Alweer een paar dagen na afloop van Eday en op veel weblogs is ondertussen wel geschreven over de presentaties (mooi overzicht op frankwatching), de meeste video’s staan online (en die van Google, na eigen verzoek, ook alweer offline…?) en ook de presentaties zelf zijn door de organisatie ondertussen gedeeld op slideshare (waarvoor hulde!).
Nadat ik vanaf het congres live blogde over de keynote van Google en de presentatie van Mozilla en na afloop schreef over de presentatie van Biz Stone over Twitter had ik nog aantekeningen ter uitwerking klaarstaan over de presentaties van Lawrence Coburn, Mark Fletcher en Tara Hunt. Die laatste 2 werk ik niet meer uit. De presentatie van Mark Fletcher (oprichter bloglines) vond ik wat tegenvallen, een soort “startup voor dummys”. Leuk en helder, maar de video en de slides staan online en daar valt niets aan toe te voegen. De keynote van Tara Hunt zat gelikt in elkaar: hier de video en de slides. Al veel online over geschreven, onder andere door Marco Derksen zelf, en daar heb ik weinig aan toe te voegen. Ga de video bekijken! Leukste voor mijzelf was het diner na afloop met Tara Hunt en de oud hollandsche wijsheden die de tafelgenoten op haar hebben kunnen overbrengen (en die overigens nog steeds gelden!). Blijft over: Lawrence Coburn. Deze presentatie kom ik veels te weinig online tegen…
... en als er ergens over deze presentatie wordt geschreven (helaas geen video), dan wordt het punt aangehaald dat nog bijna niemand actief widgets gebruikt en dat dat ook niet erg is omdat dit pas net 2 jaar bestaat. De achterliggende gedachte die bij mij echter is blijven hangen zie ik nergens terug: per heden is het bij ontwikkelingen van web applicaties niet lager het uitgangspunt geldig dat je ontwerpt voor Intern Explorer of Firefox (of een andere browser), maar dat je ontwerpt voor integratie in grote internetstartpunten als Facebook, Myspace, Igoogle en Netvibes. Lokaties waar de gebruiker bepaald wat hij in zijn “internetcockpit” wil zien. Hoewel jouw applet ter integratie, ook wel widget genoemd, er in elke browser natuurlijk goed moet uitzien, is er nu de belangrijke fundamentele wijziging dat jouw specificaties worden bepaald door de omgevingen van de genoemde internetstartpunten. Zijn zijn de OS’en (Operating Systems) van het web geworden. In mijn artikel over Twitter, waar het belang van een API wordt besproken, wordt genoemd dat traffic buiten de eigen virtuele lokatie van Twitter (api traffic) 20 maal hoger is als de gehele traffic van de eigen website. Het hebben van een api is dan ook stap 1 naar succes, maar het voor de “normale gebruiker” reeds omzetten van de informatie, die via de api van / over / ter promotie van jouw webdienst verkrijgbaar is, naar kant en klaar te integreren widgets op de persoonlijke pagina van de gebruiker op 1 van de genoemde platformen, is een nog veel grotere stap naar succes van jouw webdienst.
In zijn presentatie ging Lawrence Coburn (die in een te warme zaal moest presenteren), auteur van weblog Sexy Widget en eigenaar van RateItAll, dieper in op het verhaal over widgets. Het is een betrekkelijk nieuwe fenomeen. De eerste widget kwam volgens Lawrence live op myspace in november 2005 en de grote bekendheid vlak daarna toen youtube in december 2005 het mogelijkmaakte om zijn video’s te embedden op jouw webpagina. Ik betwist dit wel enigszins. Zover ik mij goed herinner kon ik in 1998/1999 al op mijn persoonlijke homepage een java applet opnemen van nu.nl waarop de nieuws headlines roteerden. Ook dat lijkt me een widget… De echte populariteitsvlucht is natuurlijk gekomen met Google gadgets op de Igoogle pagina en de opkomst van startportalen als Netvibes. Zij draaien nagenoeg volledig op het bestaan van widgets. Eén van de belangrijkste redenen om mee te gaan in deze beweging is volgens Lawrence dat er nog telkens meer en meer websites bijkomen, maar dat de grote bulk traffic steeds meer en meer gecentreerd is bij een kleiner wordende club van grote webplatformen (soort longtail met erg groot hoofd). “Get your service where the users are”, wordt belangrijker en belangrijker.
Er worden in de presentatie 5 mooie basisregels geven voor het publiceren van een succesvol widget:
- zorg dat er een meerwaarde is voor de platform eigenaar om jouw widget te ontsluiten
- zorg dat de widget aan te passen is in stijl en uiterlijk (als het kwa stijl niet past, dan plaatst men het niet)
- branding: zorg dat je naam ergens zichtbaar is (was youtube zo groot geworden als dat logo niet zichtbaar was geweest?
- zorg dat je widget past binnen de formaten van het platform waar de eindgebruiker de widget wil plaatsen
- zorg dat iedereen eenvoudig de widget kan oppakken en zelf gebruiken (wow, nice feature, i want that 2: distributieondersteuning!)
Naast een mooi overzicht met “what’s in it for who?”, worden er een flink aantal widget resource genoemd die ik je niet wil onthouden. Als naslagwerk de volgende blogs: sexywidget.com, widgify.com, blog.snipperoo.com, stickiwidgets.com en widgetslab.com. Ook is er een snel opkomende business rond widgets aan het ontstaan. Allen gericht op distributie, maar ook vormen op geld te verdienen met widgets en het weergeven van statistieken: Gigya, Clearspring (analytics), Widgetbox (analytics), Snipperoo (monetization), Musestorm (analytics) en, net gelanceerd, Social Media (monetization & widget linkexchange).