SXSW #4: de AI bullshit bingo, de opkomst van de chatbot en je eigen toekomst maken
Wat SXSW voor ons zo waardevol maakt, is dat je 5 dagen de tijd neemt om over trends, ontwikkelingen en cases na te denken. En dat samen met anderen doet die met dezelfde dingen bezig zijn. Je loopt een panel binnen dat de moeite waard is, je praat er in de volgende rij met iemand anders over. En later op de dag blijken lijnen uit andere panels ermee samen te komen. En gaat het gesprek bij de koffie, de bier of de biefstuk verder. Je profiteert daardoor ook van de sessies waar je niet bij was, je scherpt je gedachten met elkaars inzichten. Dat maakt het speciaal. En dat maakt SXSW voor ons zo waardevol. In goed gezelschap de tijd nemen om techzaken op een rij te zetten.
Deze week houdt Erwin Blom je samen met Roeland Stekelenburg, Michiel Berger en Michiel Buitelaar op de hoogte van de ontwikkelingen op SXSW 2017 in de dagelijkse video’s met de sprekende titel Grumpy Old Men.
Daarnaast schrijven zij en andere aanwezigen als Martijn Verver, GertJan Kuiper, Iskander Smit, Johan Voets, Marjolijn Kamphuis en Jochem Koole dagelijks hun bevindingen via Revue én Marketingfacts.
Grumpy Old Men: de vissen moeten gevoerd!
AI bullshit bingo
Door Roeland Stekelenburg
Kevin Kelly, oprichter van Wired, voorspelde het vorig jaar al feilloos: de nieuwste trend is “Elk Willekeurig Onderwerp + AI”. We zien dit nu in volle omvang terug in het programma van SXSW. Voor het gemak heb ik voor jullie alle sessies waarbij AI of artificial intelligence in de titel voorkomt, even op een rijtje gezet. Als ik niet op alleen de titel had geselecteerd en ook de titels van films in het filmprogramma had meegenomen, was de lijst nog aanzienlijk langer geweest.
- Artificial Intelligence is the Future of Fashion
- AI: How it will Change your Live
- AI’s final frontier: Your Living Room
- AI: Actually still terrible
- The Next Four Years of AI
- Augmented Intelligence: The Next-Gen AI
- AI for Good: Precision Medicine
- AI and the Suburbanization of the Mind
- Giving a Face to AI
- AI for Good: Autonomous World
- AI in America: Preparing Our Kids
- Eyes In The Sky: The of AI and Satellites
- AI for Good: Unleashing for Everyone
- Hi + AI: What’s the Future of Intelligence
- Symbiotic Intelligence: AI as an Augmentation Tool
- Every Little Thing’s Gonna Be AI
- AI on the Horizon: Challenges, Directions, Futures
- Ethically-Aligned Design: Setting Standards for AI
- DARK DAYS: AI and the Rise of Fascism
- A New Kind of Programming: For Humans and AIs
- Mind the Machines: Neurotech and AI for Brain Health
- AI: How Tech’s Next Revolution Will Change Lives
- AI and Deep Learning Tech: Are We Ready
- AI for Good: Harnessing Power to Solve Problems
- You Are What AI Cooks: Personalization of Taste
- AI Replaces Search: Future’s of Customer Acquisition
- Invisible Marketing: AI Will Transform Your Brand
- B2A Marketing: Selling to the New AI Consumer
- Using AI & Machine Learning to Extend the Disney Magic
- Can I Trust My AI Therapist?
- When Machines Do Everything: Winning in an AI World
- Our Bright, Jobless Future: Trump Policy vs AI
- How AI/Machine Learning Will Change the Way We Eat
- Design Intelligently for Artificial Intelligence
- What is Role of AI in Sport?
- Artificial Intelligence & Bots: Strategy & Execution
- The Future of Creativity is Artificial
- Artificial Intelligence that helps you Save
De conclusie van dit alles? Kevin Kelly zegt dat we aan de vooravond staan van een Tweede Industriële Revolutie. Dat zullen we zien. Maar dat we de komende jaren doodgegooid zullen worden met ontelbaar veel congressen, startups, handboeken, experts en deskundigen op dit gebied, staat buiten kijf.
AI and the rise of fascism
Door GertJan Kuiper
Je verwacht het toch niet, een bevlogen en activistisch pleidooi vanuit Microsoft Research over de doelstellingen van fascistische regimes en wat AI en machine learning nu aan mogelijkheden bieden. Een verhaal waarin iemand als Hannah Arendt wordt aangehaald, die in 1968 al opmerkte dat de belangrijkste reden dat de nazi’s niet slaagden in hun doel was dat ze niet de juiste technologie tot hun beschikking hadden.
Kate Crawford laat zien hoe de belangrijkste doelen van totalitaire regimes overlappen met de kracht van AI:
- streven naar centrale macht;
- mensen volgen en classificeren;
- geen verantwoording willen afleggen voor je daden.
Ze laat zien dat de algoritmen die we gebruiken vaak onduidelijk zijn of uitgaan van verborgen biases. Het herkennen van crimineel gedrag aan de hand van gezichtsanalyse? De onderzoekers kunnen niet goed uitleggen hoe het algorithme werkt en hebben er niet aan gedacht dat het ook kan zitten in de vooroordelen van rechters die bepaalde mensen meer veroordelen dan anderen.
Soms is het ook veel subtieler. Een machine-learningproject waarin schilderijen moeten worden ‘gelezen’, vraagt bij een schilderij van Degas of het misschien een pyjama is of een burrito. Dat lijkt grappig, maar de keuze voor de optie ‘burrito’ zegt al iets over de plek en achtergrond van degene die deze code gemaakt heeft. En dat een startup als Faception iets biedt als ‘facial personality profiling’ en zich daarbij baseert op het gedachtegoed uit de 19e eeuw waarin de voorstanders van slavernij en nazisme ook hun heil zochten, is iets om je serieus zorgen over te maken.
Crawford heeft geen pasklare oplossing. Sterker nog, ze is flink bezorgd over de richting waarin het nu gaat. Mensen uitleggen hoe het werkt, een soort media-wijsheid, daar is het te laat voor. Ze ziet de kans in het feit dat totalitaire krachten ook een recatie oproepen, als een immuunreactie, een ’systemic resistance’.
Dat na Trumps immigratiedecreet veel mensen uit vrije wil naar de vliegvelden gingen, ziet ze als een positief effect. Ook alle onthullingen die door journalisten en researchers boven water komen, moet je koesteren.
Om dit te bevorderen is er nu het initiatief AI NOW, voor “researching the social impacts of artificial intelligence now to ensure a more equitable future”. Het is een onafhankelijke researchcommunity die kijkt naar hoe AI-studies plaatsvinden, hoe het raakt aan basale mensenrechten. En met een duidelijke focus voor de nabije toekomst. AI is een superkrachte tool die we ook kunnen inzetten om onze weerstand te verhogen.
Ray Kurzweil maakt zijn eigen toekomst
Door Jochem Koole
In 2005 werd het boek ‘The Singularity is Near’ van Ray Kurzweil gepubliceerd. Tijdens SXSW vertelt de futurist dat zijn boek, dat in 2009 werd verfilmd als de documentaire ‘Transcendent Man’, de makers van de televisieserie Black Mirror hebben geïnspireerd tot een aflevering waarin een vrouw haar overleden man terugkrijgt als bot.
Deze aflevering, met de titel ‘Be Right Back’, is weer de inspiratiebron voor Luka Inc. geweest om een Replika van een overleden jongen te maken, zoals ik gisteren beschreef. En zo is de cirkel rond en maakt Ray Kurzweil in 12 jaar tijd zijn eigen toekomst.
Dit is ook precies wat Kurzweil tijdens het tweegesprek met zijn dochter Amy vertelt. Door fictie en nonfictie te schrijven, geeft Kurzweil zichzelf de mogelijkheid technologieën te bedenken en te beschrijven die vandaag de dag nog niet bestaan.
Zijn nieuwste boek heet ‘Danielle’ en gaat over een meisje dat op haar 15e wordt gevraagd voorzitter van de volksrepubliek China te worden. In de roman worden 22 onderwerpen behandeld, waaronder de relatie tussen identiteit en geschiedenis. Kun je daadwerkelijk iemand anders zijn in een virtuele wereld en een identiteit hebben zonder geschiedenis?
Volgens Kurzweil is het mogelijk. Hij zegt dat er nu al mensen zijn die (deels) opgroeien in een virtuele wereld. Zij zullen meer flexibel zijn over hun eigen culturele identiteit. Als we willen ontdekken wat dit precies betekent, zullen we het boek moeten kopen dat volgens Kurzweil een gids is voor superheldinnen, want iedereen die ideeën durft uit te proberen, kan een superheldin zijn.
Overigens zal het niet geheel toevallig zijn dat Kurzweil momenteel samen met Google een chatbot met de naam Danielle ontwikkelt…
Nemen robots de wereld over?
Door Martijn Verver
Voorlopig nemen robots de werld nog niet over. En waarschijnlijk nooit niet. Hier in Austin is het merendeel van de mensen ervan overtuigd dat technologie ons leven kan verbeteren en ons helpt creatiever te zijn. Technologie wordt zelf ook steeds creatiever en de methode daarvoor is al zo oud als de leer van de rethorica: om beter te leren redeneren, moet je eerst je inspiratoren kopiëren, dan imiteren, en dan na lang oefenen kun je je grote voorbeelden overtroeven. Zo worden robots ook ‘opgeleid’.
De vrees dat de robots zelfs de creatieve beroepen gaan overnemen, is overigens ook al van alle tijden. In 1959 bouwde Jean Timguely al machines die zelfstandig expressionistische kunst maakten. De hele kunstwereld liep destijds te hoop. Ray Kurzweil speelde in 1965 een pianostuk, dat zijn zelfontwikkelde software eigenhandig had gecomponeerd. Toch komt een kleine 100 procent van de kunst nog uit mensenhanden.
Natuurlijk: ook hier staat robot Watson muziek te componeren, zie je voorbeelden van Van Gogh-imitaties die door Aaron, de cybernetic artist, zijn gemaakt en voeren robots gesprekken met elkaar en met echte mensen. Toch zie je voornamelijk dat technologie creativiteit in de mens losmaakt. Van interactieve spijkerbroeken tot waanzinnige virtual reality-applicaties, technologie opent nieuwe mogelijkheden.
Maar dan met name voor onszelf. Zo zei Kurzweil dat image recognition weliswaar verder is ontwikkeld dan we een paar jaar geleden dachten, maar striptekeningen, waarin een cartoonist – zoals zijn dochter Amy – emoties kan weergeven, zijn met nog geen mogelijkheid te indexeren door computers. Dat duurt nog zeker tot 2029.
Kortom: wij mensen blijven ertoe doen en blijven ervoor zorgen dat er elk jaar weer nieuwe creatieve innovaties te zien zijn op SXSW.
The rise of the chatbot
Door Michiel Buitelaar
Een dag met weinig ‘interactive’ voor mij, omdat ik een beetje moest werken – een hinderlijke onderbreking van een verder aangename dag – en twee films heb bezocht.
De eerste sessie die ik bijwoonde was ‘Facebook Messenger and the rise of the chatbot’, de tweede was ‘Augmented intelligence: the next-gen AI’. Ik denk dat beide gingen over belangrijke ontwikkelingen die op termijn enorme impact zullen hebben. En dat beide op de korte termijn ondergedompeld raken in een bad van halve definities, hoopvol gebabbel, conceptuele beloften en irrealistische verwachtingen.
Het zijn nieuwe of hernieuwde Keizers, met kleren aan, maar selectief schaarsgekleed. Aldus mijn irritatie. Maar zijn die dingen buitengewoon belangrijk? Ja, dat denk ik wel.
Kort over die tweede sessie (AI), daarna iets meer over de eerste (bots). Ik begin kribbig te worden over ‘AI’ als label. We hebben hier dingen voorbij zien komen als ‘AI en fascisme’ (zie hierboven), ‘AI en voedsel’ (zie gisteren) en andere gezochte combinaties. Sommigen plakken ‘AI’ ergens op om mee te doen. Zoals dat eerder ook wel gebeurde met ‘wearables’ of ‘crossmedia’.
Maar in tegenstelling tot die twee lege hulzen, is AI – of mag ik zeggen: hele hele slimme software? – wel reëel en gebeurt het ook echt nu. Ik ben wellicht wat overvoerd en heb behoefte aan the proof of the pudding, of aan geen woorden maar daden.
Mijn zorg wordt vergergerd door de populariteit van Armageddon-achtige profetieën, waarvan ik de onderbouwing vaak dunnetjes vindt, ook al komen die schetsen soms van mensen wiens schoenen ik niet mag poetsen: Gates, Hawking, Musk, etcetera. Nachtmerries doen het goed – kijk maar naar actuele politieke bewegingen.
Dat zie je trouwens ook in films. Ik ben de verwijzingen naar Terminator, Ex Machina, 2001 – A Space Odyssey en dergelijke wel zat. Laten we het hebben over concrete, reallife oplossingen door slimme software. Die zijn er en die zullen ras toenemen, vermoed ik. Armageddon komt vast wel, ooit, maar voorlopig niet. En als ‘ie komt, is dat eerder door de stupiditeit van mensen dan door rogue robots….
Zoals ik gisteren al zei: ik maak me ook geen zorgen over de overbevolking van de planeet Mars (deze heb ik niet zelf verzonnen).
Dan die eerste sessie, over chatbots. Of beter: conversationele user interfaces. Daarvoor geldt ook dat deze en gene er wat handig mee te koop loopt. Beware of marketeers bringing nicely worded gifts, zou ik zeggen. Zijn die conversationele middelen krachtig, belangrijk en een groeiend fenomeen? Ja, daar ben ik zeker van. Is het al duidelijk onder welke voorwaarden en hoe precies ze werke? Nee. Werken ze voor van alles? Nee, vermoed ik.
Full disclosure: ik ben commissaris bij CX Company, die ook in dit bot-veld opereren. Wat ik hier schrijf is 100 procent voor eigen rekening en vrij van enige commercie.)
De sessie hierover was inzichtelijk, maar te complex om hier samen te vatten. Het ging over tekstuele conversaties op Facebook Messenger. De vier mensen die spraken, waarvan één van Facebook, waren genuanceerd, verstandig en inhoudelijk. Overwegend ook eerlijk.
De sessie focuste op tekst-interfaces, het ging niet over voice. Ik begrijp dat niet zo goed, het lijkt er bijvoorbeeld op dat Alexa hard groeit. Voor sommige toepassingen lijkt echte spraak mij heel relevant en voor sommige juist helemaal niet. Ook dat is iets dat zich nog moet uitkristalliseren.
Dat was voor mij een belangrijke, generieke take-away: er valt heel veel te ontdekken, wat nu mogelijk is omdat de toolkits serieus goed zijn. Al die experimenten zullen verduidelijken wat werkt en wat niet. Experimenten met goede tools, door verstandige, deskundige mensen – niet: vogels die met buzzwords jongleren.
Gewoon hard werken dus. ‘A lot of bots actually suck’, zei het panel nuchter. Is het de moeite waard voor organisaties om er nuchter mee aan de slag te gaan? Ik denk het wel.
De discussie on the side ging onder andere over de mate van structuur in conversationale interfaces: in hoeverre moet je nou ‘echt’ op natuurlijke taal sturen versus enige pre-structuur. Een ander topic betrof betalingen in of via chatbots. Er gebeurt al een en ander op dit vlak en er gaat nog veel meer gebeuren.
Het ging ook over “underpromise and overdeliver“, namelijk over hoe je mensen gewend kan laten raken aan deze vorm van interactie, want menigeen zal het niet 1-2-3 als natuurlijk ervaren. Je moet mensen dus verleiden en hun vertrouwen winnen.
Tot slot dit citaat over app versus bots:
Using an app is like a marriage, whereas having a conversation is like dating.
Je zit niet vast aan een bot. Je kunt makkelijk switchen. Een thread is maar een thread. Zoiets. Je gaat niet voor alles een specifieke app installeren, zoals we weten. Vele verschillende conversaties in parallel, dat lijkt waarschijnlijker.
Een persoonlijke noot over conversaties: ik heb net enkele jaren doorgebracht in landen waar de toegang tot internet grotendeels via Facebook (inclusief WhatsApp) verloopt, zoals Indonesië en Nigeria. De rol van de browser en van apps is daar geringer dan hier, veel geringer zelfs. Dat maakt daar de relevantie van conversaties groter. Dat is een open deur wellicht, maar het Westeuropese model van het internet geldt maar in beperkte mate.
Nog één kanttekening: de analyse en het begrip van taal, dat is een stokoud en diep probleem. Daar vinden enorme vorderingen plaats, maar het is onzin om te veronderstellen dat Jan en alleman een natuurlijke-taalomgeving kan customisen, laat staan maken. Ook daarover werd gesproken. Dat gaat nog onderschat worden en dus tot teleurstellende ervaringen leiden, vrees ik.
Ik denk dat daar enorme complexiteit zit, die maar ten dele is opgelost door alleen echte deskundigen. Maar, experimenteren kan dus nu al.
Designing for the internet of things
Iskander Smit
Zondag was een dag met tegenstellingen. Ik had een prima workshop in het New Dutch Wave-huis waarmee de dag redelijk gevuld was, inclusief voorbereidingen, en er dus geen tijd voor sessies overbleef. En er was het officiële openingsfeest, waar bleek dat Nederlanders prima een feestje kunnen bouwen.
Helaas miste ik op de terugweg met de fiets een rand op een donker paadje. Gevolg; mijn eerste bezoek aan een Amerikaans ziekenhuis, stuk of 10 hechtingen en een dag rust op maandag.
Maar laat ik toch een impressie tikken over het ene panel dat ik zondag nog bij kon wonen.
Het ging over designing for the internet of things, met vier panelleden. Tom Coates, tegenwoordig van Thington, was er een van. Hij is een van mijn inspiratoren, schrijft erg goede beschouwingen over de relatie tussen de servicelaag en het product binnen het internet of things. Precies waar mijn workshop eerder op de dag ook over ging.
En verder zat Ljuba Miljkovic van Automatic in het panel. Hij was de moderator en vertelde weinig over zijn product, maar deed wel mee met de discussie. Het derde panelllid, Malia Eugenio, is van Whistle, een connected band voor je huisdier en de laatste was Ethan Winchell van Ringly, de connected ring die al een tijdje meegaat onderhand.
Het panel was kende goede gesprekken met mensen die er plezier in hadden en die met passie over het onderwerp praatten. Er werden op zich niet heel veel thema’s aangestipt, dat is dan wel weer de makke natuurlijk.
Het ging vooral over waarde van IoT-producten, het zoeken naar de juiste balans tussen waarde en prijs. In het verleden waren IoT-producten altijd duur en daardoor meer een gadget dan een logisch bruikbaar product. Om dat te verantwoorden, worden er vele eigenschappen aan toegedicht die zeker niet allemaal waar te maken zijn. En dat is niet goed voor het aanzien van het connected product.
Het verandert echter wel. Tom Coates gaf een mooi voorbeeld over de connected fridge, een schrikbeeld van de IoT-ontwerpers omdat het altijd een voornamleijk technologische push is geweest. De laatste iteraties plakten er een scherm op waarmee je dan je tweets kunt gaan lezen op je koelkast, heel nuttig. Nu wordt de technologie van sensors echter zo goedkoop, dat het niet meer uitmaakt om ze aan te brengen. Zo ontstaan nieuwe mogelijkheden waarmee ontwikkelaars van diensten aan de slag kunnen.
Malia vertelde daarbij hoe je open moet staan voor de lering van het gebruik. Als heel concreet voorbeeld dachten ze dat hun connected honden/poezenband toch vooral gebruikt werd als garantie op het terugvinden van verloren huisdieren. Maar het blijkt een belangrijke andere functie te hebben: de verbondenheid tussen huisdier en baasje. Baasjes vinden het prettig ook te weten wat het dier doet als ze niet thuis zijn en op die manier altijd bij zich te hebben. En anderen gaan samen joggen, waarbij de Fitbit-gegevens naast de Whistle-gegevens worden gehouden.
Verder werd nog stilgestaan bij de essentiële verschillen tussen producten en IoT-producten. Dat is toch de service. Je hebt bij een product een aankoopmoment en dan is de verantwoordelijkheid voorbij als aanbieder. Bij een IoT-product begint het dan pas echt.
Ook de interoperaliteit kwam nog langs. De uitwisseling tussen verschillende IoT-producten zit toch vooral ook in de verbindende diensten. Daar is nog veel in te doen, zeker als meer en meer producten ‘sluipend’ connected worden.