Privacy: we hebben het touwtje uit de brievenbus uit handen gegeven
Zo aan het einde van het jaar is het tijd voor contemplatie. We kunnen zo’n heel jaar weer overdenken. Als je iets doet met marketing kan je er moeilijk omheen, de wereld draait nu om data. Data zijn de meest waardevolle handelswaar geworden. Bedrijven die handel drijven met jouw persoonlijke gegevens voeren de wereldwijde ranglijsten van meest waardevolle merken aan. Google, Facebook en Amazon zijn de nieuwe wereldleiders naast Apple, Samsung en Microsoft. Data is in veel gevallen een mooi woord voor persoonlijke gegevens en het verzamelen en verkopen van die gegevens is nu de meest lucratieve business op aarde.
Gek is het wel. Het beschermen van die gegevens heeft nog nooit zo hoog de agenda gestaan als vandaag en tegelijk is er nog nooit zoveel handel gedreven in privacy gevoelige gegevens als in 2017.
Wat is dat eigenlijk, die privacy?
“Privacy, privésfeer, persoonlijke levenssfeer of eigenruimte is een afweerrecht dat de persoonlijke levenssfeer beschermt”.
De Van Dale omschrijft privacy als:
“De persoonlijke vrijheid, het ongehinderd, alleen, in eigen kring of met een partner ergens kunnen vertoeven; gelegenheid om zich af te zonderen, om storende invloeden van de buitenwereld te ontgaan, een toestand waarin een mens er zeker van is dat zonder zijn toestemming zo weinig mogelijk andere mensen zich op zijn terrein zullen begeven. Zelf bepalen wie welke informatie over ons krijgt.”
De wens onbespied en onbewaakt te leven.
“In een informatiemaatschappij staat dat onbewaakte leven op subtiele wijze onder druk. Filosofen als Michel Foucault wijzen op het ‘panoptische effect’, waarbij mensen hun gedrag aanpassen aan een impliciete maatschappelijke norm. Privacy is dan ook uit te leggen als “het recht om imperfect te zijn”.
“Privacy is kortom een ruim begrip: het gaat om de bescherming van persoonsgegevens, de bescherming van het eigen lichaam en van de eigen woning, de bescherming van familie- en gezinsleven en het recht vertrouwelijk te communiceren via brief, telefoon, e-mail. Privacy betekent dat iemand dingen kan doen zonder dat de buitenwereld daar weet van heeft, inbreuk op maakt, of een corrigerende invloed op uitoefent,” aldus Wikipedia.
Onze persoonlijke gegevens moeten te vuur en te zwaard beschermd worden en tegelijk vertelden we nog nooit zoveel over onszelf als in 2017.
Terwijl we roepen om bescherming delen we ons hele hebben en houden met alles en iedereen.
Niet alleen waar je woont en hoeveel je daarom bij benadering verdient, is eenvoudig te achterhalen. Dankzij sociale media zijn ook je ideeën en opvattingen publiek domein. Foto’s van jezelf, je hond of kat. Je kinderen, je vakanties, je interieur, je liefdesleven, reisbestemmingen, foto’s van wat je eet en drinkt. Wijn of bier. Waar en of je werkt en hoelang je ergens gewerkt hebt. Opleidingen en het aantal talen dat je spreekt. Wat collega’s van je vinden.
Terwijl we roepen om bescherming delen we ons hele hebben en houden met alles en iedereen. Facebook wordt inmiddels door twee miljard mensen gebruikt en met elke zoekopdracht weet Google weer iets meer van je. Elke aankoop bij Amazon of Coolblue betekent het inleveren van weer een puzzelstukje van je persoonlijke profiel.
Marketeers verheerlijken het werken met data als de nieuwe toekomst
Dat we nu precies kunnen inschatten hoeveel flessen wasmiddel we kunnen verkopen aan Hanneke Jansen van 42 die samen met een hond, twee kinderen en een goudvis woont in een vinexwijk nabij Rotterdam op loopafstand van een Jumbo. Mevrouw Jansen heeft dankzij haar alimentatie een geschat vrij besteedbaar inkomen van tachtig euro per week. De inrichting van haar huis zien we op Pinterest en haar liefdesleven volgen we via Tinder. De kinderen delen het sociale familienetwerk via Snapchat. Op Instagram volgen we haar laatste vakantie op Texel, waar ze een intieme selfie maakte met vuurtorenwachter Harm ter Veld met wie ze sindsdien via de DM van Twitter regelmatig in een soort van schijnanonimiteit haar diepste zieleroerselen deelt.
In de DM-berichten met Harm komt het woord “samenwonen” bovengemiddeld voor. Dat zorgt voor een groter huishouden en daarom helpt Coolblue de potentiële klant via Twitter met de aanbieding van een nieuwe wasmachine. Karwei staat op Pinterest klaar met een aanbieding voor verf en behang in de kleur lavendel, want daar houdt mevrouw Jansen nogal van. Philips zorgt via Facebook voor energiebesparende led-lampen, dat helpt met zo’n duur gezin.
Marketeers weten steeds meer en zijn eigenlijk nog maar net begonnen met het in kaart brengen van elke persoonlijke beweging. Tegelijk introduceren we met GDPR nu een wet om de bescherming van persoonlijke data beter te waarborgen.
ING komt via WhatsApp uit het niets met een aanbieding van een strikt gescheiden spaarrekening. De stationcar van Volvo, vanzelfsprekend in de kleur lavendelblauw, op Instagram maakt het leven compleet. AI verbindt alles met elkaar en Google komt tegen opbod met een scorekans van artikelen die verkocht kunnen worden aan dit prille stel. Via Google Shopping kan Google er natuurlijk ook zelf beter van worden. Alexa van Amazon staat klaar met raad en daad, Hanneke en Harm weten nog van niets.
Marketeers weten steeds meer en zijn eigenlijk nog maar net begonnen met het in kaart brengen van elke persoonlijke beweging. Tegelijk introduceren we met GDPR nu een wet om de bescherming van persoonlijke data beter te waarborgen. In 2018 introduceren we nu zelfs bij wet het ‘recht om vergeten te worden’. Dat is niet voor niets. We zijn massaal tegen de Sleepwet; dat zijn toch heldere signalen dat we dat gedonder met onze persoonlijke data afwijzen. We willen niet afgeluisterd worden.
Marketeers leven in de veronderstelling dat er steeds meer klantdata beschikbaar zal komen
Nog niet zolang geleden hadden we geen enkele moeite met het simpelweg vrijgeven van persoonlijke data. Naam, adres, woonplaats en zelfs functie stonden gewoon in de telefoongids. Gratis beschikbaar voor iedereen. Je kon een willekeurig persoon op elk moment van de dag onaangekondigd bellen zonder dat het een probleem was. Het grootscheepse gebruik van het infofilter, dat er voor zorgde dat je niet zomaar meer kan worden gebeld, was een duidelijk signaal. Nu we wetten maken om deze gegevens nog beter te beschermen zal de lijn voor het gebruik van persoonlijke data wellicht eerder de andere kant uitwijzen. Persoonlijke gegevens zijn in de toekomst misschien wel helemaal niet meer voor marketeers beschikbaar.
De eerste stap tot het strafbaar maken van het oogsten van persoonlijke gegevens zonder uitdrukkelijke toestemming wordt in 2018 gezet. Overtreden van dit soort wetten kan eenvoudig leiden tot het publiek veroordelen van overtreders via social media. Een no-go dus voor elke marketeer die zijn verstand gebruikt.
Het roept de vraag op of marketing bedrijven met persoonlijke gegevens in 2018 überhaupt nog wel ethisch is.
Brand Sanity betekent anno 2018 misschien ook wel een nieuw beleid als het gaat om klantdata. Wetgeving en veranderende opvattingen bij klanten kunnen leiden naar een andere richting dan nu wordt bewandeld. Dankzij het internet en sociale media kunnen veranderende ideeën zich razendsnel verspreiden en leiden tot nieuwe inzichten. Wat vandaag nog een regel is kan morgen verwerpelijk zijn.
Het roept de vraag op of marketing bedrijven met persoonlijke gegevens in 2018 überhaupt nog wel ethisch is.
Kan je als marketeer tegen de sleepwet zijn en tegelijk zonder expliciete toestemming data gebruiken van Hanneke en Harm om een koelkast te verkopen? Het rondneuzen in het persoonlijk leven van mensen is door marketeers inmiddels immers tot kunst verheven. Met en zonder toestemming.
Ondertussen zijn we aangeland in het tijdperk van feelgoodmarketing. We kijken steeds vaker naar brand purpose en denken serieus na over corporate values die het verdienen van geld als doel ontstijgen. Het merk vertegenwoordigd immers ook steeds vaker sociale waardes. Als het helder is dat we persoonlijke data en onze privacy belangrijk vinden, zo belangrijk dat we die met een wet gaan beschermen, wordt het dan ook geen tijd dat marketeers stoppen met data-oogsten en -manipulatie.
Dat marketeers stoppen met het gebruiken van data-analyse aan de achterkant. Dat cookies voortaan een duidelijk signaal zijn van een organisatie die je privacy wil misbruiken. Dat we die klantenhelpballon doorprikken. Toestemming voor data gebruik ontfutselen is immers nogal sneaky, je moet online de gebruiksaanwijzing lezen en geeft daarvoor toestemming om een aanbieding te krijgen voor een scheerapparaat. Dat systeem deugt natuurlijk niet.
We maken een wet om onze gegevens te beschermen en tegelijkertijd verdient Facebook miljarden aan elke like en klik. Elk interactie met Facebook zorgt voor een verrijking van jouw persoonlijk profiel. We krijgen het recht om vergeten te worden en tegelijkertijd kan je op Google foto’s vinden die zonder jouw toestemming openbaar gemaakt zijn. De omgekeerde wereld.
We hebben het touwtje uit de brievenbus in handen gegeven van online media conglomeraten die de informatie achter de deur per opbod verkoopt.
Google zou je moeten betalen voor het recht om jouw persoonlijke gegevens door te verkopen aan adverteerders, net als Instagram of Facebook. Elke klik zou geld op moeten leveren; het zijn immers jouw persoonlijke gegevens en kenmerken die kennelijk nogal wat waarde vertegenwoordigen. Als het gratis is, ben jij het product. Een dooddoener. Je kan alleen het product zijn als je de implicaties van een dergelijke toestemming kan overzien. Dat kan je niet. Geen mens leest een disclaimer, dat had ook nooit zo gemoeten. Dat maakt die nieuwe wet wel duidelijk.
Bedrijven moeten verantwoordelijk worden gehouden niet de gebruiker.
Als persoonlijke gegevens zo duidelijk waarde vertegenwoordigen, is het misschien tijd dat we die waarde ook eens echt opschrijven. Gewoon als een soort van persoonlijke bronbelasting. Wil je mij online iets verkopen, dan kost je dat een euro. Een euro die niet naar Facebook of Google gaat maar eenvoudigweg naar mijn bankrekening. Een cookie, prima kost je tien cent en als ik op je website klik kost je dat vijf cent en ik bepaal waar die vijf cent naartoe gaat. Google en Facebook mogen best wat aan mijn data verdienen, maar ik hoef zelf toch niet met lege handen staan.
We hebben inmiddels genoeg informatie om die waarde helder in beeld te brengen en technologie die geavanceerd genoeg is om ook kleine bedragen op de juiste bankrekening te krijgen. Wil je dat niet, dan ben je anoniem. Dat bepaal je zelf.
Dankzij de digitale ontwikkelingen zijn gegevens die vroeger gewoon openbaar waren waardevol geworden. Zo waardevol dat ze nu beschermd moeten worden. We hebben het touwtje uit de brievenbus in handen gegeven van online media conglomeraten die de informatie achter de deur per opbod verkoopt. Computers rekenen op basis van persoonlijke gegevens, foto’s, kliks, likes en hartjes uit wanneer, en tegen welke prijs, je bereid bent om een sapcentrifuge te kopen. Schitterende techniek voor marketeers, maar misschien wordt het inmiddels wel tijd dat dat burgers zelf de verantwoordelijkheid, beschikking en het handelsrecht krijgen op de eigen persoonsgebonden gegevens.