De iPhone mag dan worden aanbeden door consumenten, maar het succes van Apple betekent voor de grootste mobiele operators in de VS wel, dat vanwege het succes van de iPhone een groot deel van de winst van deze operators wordt afgeknepen. Wereldwijd worden iPhones (en dus ook andere mobiele telefoons en tablets) met kortingen tot 100% verkocht door aanbieders van mobiele telefoondiensten. Die subsidiëring van mobiele apparaten hakt zwaar in op de winst van deze operators.
Gedurende 2009 – 2010 realiseerde een van Amerika’s grootste telecom aanbieders, Verizon, ieder kwartaal gemiddeld een EBITDA service marge van 46,4%. Maar nadat ze in februari 2011 voor het eerst de verkoop van abonnementen koppelde aan de verkoop van iPhones, is dat percentage fors gedaald. Het afgelopen kwartaal waarin Verizon 4,2 miljoen iPhones aan de man bracht, leidde er zelfs toe dat de marge verder daalde tot 42,2%. Het negatieve effect op de bedrijfswinst is zelfs nog aanzienlijker voor twee andere grote mobiele aanbieders, AT&T (van 37,6 naar 28,7%) en Sprint (van 16 naar 9,5%).
Volgens Mike McCormack van Nomura Securities is het evident om te concluderen, dat de introductie van de iPhone slecht nieuws is voor mobiele aanbieders. Apple heeft overduidelijk een goede deal afgesloten, die leidt tot verminderde inkomsten voor de operators. Vanwege het door operators gehanteerde subsidiemodel heeft het “aanprijzen” van alle Smart Phones door diezelfde operators in eerste instantie een negatief effect op het bedrijfsresultaat. Gedurende de looptijd van het abonnement (gebruikelijk 2 jaar) moet dat initiële verlies worden goedgemaakt. De subsidiëring van de iPhone (ruwweg USD 450 per apparaat) is echter de hoogste in de industrie. Sprint maakte onlangs bekend dat zij zich voor de komende 4 jaar, voor USD 15 miljard heeft gecommitteerd aan Apple en dat het bedrijf verwacht om eerst vanaf 2015 aan deze transactie geld te verdienen.
De financiële cijfers van de meeste operators zijn het afgelopen kwartaal aanzienlijk verder verslechterd, hetgeen deels is toe te schrijven aan de immense uitrol van Apple’s iPhone 4S. Ondanks het negatieve effect op het bedrijfsresultaat blijven telecom bedrijven doorgaan met de wederverkoop van de iPhone, omdat deze veelal als voornaamste argument geldt voor de verkoop van abonnementen. Sprint verloor tot oktober vorig jaar veel klanten omdat het bedrijf de iPhone niet in haar assortiment had opgenomen. Het lijkt zo goed als onmogelijk voor mobiele aanbieders om Apple te dwingen haar operator-wholesale prijzen terug te brengen, hetgeen ertoe leidt dat diezelfde aanbieders gedwongen zullen zijn om hun abonnementstarieven te verhogen, waarvan de eerste tekenen al zichtbaar zijn
Apple is niet de enige factor waardoor operators iets moeten doen aan hun prijzen, want de populariteit van smartphones en tablets lijkt niet te stoppen. Al deze producten zijn vanwege de meegeleverde applicaties per definitie mega gebruikers van data, wat betekent dat mobiele aanbieders genoodzaakt zijn om hun respectievelijke infrastructuur grootschalig te verbeteren. En dat kost geld, heel veel geld, dat steeds moeilijker over de rug van de consument lijkt te kunnen worden binnengehaald.
Nu de meeste aanbieders zich hebben gericht op het aanbieden van 3- en 4-play diensten betekent het dat niet alleen telecom aanbieders met bovenstaand probleem te maken hebben en dat ook kabelaanbieders het effect van de populariteit van smart devices zullen gaan voelen. Wie weet gebeurt hetzelfde ook met TV diensten als de nieuwe versie van Apple TV ook tot een grote vraag bij consumenten leidt of misschien gaat Samsung met zijn Connected TV’s in de nabije toekomst voor eenzelfde effect zorgen?