Hoe je volgend jaar een Grand Prix Content Marketing award wint
Het is elk jaar weer een daverend feestje, ter ere van een mooi vakgebied: de Grand Prix Content Marketing. Ook dit jaar werden er 35 awards en bekroningen uitgereikt. Maar hoe win je een award in de categorie B2C of campagne, een bekroning op het gebied van social media of inzet PR?
Aan de uitreiking gaat wel veel werk vooraf. Door de inzenders, de organisatoren van BBP, en door de juryleden die alle cases beoordelen. Na drie jaar voorzitter te zijn geweest van deze jury, samen met partner in crime Bram Koster, weet ik dat er geen formule is die winst garandeert. Maar er zijn wel van die eigenschappen waar (bijna) alle winnende inzendingen aan voldoen.
Dus, wil je volgende week met een award of bekroning naar huis? Let dan hierop.
Niks mag ontbreken: strategie, creativiteit, resultaat
Je hebt verschillende soorten juryleden. Zij die vragen: “Wat was eigenlijk het doel van deze campagne?” Of, als dat doel wel duidelijk is geformuleerd: “Waarom is juist gekozen voor deze aanpak? Hoe past die bij de doelgroep en de doelstelling? Dat zijn de juryleden die zweren bij een waterdichte strategie. Als niet duidelijk is wat je wil bereiken, dan is het fundament van je contentstrategie al broos. Hoe kun je dan beoordelen of de resultaten goed zijn?
Dan zijn er de juryleden die vooral letten op de creativiteit, het onderscheidende vermogen van een inzending. Als het niet goed bedacht is, dan ben je eigenlijk al af.
Tenslotte is er de categorie die geobsedeerd is door resultaten. En dan gaat het niet alleen om het bereik en het engagement, maar ook: hoe verhouden deze resultaten zich tot de vooraf gestelde doelen? En zien we de resultaten ook terug in de verkoop, het aantal sollicitanten, de merkperceptie?
Het is de content, stupid
Bij een presidentverkiezing willen we de presidentskandidaten zien. Het Eurovisie Songfestival draait om liedjes, die willen we dus horen. Als we de beste content van Nederland kiezen, wat willen we dan zien?
Juist ja, de daadwerkelijke content, stupid!
Dat klinkt misschien als een open deur, maar neem linkjes naar de mooiste content op in je inzending. Want juryleden willen de social media posts, video’s en artikelen die ze beoordelen daadwerkelijk tot zich nemen. Als je dat niet doet, en het komt vaker voor dan je zou denken, dan sta je met 1-0 achter.
Vermijd bullshit
Ook mensen die al jaren meegaan in het content marketing-vak houden van simpele taal. Vermijd dus bullshit-jargon. Schrijf zoals je praat. Dus: “Jongeren kennen ons merk niet meer.” En niet: “Onze actieve en geholpen brand awareness onder het Gen Z-segment blijft achter bij de benchmark.”
Anticipeer op de vraag: ‘Is dit wel content?’
De meest gestelde vraag tijdens juryoverleggen: ‘Is dit wel content?’ En dat is niet zo vreemd. Want: er is geen onomstreden definitie van wat content is. Wel is er een soort consensus dat in content het verhaal centraal staat. Dus niet direct een product of vacature willen verkopen, maar storytelling inzetten om een publiek te raken en bereiken.
Nog een reden waarom bovenstaande vraag logisch is: pure content-campagnes bestaan nauwelijks meer. En maar goed, ook. Content is vaak een onderdeel van een geïntegreerde campagne waarin ook advertising, events, influencers, en media een rol spelen. Alleen maar prima! Maar focus in je inzending wel op het verhaal, het stukje content dat de rest van je campagne die extra glans gaf.
Zet in op meerdere paarden
Eén campagne kan best meedoen met meerdere categorieën. Sterker nog: er worden behoorlijk wat kansen gemist door inzenders die vergeten vinkjes te zetten. Dit jaar waren er cases die waarschijnlijk hoge ogen hadden gegooid in de categorie video, maar die alleen waren ingezonden voor jongeren-awards. Bijna alle inzendingen hadden wel een social media-component, maar het daadwerkelijke aantal inzendingen voor die bekroning was beperkt.
Gemiste kansen!
Injecteer passie in je case
Er zijn van die genomineerden die bekennen dat ze heel wat uren in de avond en de weekends hebben gespendeerd aan een podcast. Of die een casevideo van tien minuten opnemen omdat ze maar niet uitgepraat raken over het onderwerp van hun campagne.
Geen jurylid is bestand tegen een inzending die met passie is samengesteld. Je kunt nog zo veel bloed, zweet en tranen in je content hebben gestopt: de jury wil die passie ook terugzien in de inzending. Pas dus op voor haast- of broddelwerk, maar ga eens goed zitten voor die omschrijving, case-video of pitchpresentatie. Laat hem niet door de stagiair maken, maar stop er zelf aandacht in.
Geloof me, dat loont.
Nogmaals, dit allemaal is geen garantie voor succes. Maar na het doornemen van honderden cases en het voorzitten van tientallen juryoverleggen kan ik wel vrij goed voorspellen welke inzendingen hogen ogen gaan gooien (en welke juist niet).
Doe er je voordeel mee, en we zien je graag in 2025!