen voorlopig nog naar school gaan, nadat ze van de computer zijn afgerukt door de ouders; na school kunnen ze weer internetten, maar dan thuis. Op school zullen ze nauwelijks in contact komen met de 30 tot 40 PCs die de school heeft. Dat is niet omdat de leerkrachten de computer niet kunnen bedienen. Maar de klassikale lesmethode laat weinig ruimte voor leren aan de computer. In de komende jaren zullen de scholen moeten omschakelen naar zelfstandig leren. Hierbij zullen ze met de computer en internet moeten leren werken en vooral moeten leren om materiaal zelf op te zoeken op sites als Teleblik. Maar voordat het zover is, zijn we drie tot vijf jaar verder.

Ik heb postings op mijn blog gemaakt van de lezingen, waarbij ik aanwezig ben geweest. Deze worden intussen ook voorzien van de presentaties die gehouden zijn. Zo zijn er al presentaties beschikbaar van de Amsterdam Internet Exchange, Amsterdam CityNet en Almere Kennisstad. Als alles goed gaat komen er nog meer presentaties; voorlopig is de presentatie van Toine Maes nog niet online.