FutureWatch: sporter of technologie, wie wint?

25 november 2019, 10:00

Sport wordt steeds meer gedomineerd door technologie. Dat brengt de vraag met zich mee: wie wint er? Is het de sporter dankzij zijn training en eigen prestaties, of dankzij ‘de technologie’? Het is een delicate mix.

In de nieuwe rubriek FutureWatch gaat Maurits Kreijveld in op de ontwikkelingen in de markt. Wat gaat er veranderen? Hoe ziet de toekomst eruit? De huisfuturoloog van Marketingfacts vertelt het je.

Merken associëren zich graag met topsport en met de winnaarsmentaliteit van sporters die keihard trainen en in een spannend spel tegen elkaar strijden. Dat spreekt ook consumenten zeer aan. Veel van de ontwikkelde technologie vindt later vaak zijn weg via sport en fitness naar de gewone consument. En als je favoriete sporter elke dag melk drinkt, in zijn vrije tijd dat speciale biertje en op dat ene paar sneakers loopt, dan wil je die toch ook? Zo verkopen merken ons een aantrekkelijk imago en hiermee misschien zelfs een beetje de belofte dat ook wij een beetje topsporter zijn.

“Veel van de ontwikkelde technologie vindt later zijn weg via sport en fitness naar de gewone consument”

Dit najaar liep de Kenyaan Eliud Kipchoge als eerste in de geschiedenis de marathon onder de twee uur (1:59:40), een tijd die tot voor kort voor onmogelijk werd gehouden. Het lukte hem dankzij ’technologie’. Zo rende hij op schoenen waarmee je 4 procent harder kunt lopen, aldus Nike. En dankzij onderzoek in de windtunnel van de TU Eindhoven werd de ideale formatie gevonden voor de ‘hazen’, het groepje atleten dat meeloopt. Door vlak voor Kipchoge in een V-formatie te lopen, net als ganzen in de lucht, hielden ze hem uit de wind en gaven ze hem een zo laag mogelijke luchtweerstand. Hoewel Kipchoge al bekend staat als een groot atleet, en als Kenyaan met van nature lange benen opgroeide in de hoogvlaktes en zo een gunstige stofwisseling voor marathons ontwikkelde, maakte zijn historische tijd een discussie los over de toelaatbaarheid van technologie in de sport.

Maar eigenlijk is die discussie al beslecht. Sporter en technologie zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.

Een beetje van mezelf en een beetje van…

Topsporters hebben altijd gezocht naar nieuwe ’technologie’, om net even wat beter te zijn dan de concurrenten. Dit kan zitten in nieuwe materialen. Zo werd bij het schaatsen ooit de klapschaats geïntroduceerd, de Nederlanders voorop, en later kwamen er schaatspakken met speciale strips en materialen die de luchtweerstand helpen verlagen. Nu zijn er pakken die zo strak zitten en stijf zijn dat schaatsers hun lichaam beter in de juiste houding (‘diep doorgezakt’) kunnen houden. Bij zwemmen is een tijd geëxperimenteerd met zwempakken die zorgden voor extra opwaartse druk, en daarmee snelheid.

Het kan ook zitten in de voeding en supplementen. Het is inmiddels heel normaal voor topsporters om een precies op maat afgestemd dieet te volgen. Zo nemen wielrenners eigen koks mee tijdens de grote wielerrondes; een sport waarbij de grens tussen doping en stimulering flinterdun is, en het optimaliseren van bloedwaarden bijna een sport in zichzelf. Dit gaat voor veel meer sporten gelden.

“Topsporters hebben altijd gezocht naar nieuwe technologie, om net even wat beter te zijn”

Bij het trainen wordt eveneens niets meer aan het toeval overgelaten. Elke beweging wordt tot in details met camera’s en sensoren geanalyseerd en op basis daarvan verbeterd. Zo trainde onze shorttracker Sjinkie Knegt vorig jaar met een speciaal pak dat exact de houding van het lichaam meet en de hoogte ten opzichte van het ijs, een maat voor de snelheid. Via een smartphone kon de trainer signalen teruggeven als de houding niet meer goed was: het pak ging dan trillen. De Nederlandse zwemmers wisten hun slagen nog effectiever te maken na een analyse van de wervelingen met speciale camera’s onder water. Meervoudig Olympisch kampioene zwemster Ranomi Kromowidjojo (en haar team) wist haar slag hiermee nog verder te verbeteren. Niets wordt meer aan het toeval overgelaten.

De grenzen opzoeken

Winnaars zijn die sporters die een groot talent combineren met keihard trainen én de grenzen opzoekt met de nieuwste en meest geavanceerde ‘technologie’. Je zou het een klein beetje ‘valsspelen’ kunnen noemen.

Maar hoe die mix van sporter en technologie er precies uitziet, is steeds lastiger te zeggen. Elke sport gaat weer anders om met de nieuwe dilemma’s. Bij het hardlopen worden slechts beperkt nieuwe schoenen toegelaten. De Zuid-Afrikaanse hardloopster Caster Semenya zorgde voor een discussie over het testosterongehalte van vrouwen, omdat gebleken is dat dit een fysiek voordeel oplevert. Zij mag alleen nog deelnemen aan wedstrijden als ze medicijnen slikt om haar testosterongehalte te verlagen. Maar wat is dan een ‘nog acceptabele’ waarde?

Genen, bepalend voor onder andere de lichaamsbouw en hormoonspiegels, bepaalden altijd al wie talent had voor een sport, maar nu zijn de effecten steeds meer meetbaar geworden en steeds meer ‘maakbaar’. Denk aan de Nobelprijswinnende nanotechnologie waarmee nanobots kunnen worden gemaakt die stoffen transporteren in het lichaam, mogelijk buiten de hormoonspiegels, en dus de detectielaboratoria, om. De kans is dus groot dat sporters steeds meer hun bloedwaarden gaan optimaliseren binnen de grenzen die de spelleiders stellen.

“Omdat alles zo meetbaar is geworden en daarmee deels ook maakbaar, is de vraag: wat is nog sportief?”

Omdat in bepaalde sporten de verschillen tussen de nummers 1 en 2 zo klein zijn geworden, slechts honderden van seconden of een neuslengte, telt elk voordeeltje. En omdat alles zo meetbaar is geworden en daarmee voor een deel ook maakbaar, is de vraag: wat is nog sportief?

Is dat als alle sporters beschikken over dezelfde technologie? Maar dan zijn de genetische afwijkingen en het trainingsschema bepalend. Mogen zij dan hun bloedwaarden kunstmatig aanpassen (tot het grensniveau) om te compenseren voor een van nature lagere testosteronspiegel? Net zoals het slapen op grote hoogte om te ‘compenseren’ voor het leren omgaan met lagere zuurstofniveaus, zoals Kenianen dat van nature meekrijgen?

Het voelt als minder eerlijk wanneer een sporter wint of juist verliest door zijn spullen. Zo was het frustrerend dat Max Verstappen niet leek te kunnen winnen van het Mercedes-team toen hij nog met een Renault-motor reed, ondanks dat velen hem de beste coureur vinden (met de nieuwe Honda-motor wint hij wel).

Sport en technologie: een twee-eenheid

Eigenlijk is de enige conclusie dat sporter en technologie onlosmakelijk met elkaar verweven zijn, net zoals dat in algemene zin ook voor de mens geldt. Steeds meer onderdelen van de mens zijn meetbaar en maakbaar geworden.

De grenzen zullen steeds worden opgezocht, ook door topsporters die zelfs met een beetje ‘valsspelen’ willen winnen, maar aan het einde willen kunnen zeggen dat ze het aan zichzelf te danken hebben en niet aan de technologie. Sporters willen winnen, koste wat het kost, maar liever niet alleen dankzij de technologie die ze gebruiken. Er moet ook nog iets inzitten van de mens, de persoon zelf: de bereidheid om meer te willen trainen (dan de ander) en net dat beetje extra talent of aanleg te hebben. En iets meer dan ’toeval’ alleen. Toch is in die mix geen onderscheid meer te maken tussen wat van de sporter zelf komt en wat van de technologie.

Verandering van het spel

Daarom zal de sport zelf ook voortdurend mee evolueren: de spelregels of spelomstandigheden worden net iets aangepast op de ontwikkelingen in de technologie om te zorgen dat het spel spannend en uitdagend blijft. De Tour de France paste de koers aan toen bleek dat tijdrijders te dominant werden en er te veel gecalculeerd kon worden: met meer klimmen en afwisseling werd geprobeerd de spanning weer te vergroten. Bij andere sporten is men gaan werken met zwaardere ballen of stuggere ondergronden. Er zijn overal mogelijkheden.

“Er zijn overal mogelijkheden”

Als toeschouwers willen we zwoegende sporters zien die tot het uiterste moeten gaan en vervolgens in de laatste seconde dat ene kleine millimetertje verschil maken, wat we pas in de derde slowmotion kunnen ontwaren. Sporters trainen en strijden met de wil te winnen, met alles wat daarvoor nodig is: technologie, doorzettingsvermogen en soms met bijgeloof. Een ding is zeker: er zullen nog vele records sneuvelen en sport zal spannend blijven.

Maurits Kreijveld
futuroloog en strategisch adviseur bij Wisdomofthecrowd.nl

Maurits Kreijveld is futuroloog en strategisch adviseur. Hij onderzoekt en verbeeldt de impact van nieuwe technologieën op organisaties, individuen en de samenleving, en adviseert hierover. Hij is gespecialiseerd in digitale transformatie (platformeconomie, deeleconomie) en innovatie cocreatie. Met zijn boek ‘De plug&play;-organisatie. Handboek voor digitaal transformeren' en bijbehorende workshops en masterclasses helpt hij organisaties digitaal aanpassingsvermogen en wendbaarheid te krijgen. Eerder schreef Maurits 'De kracht van platformen' het eerste Nederlandse boek over de platformeconomie, en ‘Samen slimmer. Hoe de wisdom of crowds onze samenleving zal veranderen’ met toekomstbeelden over de zorg, innovatie en smart cities.

Categorie
Tags

Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!