Rina Joosten-Rabou (Seedlink): “China voelt als één groot laboratorium”
Technologische ontwikkelingen gaan snel in China. “Bedrijven innoveren daar echt samen met startups waardoor mensen meer open staan om nieuwe technologieën uit te proberen. Ze zijn ook veel meer vergevingsgezind. Dus op het moment dat het niet werkt, zijn ze bereid het opnieuw te proberen”, stelt Rina Joosten-Rabou. Zij woont en werkt in Shanghai. Aanvankelijk hielp Joosten-Rabou bedrijven goede Chinese techneuten te vinden, sinds vier jaar is zij co-fouder en CCO van het Seedlink.
Seedlink probeert het leven van mensen ten goede te veranderen door middel van technologie. “Wij voorspellen menselijk gedrag door middel van het taalgebruik dat ze bezigen. En dat gaat om wat ze zeggen en hoe ze het zeggen. Dat houdt verband met onze persoonlijkheid en ons gedrag.”
De eerste concrete toepassing van deze technologie vind je op het gebied van human resource. “Als je morgen zou solliciteren bij een bedrijf dat gebruikmaakt van onze applicatie, zal dat bedrijf je vragen om drie open vragen te beantwoorden in plaats van een cv op te sturen. Die vragen gaan over dingen die van belang zijn voor dat bedrijf en die ze graag van je willen weten. Je beantwoordt dat op je eigen wijze via je laptop of je telefoon. Op basis van je antwoorden kunnen onze algoritmes bepalen of je past op de functie en aansluit bij de bedrijfscultuur.”
“In China worden heel veel stappen overgeslagen.”
Het klinkt bijna als science fiction, maar volgens Joosten-Rabou zitten open antwoorden vol datapunten. “Bijwoorden, bijvoeglijke naamwoorden, zinsconstructies. Het feit dat sommige mensen meer ‘ik’ zeggen dan ‘wij’, vertelt al iets over hoe zij denken en bewegen. Dat kan het neurale netwerk dat wij bouwen, oppikken. Om te bepalen of er een ‘fit’ is met een bedrijf kijken we eerst naar binnen toe: wat is de cultuur, wat maakt dat sommige mensen in een bepaalde context succesvol zijn en anderen niet. Dus we bestuderen eigenlijk eerst het bedrijf zelf. Hoe beantwoorden werknemers de vragen. Wat de algoritmes vervolgens doen, is kijken naar de overeenkomst tussen mensen die het heel goed doen of minder goed doen binnen een functie. Dat zijn de type dingen die dat machinebrein kan oppikken en waarmee hij iemand langs de meetlat kan leggen.”
Om de app te bouwen, werd een rondgang gemaakt langs veel Chinese bedrijven. “We hebben op heel veel deuren geklopt en ook heel veel nee’s gekregen, totdat we twee bedrijven vonden die zeiden ‘ja we voelen aan dat we mensen over het hoofd zien, we willen het wel gaan proberen’. Wij zijn het product pas gaan bouwen toen we het verkocht hadden. In het begin waren het Excel-spreadsheets en dat zijn nu hele apps. Heel anders dan in Nederland waar we vaak producten bouwen voordat we getest hebben in de markt. In China worden heel veel stappen overgeslagen.”
In China gaan dingen sneller dan in Europa is de ervaring van Joosten-Rabou. “Ik merk hier in gesprekken met klanten dat er altijd veel tijd overheen gaat. Laatst sprak ik met een heel groot Aziatisch bedrijf: woensdag zat ik aan tafel en vrijdag belden ze: waarom heb je nog geen voorstel gestuurd. Nu is het dinsdag, hebben we de deal en gaan we morgen beginnen. Als mensen zeggen ‘dit willen we’, dan is het echt gaan.”
“De Chinese overheid kan nog wel naar binnen kijken.”
Wat wij in Nederland van China zouden kunnen leren. is flexibiliteit. “Je kunt niet voorspellen hoe dingen er morgen of over een half jaar of een jaar uitzien. Dus snel kunnen aanpassen aan veranderingen is hetgeen dat ik het meest waardeer aan Chinezen. En ook als iets mislukt: ze herpakken zich en gaan wat anders doen en dat is oke. Dat is een mentaliteit waar ik zelf van probeer te leren. China voelt als één groot laboratorium.”
Seedlink heeft inmiddels ook een kantoor in Amsterdam. Dat heeft te maken met internationale ambities en de privacy wetgeving in China. “China is bezig met hele stringente wetgeving. Ook daar heb je te maken met verschillen tussen de dataprocessor en de datagebruiker. Maar de overheid kan nog wel naar binnen kijken. Dat is hier anders. Dat is ook wel een reden waarom we hier zijn, omdat we aan klanten kunnen laten zien: we voldoen aan de EU wetgeving, die in 2018 nog strenger wordt.”
Over een jaar hoopt Joosten-Rabou dat er een groot en goed draaiend team in Amsterdam actief is. “Dat onze Europese ambities waarheid zijn geworden en 30 tot 50 procent van onze omzet uit Europa komt. En vooral dat we mensen gelukkig maken door inzicht te geven waar zij het gelukkigst zijn op welke baan.”
Ondertussen zit de concurrentie natuurlijk ook niet stil. “We hebben indirecte concurrentie. Mensen zijn toch bang voor algoritmes en de impact hiervan, ondanks dat ze een steeds groter deel uitmaken van ons leven. Mensen zijn ook minder vergevingsgezind naar algoritmes: als een zelfsturende auto een ongeluk krijgt, gaan we er nooit meer in zitten, terwijl er dagelijks ongelukken met gewone auto’s plaatsvinden. Daarnaast is er ook concrete concurrentie op het vakgebied. Het enige antwoord hierop is blijven innoveren. Nieuwe dingen toevoegen aan het werk dat we doen.”
Dat betekent ook stappen zetten op nieuwe terreinen zoals consumentengedrag of healthcare. “Denk aan patiënten die na 6 maanden stoppen met hun medicijngebruik. Dat heeft een enorme impact op hun gezondheid, maar ook op de maatschappij. Hoe kun je dat beter voorspellen en daar vervolgens je strategie op aanpassen. Dat zijn typische toepassingen die je in de toekomst gaat zien: om betere beslissingen te nemen, om ons te helpen om betere beslissingen te nemen.”