"Uit Den Dolder bereiken ons telkens berichten, hoezeer men het daar betreurt, dat de UNILEVER N.V. sinds 1932 het begraven aan Den Dolder verboden heeft." Diederika Pleines mocht nooit meer in Nederland komen, maar besloot de missie van haar overleden man en oprichter van zeepfabriek 'De Duif' Christoph voort te zetten: het behoud van een begraafplaatsje in Den Dolder. Ze wist dat deze plek voor hem bijzonder was: hij had hem speciaal op laten richten toen het tweejarig dochtertje van een van de arbeiders van zijn zeepfabriek in 1902 overleed, en niet veel later ook de moeder van het kindje. Toen ik zijn familiegraf onlangs bezocht, ontdekte ik dat juist hij er niet lag, terwijl hij er wel zijn 16-jarige eerstgeboren zoon heeft moeten achterlaten; pas later begreep ik dat hij niet meer in Nederland mocht komen. Ik was in de buurt en het leek me wel interessant om eens te kijken naar de 'man achter Dove'. En ik vind het prachtig om te 'merken' hoe we in deze tijden weer de waarden terug zien komen die mensen als Christoph Pleines honderd jaar terug al hadden ingevoerd.
De man van de afrastering
Ik vond dan wel niet zijn graf, maar wel een ander puzzelstukje: aan het prikbord bij de ingang kon ik lezen hoe Christoph zijn bedrijf begonnen was, want dat is nergens op dat nieuwerwetsche internet te vinden. Maar dat volgt later. Want waar noch de weduwe Pleines noch haar overleden man zich bewust van waren, is dat iemand zich in de jaren '30 al over het begraafplaatsje bekommerd had: Petrus Windhouwer was al begonnen aan de afrastering en een nieuw hek, ook hij voelde zich verantwoordelijk voor deze bijzonder plek.
Geen wonder ook: Petrus was in 1893 als 11-jarige de eerste werknemer van de zeepfabriek van Christoph Pleines. Samen met Christoph had hij diens bijzondere productieproces uitontwikkeld tot een uit de kluiten gewassen fabriek. Een unieke zeepfabriek die later werd opgeslokt in het grote Unilever, waar het alleen nog als internationale merknaam 'Dove' over zou blijven. Want op de plek waar ooit 'De Duif' werd gebouwd, staan nu de fabrieken van Remia. Maar waar de producten van 'Dove' tegenwoordig worden gemaakt?
Een grootsch man
Christoph Pleines werd in 1857 geboren in het plaatsje Pfalzdorf bij Goch (Duitsland) en begon na zijn school zijn werkzame leven op een zeepfabriek in Wuppertal. Christoph kwam daar op het idee om zeep in poedervorm te gaan maken, hij besloot in 1889 dan ook om in Amersfoort voor zichzelf te beginnen. In een schuurtje ontwikkelde hij zeep volgens een nieuw procedé, en ging daarmee van deur tot deur (mensen vonden dat toen nog niet irritant).
Hij bouwde het schuurtje uit tot een klein fabriekje, maar toen dat ruim 10 jaar later afbrandde, besloot Chris het helemaal anders te doen. Hij kocht van een bankier een lap grond van 80 hectare op een hei langs de spoorweg bij 'Den Dolderscheweg' en bouwde daar zijn zeepfabriek "De Duif", de eerste zeepfabriek ter wereld die zeeppoeder maakte. Maar Christoph was naast ondernemer ook mens: hij bouwde voor zijn werknemers huizen (enkele nu nog te zien in de Pleineslaan), een school en het eerder genoemde begraafplaatsje. En voor de duiven bij de fabriek een 'duiventoren'.
Over Christoph als ondernemer werd in de geschiedenisboeken mooi gesproken:
"Grootsch, zoowel wat massaliteit der fabrieksgebouwen betreft, als aantal nevengebouwen, woningen en rianten aanleg der terreinen."
Maar over Christoph als mens werd nog veel mooier gesproken:
"Gunstig [bekend], zoowel wat belooning en huisvesting van het personeel betreft, als zorg voor en verpleging van zieken, het geven van verloftijden, wintervoeding van de van elders komende arbeiders enz."
En dan terloops:
"Stakingen kwamen niet voor".
Bijzonder voor die tijd van het opkomend communisme. Christoph Pleines was blijkbaar een van de fabrieksbazen die geen misbruik van zijn werknemers maakte en ze als mensen behandelde. Met als gevolg dat ze deze 'liefde' ook teruggaven. Het doet me heel erg denken aan de manier waarop dit moment naar 'millennials' wordt gekeken, ook wel eens 'de jeugd van tegenwoordig' genoemd.
Het ego van de 'millennial'
"Die jonge medewerkers van tegenwoordig hebben helemaal geen hart meer voor de zaak, als er iets buiten werktijd georganiseerd wordt, komen ze niet opdagen. Ze denken alleen maar aan zichzelf." Ik hoor het vaak en mijn reactie is steevast dezelfde: "Misschien is 'de zaak' eerder al begonnen met het verliezen van een hart? Hoe gezond is het als je 'hart' toont voor een bedrijf dat richting jou steeds zakelijker wordt? Eenzijdige liefde doet pijn, ook in een romantische relatie."
Maar juist nu, 100 jaar na Christoph Pleines, zijn er 'centennials' die hun onderneming met een hart opstarten. En dat zijn bedrijven waar die 'egoïstische millennials' best bereid zijn om 'hart' voor te hebben. Ik ken bedrijven in mijn omgeving waar de ondernemers zo zijn, maar er zijn natuurlijk ook wereldwijde merken, als Zappos, waar medewerkers met hun ziel en zaligheid werken. Bedrijven met een 'why' en waar medewerkers volgens Simon Sinek "believe what you believe, and will work for you with blood and sweat and tears".
Als ik zie hoe documentaires als The Corporation en Zeitgeist (gratis online, kijk minstens hierboven de eerste 3 kippenvel-minuten) laten zien hoe prachtig de toekomst wordt waarin grote concerns het af gaan leggen tegen kleine, authentieke bedrijfjes van warme ondernemers, verlies ik mijn cynisme. De 'millennial' heeft wel degelijk hart voor de zaak, zij het niet voor 'koude' zaken. Niet voor zaken waar de managers besluiten dat er geen geld meer wordt gestoken in het onderhoud van de begraafplaats aan hun wortels. Dat staat immers in geen enkele KPI en niemand krijgt er bonus voor; managers die verantwoordelijk zijn voor merken als Dove krijgen bonus als de 'brand equity' hoog is of een andere vage marketingterm.
Voor alle duidelijkheid: van alle grote A-merken komt Dove het dichtst bij het echte storytelling. Het toont verhalen van mensen en doet haar best om de vernislaag die marketing in de afgelopen jaren op merken heeft aangebracht, in het geval van Dove er af te wassen (met zeep, gok ik).
En toch voelt het alsof er onder die vernislaag weer een andere laag zit die de wortels verbergt: het lijkt toch allemaal weer uit de koker van de afdeling 'authenticiteit' van een reclamebureau te komen, zeker als je kijkt hoe haaks deze insteek staat op die van vrouw-onvriendelijke zustermerken als Axe. En dat terwijl 'Dove' blijkbaar prachtige wortels heeft met veel kracht, waar bedrijven tegenwoordig nog veel van kunnen leren. Ik hoop dan ook dat ik als ondernemer nog veel bedrijven mag helpen met het tonen van hun verhalen - en die van hun medewerkers - als magneet voor klanten.
Het hart van Christoph lag in Nederland, misschien wel op het begraafplaatsje waar ook zijn eerste zoon lag. Door uit principe niet akkoord te gaan met een wetswijziging, koos hij voor een zelfgekozen ballingschap. Hij moest emigreren en mocht van de Nederlandse overheid nooit meer terugkeren. Christoph stierf toen hij probeerde vanuit zijn ballingsoord het begraafplaatsje van Den Dolder te redden, het dorp dat hem heden ten dage als grondlegger ziet. Het begraafplaatsje ziet er goed onderhouden uit vind ik, die warmte is nooit verdwenen. En het is ook mooi om te zien hoe de authentieke warmte van die tijd ook in de 'merken' weer terugkomt.
Rootsbranding heb ik dat genoemd, de kracht van het verhaal achter sterke wortels. Wortels waar bedrijven zich niet langer voor schamen, en die ze eindelijk weer trots aan de wereld laten zien. Zonder vernis, dat met zeep is weggepoetst.