Economisch weerbericht (132): De businessimpact van mobiele apps

25 juni 2011, 06:45

Sinds een hele tijd alweer is digitaal gedrag van alle generaties. Met app-phones en tablets als personal standard equipment is die trend nog verder in de versnelling gekomen. Wie nog niet zo’n gadget heeft, is zeker voornemens er een aan te schaffen. Dus apps ontwikkelen en vermarkten om mensen nog meer van dienst te zijn en te verleiden: now is the time! Zo zintuiglijk dicht op de huid van de klant hebben we nog nooit kunnen komen. Het is een business opportunity van jewelste, om web en app elkaar te laten versterken in één mooie user experience.

Er liggen uitdagingen maar vooral grote kansen voor organisaties om mobiele apps en web-content te laten samenkomen in onweerstaanbare belevingen voor klanten en prospects. Met de fysieke en digitale gadgets die schermdevices en hun apps zijn, vloeien hardware, software, content, design, ergonomie en economie ineen. Net als indertijd met de pc zal de prijs van schermdevics flink dalen. In India is in juni 2011 de Sakshat-tablet voor de massa gelanceerd, die gesubsidieerd 25 dollar kost.

Een spectrum aan gedragsextensies

Het is zo ongelofelijk direct. Op moderne schermdevices gebruiken we onze vingers om te schuiven, te kloppen, te typen en te schrijven. Soms kunnen we er tegen praten. En door te kijken en te luisteren – straks ook door te voelen – zuigen we de ervaring op. Lijf en leden blijven ook niet onbenut, want kleine cameraatjes in het device kunnen onze bewegingen interpreteren. Bij elkaar een tamelijk compleet spectrum aan gedragsextensies, toegepast binnen de overbekende dynamiek van zenden, verwerken en ontvangen. Om economisch handelen te bevorderen. Zowel intuïtief als weldoordacht reageren we op beeld, geluid en tekst. Aldus geven we ons digitale gedrag vorm en wordt het vormgegeven. Dit gedrag, dat steeds vaker zal gaan voorkomen, maakt deel uit van de sequentie van gebeurtenissen die ons leven vult. In de digitale en fysieke wereld, die altijd in elkaars verlengde liggen. Zelfs bij een game of simulatie. Op die manier een tijdje van de wereld zijn, is namelijk net zo goed reality.

Doe mij maar een iHand

De mogelijkheden van het digitale device, de content in kwestie plus de interactiemogelijkheden. Samen bepalen ze hoe sterk en hoe intiem er met concrete apps wordt aangehaakt op het palet van menselijke gedragingen. Mobiele schermdevices als de app-phone en de tablet hebben zowel ons digitale gedrag als onze gedragsbeleving sterk geïntensiveerd. Gekscherend wordt wel gesproken van de iHand. Mag ook Android zijn, Windows 8 of wat dan ook. We zouden zo’n ding als fysieke extensie wel aan ons lijf willen hebben. Die intieme en intense beleving is een kans en uitdaging, die bedrijven niet willen laten liggen. Boden vroeger de pc en het web de ultieme multimediale beleving, tegenwoordig zijn dat onze schermdevices met de apps die we zelf hebben geselecteerd. Natuurlijk staan apps niet op zichzelf. Ze zijn onderdeel van de hele marketing-, communicatie- en handelingsmix, met het nadruk op dat laatste. Idealiter staan apps in nauw verband met het web. Straks krijgen we die combi onder meer ook op de tv, de koelkast en in de auto. Dit is geen science fiction. Dit is waar r&d de verbeelding ontmoet. Dank zij technologie en innovatie. Doe mij dus maar zo’n iHand 😉

Een dozijn gedragingen

Denken we in de context van ICT, media en internet aan onze menselijke vermogens als dragers en veroorzakers van gedrag, dan gaat het in eerste instantie om de volgende set. Tot de lagere, meer passieve vermogens behoren de zintuigen, dus: zien, horen, aanraken/voelen, ruiken en proeven. In het verlengde daarvan liggen de hogere, meer actieve vermogens: spreken, schrijven/typen, voortbewegen, bewegingen maken, denken, lichaamstaal en intuïtie. De laatste wordt ook wel als nummer 6 tot onze basale zintuigen gerekend. Dat maakt het continuüm rond. Op dit dozijn gedragingen of vermogens kunnen ICT, media en internet aansluiten, en we kunnen dan dus – heel praktisch en concreet – kijken of dat adequaat gebeurt, en wat dat betekent.

De web-pc

Een typische web-pc uit de jaren ’90 sloot als volgt aan op het menselijke gedrag: zien (scherm), horen, aanraken/voelen, ruiken, proeven, spreken, schrijven (toetsenbord), voortbewegen, bewegingen maken (muis, pijltje en cursor), denken, lichaamstaal, intuïtie. Erg mechanisch of indirect dus nog eigenlijk, maar wel heel multifunctioneel. We hadden een tekstverwerker, een spreadsheet, een database. We konden presentaties maken, er waren websites, en niet te vergeten: een grafische gebruikersinterface (GUI).

Het mobiele schermdevice

Twintig jaar later heeft het mobiele schermdevice van vandaag het volgende gedragsprofiel: Kijken op een haarscherp kleurenscherm. Luisteren naar glashelder geluid. Aanraken (multi-touch) en voelen (haptics): direct op het scherm. Ook geschikt voor simulaties van toets- en snaarinstrumenten. Ruiken en proeven nog even niet. Spreken in de microfoon. Met een app wordt je device desgewenst een blaasinstrument. Typen op het scherm of een fysiek toetsenbord. Schrijven desgewenst. Voortbewegen: richting en snelheid worden geregistreerd, Met lijf en leden aan de slag: bewegingen worden geïnterpreteerd. Tot slot: denken, lichaamstaal en intuïtie worden nog niet direct ondersteund, maar vanwege de intieme en intense beleving natuurlijk wel gestuurd. Op die manier van drie relatief kale naar zeven veel rijkere vermogensextensies op een totaal van twaalf is niet gek. Maar het heeft wel twee decennia geduurd. Met recht kunnen we het tegenwoordig over een NUI hebben. De Natural User Interface heeft de GUI afgelost, maar is nog in experimentele staat.

Echte extensies

Dat was een mooi lijstje gedragsextensies, maar de echte extensies van onze menselijke vermogens zijn netjes verwerkt in de mobiele schermdevices. Om te beginnen het object zelf: het simpele kwaliteitsscherm dus, dat je zo makkelijk in je hand houdt. Vervolgens de camera, de GPS-functionaliteit en de verschillende sensoren. Dat zijn onze nieuwe extra zintuigen. Op hun beurt worden die weer verrijkt – en daarmee wijzelf – met informatie en functionaliteit. In apps en idealiter in combinatie met het web. Wat zintuiglijkheid betreft bijvoorbeeld via de herkenning van vormen, beeld en geluid.

Generaties, sub- en tegenculturen

De babyboomers van generatie X, de millennials van generatie Y en ook de digital natives van generatie C (Content, Creation, Connect) – die hadden deze prachtige mogelijkheden allemaal nog niet. Met de jongste lichting app-phones, tablets en hun apps begint het echte digitale gedrag nu net een beetje van de grond te komen. Sinds 2010. Dit gedrag is wel wat alle generaties die momenteel in leven zijn, verbindt. De echte generatieverschillen vinden we – uitvergroot weliswaar – in de sub- en tegenculturen. Die zijn net als generaties van alle tijden. In de 18de eeuw hadden we bijvoorbeeld de Sturm und Drang, en vanaf de jaren ’50 zagen we onder meer de Rock ‘n’ Roll, de Angry Young Men, revolterende studenten, hippies en het anarchoterrorisme voorbijkomen. Allemaal uitten die zich op hun eigen manier in de context van muziek, literatuur, politiek en lifestyle. Eén ding hadden deze grillige groeperingen met elkaar gemeen. Duidelijk was steeds, dat ze wel weer zouden overwaaien.

ICT, media en internet zijn de nieuwe Rock ‘n’ Roll

Hoe anders is het gesteld met de fundamentele ongedurigheid, die zich sinds met name de jaren ’90 van alle in leven zijnde generaties meester heeft gemaakt. Een nieuwe Rock ‘n’ Roll op basis van de groei van ICT, media en internet. Met onder meer MP3, Napster en later YouTube ging muziek – tegenwoordig met video – een centrale plaats innemen. Maar echt kenmerkend voor de steeds “socialere” en hectische periode van zowel digitale afleiding als economische bedrijvigheid sinds midden jaren ’90 is de groeiende behoefte aan authenticiteit, aan transparantie en aan openheid. Over het hele spectrum. Van open-source-software tot aan boodschappen doen, interactie met organizaties en crowdsourcing. Direct in het verlengde daarvan ligt de omarming van verandering en convergentie. Opeens is er een enorm enthousiasme om verhoudingen eens flink op te schudden. Waarom? Omdat internettoepassingen en nieuwe devices dat mogelijk maken: de multimedia-pc, de MP3-speler, de laptop en dan nu de app-phones en de tablets.

Empowerde consumenten

Steeds gaat het om verandering en convergentie ten gunste van het individu in zijn rol van consument. Zo empoweren we onszelf: door als particulier, als medewerker en als burger alleen met significante verbetering van onze eigen (digitale) beleving genoegen te nemen. Zozeer is daarmee de focus op het hier en nu komen te liggen, dat Sturm und Drang, Angry Young Men, revolterende studenten en anarchoterroristen tegenwoordig relicten zijn uit de donkere digitale Middeleeuwen. Hippies misschien net nog niet, want hoe vaak zijn web-tweepuntnullers en hun kroost daar niet mee vergeleken? In de vorm van hackers en Wikileaks zijn nieuwe countercultures van de partij en ook die zijn zeker geen eendagsvliegen, maar structurele krachten. Zoals gebruikelijk zijn ze weliswaar in de minderheid, maar tegelijkertijd meer mainstream dan ooit. Omdat hun authenticiteit, hun transparantie en openheid, hun veranderingsbelofte en de convergentie die ze beogen, ten gunste van burger, medewerker, particulier in hun basisrol van consument, diep in de venen zit van onze maatschappij. Dank zij ICT, media en internet: de nieuwe Rock ‘n’ Roll.

Wachten op de Perfect Storm

Van de technologische revolutie die internet heet, kunnen we geen genoeg krijgen. Generaties lang al niet en het wordt steeds heftiger. De technologie geloven we inmiddels wel. Het gaat om onszelf. Het uiteindelijke Web Effect is sociaal-maatschappelijk van aard en bovendien mainstream. Overal straks high-speed breedband en iedereen ten minste twee online devices. Dit waait echt niet over. Integendeel, in alle uithoeken van de wereld wakkert het juist steeds verder aan. Totdat er uiteindelijk misschien een Perfect Storm zal komen van baanbrekende wereldwijde veranderingen op technologisch, maatschappelijk, organisatorisch, economisch en ecologisch terrein. Daar zitten we momenteel met smart op te wachten. Het zal alleen gebeuren als alle digitale zaken tot in de puntjes zijn geregeld conform de eisen van Trustworthy Computing.

Onze menselijke vermogens

Waarom heeft dat Web Effect ons eigenlijk zo te pakken? Het antwoord vinden we bij Aristoteles. Die zal er niet de eerste mee zijn geweest, maar de combi van ICT, media en internet gaat, zoals al uitgebreid besproken, over onze menselijke vermogens. Door de hele historie heen zijn die onderwerp geweest van debat. Onder meer bij de Verlichtingsfilosofen Immanuel Kant en David Hume, en ook in ideologie en religie. Het betekent, dat we hier iets te pakken hebben, dat er echt toe doet. Namelijk onze menselijke eigenheid. Zoek maar eens op “human faculties”.

Het spoor te pakken

Op de tweede pagina met zoekgegevens vinden we dan het verdienstelijke overzichtsartikel Theories of Technology as Extensions of Human Faculties. Dat is de spijker op de kop voor enerzijds ICT, media en internet, en anderzijds authenticiteit, transparantie, openheid, verandering en convergentie. Gelukkig kunnen we concreter zijn dan theorie alleen. Het succes van de laatste vijf – van authenticiteit tot convergentie – moet namelijk blijken. En blijken doet het heel concreet en praktisch uit gedrag: noem het de optelsom der menselijke vermogens. Daarom krijgen we maar niet genoeg van ICT, media, internet. De geur van nog betere extensies van onze vermogens hebben we te pakken en dat spoor laten we dus niet meer los. Zeker niet, omdat we – al was het maar deels – een remedie willen voor de daverende hectiek waarin we ons met het Web Effect hebben gestort.

Mechanische extensies?

In 1993 verscheen – a propos iHand – het boek Hand’s End: Technology and the Limits of Nature. Het is geschreven door David Rothenberg, de bekende musicus, componist, auteur en filosoof. In 2000 schreef Philip Brey, tegenwoordig hoogleraar filosofie aan Twente University, daar het volgende over in de conclusie van het bovengenoemde artikel Theories of Technology as Extensions of Human Faculties:

“As we ‘re-create ourselves in technology’, how does technology re-create us? […] Rothenberg holds that technology can only extend human faculties that can be understood in mechanical terms, and not our most fundamental faculties of judgment and morality. So technology only shows us ‘mirrors’ of quite limited aspects of ourselves.”

Je zou je bijna zorgen gaan maken. Voor authenticiteit, transparantie en openheid zou dit namelijk een regelrechte ramp zijn. Kunnen de voortdurende verandering en convergentie van technologie echt geen betere extensies van de menselijke vermogens genereren? Maar zeker wel. Denk aan het beeld van de iHand, de Natural User Interface en de extra gedragsextensies die in de schermdevices zijn ingebakken. Dit wil je niet laten liggen. Zo’n handschoen pak je op. Als consument en organisatie. Rothenberg kunnen we zijn scepsis niet kwalijk nemen, want Hand’s End verscheen vlak voordat het digitale tijdperk daadwerkelijk tot ontluiking kwam. In 1992 was er een lappendeken van ruim 7500 computernetwerken met net iets meer dan een miljoen computers. Voor het eerst was er op voor die tijd zware werkstations mondjesmaat audio en video beschikbaar. De Mosaic-browser bracht in ’92 het World Wide Web naar een groter publiek. Maar pas met Netscape werd het web echt populair. N.B.: Het nieuwe boek van Rothenberg, getiteld Survival of the Beautiful: Art, Science, and Evolution, verschijnt in november 2011.

Van media(te) naar immedia(te)

Dank zij mobiele schermdevices, hun apps en het web zijn hardware, software, content, design, ergonomie en economie nu ineengevloeid. Een sterk en lang verwacht staaltje van convergentie plus een enorme verandering. Daartussen zitten wij mensen. We richten onze aandacht overal op en alle aandacht is op ons gericht. Zonder reuk en smaak weliswaar, maar lichaamstaal bijvoorbeeld mag geen probleem zijn. Met wat extra app-vernuft horen gelaatsuitdrukking en hartslag voor de nieuwe zintuigen van de devices boekeen open boek. Ons denken en onze intuïtie kan zo zeker worden gestuurd. De trend is van media(te) naar immedia(te). Op vele creatieve manieren kunnen we overtuigd raken van authenticiteit, transparantie en van openheid. En kunnen we worden verrast met onderhoudende, intrigrerende en profitabele verandering en convergentie. Vanuit nieuwe businessmodellen bijvoorbeeld.

Mechanische marionet?

Voor zover we aldus ten prooi vallen aan geavanceerde manipulatie, zijn de nieuwe extensies van onze gedragingen/vermogens er weliswaar gezamelijk in geslaagd om ons oordeel en onze morele waarden te hacken – iets wat Rothenberg voor onmogelijk hield. Dan blijft er van de mens slechts een mechanische marionet over, die er in dat geval als tegenwicht misschien goed aan doet om zich toch eens te verdiepen in Sturm und Drang, Angry Young Men, revolterende studenten, anarchoterrorisme en vooral het echte hippiedom.

Eerlijk duurt het langst

Het risico om als manipulators aan de schandpaal te worden genageld, zullen organisaties niet willen en kunnen lopen. Ze dealen namelijk niet langer met individuen, maar met empowerde crowds en communities, die erg rap zijn met unfrienden, om het maar even vriendelijk uit te drukken. Veel groter is daarom de kans, dat alles op alles zal worden gezet om de roep om authenticiteit, transparantie en de menselijke stem oprecht te beantwoorden. Want eerlijk duurt het langst. In morele en economische zin, een verband dat dankzij ICT, media en internet geen dichotomie meer is. Met de intieme en intense gedragsextensies van mobiele app-phones, tablets, hun apps en het web, waarover iedereen kan beschikken, hebben organisaties als nooit tevoren de kans om alle levende generaties en subculturen optimaal van dienst te zijn en hun goede bedoelingen te bewijzen.

Jaap Bloem
Research Director Sogeti/VINT bij Sogeti/VINT

Jaap Bloem is in IT since the PC and now a Research Director at Sogeti/VINT. In his days at KPMG Consulting he co-founded the IT Trends Institute. Jaap was a publisher of IT books and editor in chief of IT magazines at Wolters Kluwer. Before coming to VINT, Jaap was the Marketing Executive for the Dutch Chapter of ISOC, the Internet Society. Jaap has co-authored many books and articles, and loves to develop and evangelize ground-breaking thought and insight together with colleagues and partners. Jaap Bloem is in augustus 2018 overleden.

Categorie
Tags

22 Reacties

    JaapBloem

    grrr > “boekeen open boek.” moet zijn: “een open boek te zijn.”


    25 juni 2011 om 07:38
    Jeroen de Bakker

    Interessant stuk Jaap. Dank je wel. Iets om het hele weekend over na te denken :-).


    25 juni 2011 om 08:55
    JaapBloem

    Had ik er uitgelaten: 30+ basiseigenschappen van mobiele apps

    Het begrip mobiele app is een zogeheten pars pro toto. Het gekozen kerndeel (pars) betekent meer dan dat alleen. Het staat voor een groter geheel (toto < totus). In het geval van mobiele apps en The App Effect bestrijkt de term zelfs een imposant veld. Het veld van menselijke beleving en handelen. Mobiele apps bezitten een hele range van eigenschappen. Zonder aanspraak te maken op volledigheid kunnen we moeiteloos ruim dertig trefwoorden opsommen. Als we de businessimpact van het trio ICT, media en internet als een gegeven mogen beschouwen, dan benadrukken deze dertig gezamenlijk een intensiteit, intimiteit en businessrelevantie, waar we nog maar amper besef van hebben. Daar gaat-ie: TAFKAPP – The Apparatus Formerly Known As Phone or PC, personal standard equipment, passport, wallet, memex, gadget, mobile, apps, store, updates, web, cloud, media, any screen, lifestyle, business, social, location, game, touch, touchless interface (TI), senses, sensors, xyz recognition, augmented reality, lifelike, virtureal, 3D, transsectoral innovation, ecosystem: f.i. 15 billion connected devices in 2015, unity of time/place/action (the classical Aristotelian properties for drama), hardware+software+content+design+ergonomics+economics+economy.


    25 juni 2011 om 09:38
    media

    Zeer interessant Jaap, dank! (daar gaat weer een vrije avond 😉


    25 juni 2011 om 10:46
    JaapBloem

    dank je marco 😉


    25 juni 2011 om 11:34
    Gert Meijboom

    Hoogst interessant, maar waar gaat het over? En wat is nu de businessimpact van mobiele apps?


    25 juni 2011 om 16:04
    Gert Meijboom

    Interessante stelling, maar de kop dekt niet de lading. inderdaad geen sf, maar mf. Welke scepsis bedoel je?


    25 juni 2011 om 17:17
    JaapBloem

    wat is mf?


    25 juni 2011 om 18:47
    JaapBloem

    Gert, ik ga niet de scepsis van Mike Hernon en Mary Meeker hier uitgebreid etaleren. Dan moet je even de links volgen, die ik je hierboven gaf. MF – Mobile Fiction? > je moet dit EW132 in samenhang zien met EW131 en EW130, als een ontwikkelingspotentieel naar 2020 toe. Over authenticiteit schreef ik in EW120. Ik was daar sceptischer dan hier, waar ik verwacht, dat je eigenlijk niet met goed fatsoen onder authenticiteit uit kunt komen. Onder meer deze EW-links staan hierboven in het stuk.

    Maar mag ik jou nu eens vragen hoe jij tegen eea aankijkt? Tegen de driehoek Mobile Apps – Digitaal Gedrag – BusinessImpact/Potentieel. Misschien interesseert de hele thematiek je wel niet. Maar dat kan ik me van het boegbeeld van NieuweMedia.Blog.nl maar moeilijk voorstellen . . .


    26 juni 2011 om 06:21
    Gert Meijboom

    Jaap, de BUSINESSimpact van mobiele apps wordt mij niet duidelijk uit bovenstaand verhaal en dat had ik juist wel verwacht in een economisch weerbericht. I’m sorry. MF = Marketing Fiction. De driehoek boeit me zeer :-). Maar om nu hier te gaan bomen over die driehoek. Just Give Us Apps, man!

    BTW: kan ik dat onderzoek van jullie nu al eens downloaden?!


    26 juni 2011 om 07:54
    JaapBloem

    Hmm, mismatch tussen verwachting betreffende EW en businessimpact van mobiele apps. Kan je volgen maar ben het niet met je eens. We proberen impact/potentieel richting 2020 in zinvolle samenhang te plotten. Jammer dat je niet wilt ingaan op mijn verzoek om jouw verwachting kort uiteen te zetten. Misschien wil je me daar liever over mailen: jaapbloem@gmail.com. Je rusteloze hartekreet naar apps – dat gaan we de komende jaren zien. The App Effect publiceren we later dit jaar. Je kunt het dan downloaden Gert, en je krijgt een mooi gedrukt exemplaar van mij. Grtz, Jaap


    26 juni 2011 om 08:35
    Gert Meijboom

    😉 JustGiveUsApps = nieuw project, soort App Effect in real life


    26 juni 2011 om 09:47
    JaapBloem

    Raar vertiepsel 😉 > Mobile Web apps


    28 juni 2011 om 09:03

Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!