Victor van Tol (Snappcar): “Ik heb me vergist in de complexiteit van het model”

22 januari 2018, 14:00

Victor van Tol, oprichter en ceo van Snappcar, is duidelijk: als hij zes jaar geleden geweten had wat hij nu wist over ‘autodelen’ dan was hij er waarschijnlijk nooit aan begonnen. Niet dat het niet goed gaat. Het bedrijf is met voorsprong de nummer één van Nederland en in Europa staat Snappcar op de tweede plaats. Nederland alleen al telt een half miljoen gebruikers en 50.000 deelauto’s. Het bedrijf zou hier winstgevend kunnen zijn, maar er moet dankzij uitbreiding in het buitenland elke maand nog een paar ton bij.

“Ik had gedacht dat het veel sneller zou gaan qua groei, dus ik heb mij vergist in de complexiteit van het model. Vraag en aanbod lokaal bij elkaar brengen is best lastig, omdat je eigenaren van auto’s mee moet nemen. Het is één van de lastigste businessmodellen die je kunt bedenken. Ik had ook gedacht dat we veel eerder break-even zouden zijn, maar dat duurt nog wel even. Het is mij ook tegengevallen hoe lastig het is om in het buitenland uit te rollen: acquisitie, opschalen, het juiste team neerzetten. Rekening houden met het feit dat we één platform zijn, maar ook rekening houden met verschillen in cultuur en belasting en dergelijken. Dus het is echt een lastige business.”

Wij willen ook geen bezit, we doen dit omdat we geloven dat we slimmer met auto’s om kunnen gaan, dus ik wil dan ook geen auto’s kopen.

Snappcar werd in oktober 2011 gelanceerd. Veel auto’s staan de hele dag niks te doen en steden zouden erop vooruit gaan wanneer er minder autobezit zou zijn. Het leek dus een gouden idee; autobezitters verhuren hun auto aan mensen zonder auto. Snappcar zorgt voor alle rompslomp: het regelen van de betalingen en de verzekeringen. “Wij zijn puur het platform. Wij willen ook geen bezit, we doen dit omdat we geloven dat we slimmer met auto’s om kunnen gaan, dus ik wil dan ook geen auto’s kopen. Ik geloof dat er genoeg auto’s zijn die we kunnen delen.”

Het model werkt het beste in grootstedelijke gebieden. “Het gaat om gebieden waar voldoende auto’s zijn, maar niet te veel en waar mensen wonen die uit een bepaald hout gesneden zijn, die ook daadwerkelijk auto’s willen delen of willen huren. Er moet goed openbaar vervoer zijn, maar niet te goed.(…) Mensen moeten ook bij elkaar in de buurt wonen want je gaat niet 10 kilometer fietsen om een auto te halen. Je moet een bepaalde mate van auto onvriendelijkheid hebben waardoor sommige mensen geen auto hebben, maar een paar nog wel. Zo hebben we een ranking gemaakt van grootstedelijke gebieden in Europa: een top 20 en een top 10. In die top 10 zitten we nu, omdat we de afgelopen zomer naar Duitsland zijn gegaan. Daar heb je zes van dit soort gebieden. Dat helpt natuurlijk en het is ook wel handig dat het allemaal in één taal is.”

“Het ligt voor de hand dat er een consolidatieslag gaat plaatsvinden over de komende tien jaar met andere peer-to-peerclubs.”

Eén van de moeilijkste problemen waar Snappcar mee te maken heeft, is een tekort aan huurauto’s. Mensen vinden het eng om hun auto te verhuren. Om dat te ondervangen is in Amsterdam een leaseconstructie gelanceerd. “Er rijden nu in samenwerking met een leasemaatschappij een paar honderd zuinige auto’s rond, waarbij je voor 99 euro per maand in een gloednieuwe Fiat 500 rijdt, mits je dat ding minimaal twee keer per maand deelt. Dus we hebben auto’s in de markt gezet die schoon zijn en actief worden gedeeld en daarmee lossen we een deel van het aanbodprobleem in Amsterdam op. Want dat is wat wij willen: we willen tegen onze huurders kunnen zeggen dat ze in Amsterdam altijd een auto kunnen vinden. Straks ook in Utrecht en Rotterdam.”

De leaseconstructie is dus een hulpmiddel, maar zeker geen doel op zich. “Op het moment dat 80 procent van ons aanbod professionele verhuur zou zijn, kun je waarschijnlijk een hoop omzet en winst maken, maar dan brengen we niet die gedragsverandering tot stand die wij voor ogen hebben: minder autobezit.”

Van Tol wil trouw blijven aan de uitgangspunten, maar snapt ook dat wanneer de zelfrijdende auto zijn intrede doet alles weer gaat veranderen. “Dat wordt een grote game changer, want dan wordt delen een vanzelfsprekendheid.” Welke rol Snappcar dan zal krijgen is nog niet duidelijk, aldus Van Tol. “Gaan wij dan over tien jaar de bovenliggende partij zijn boven de Uber’s en de Blablacars die dat spel gaan domineren? Ik denk het in alle bescheidenheid niet. Dus het ligt eerder voor de hand dat er een consolidatieslag gaat plaatsvinden over de komende tien jaar met andere peer-to-peerclubs. Wat zal leiden tot een gecombineerd businessmodel en op een gegeven moment een exit. Daar ben ik nu niet mee bezig, want het is nog zo ver weg. Laten we eerst maar eens zorgen dat we ons model verder blijven verbeteren, een mooie community opbouwen en verder groeien in Europa. Dan gaan we zeker links of rechtsom een rol spelen in de consolidatieslag.”

Leonieke Daalder is politicoloog en journalist. Ze werkte voor onder meer Radio Noord Holland en de VPRO. Bij de laatste omroep was ze verantwoordelijk voor crossmediaal project 3VOOR12 dat onder haar leiding onder meer de Prix Europa, Gouden Pixel, Pop Pers Prijs en UPC Digital Award won. Ze is een van de oprichters van Fast Moving Targets. Ze schrijft, interviewt, onderzoekt, filmt, presenteert. leonieke.daalder@gmail.com

Categorie
Tags

2 Reacties

    Paul

    Het zou natuurlijk helpen wanneer ze potentiële huurders van betere informatie voorzien. Met de schat aan data kunnen ze natuurlijk simpel laten zien wat het verhuren kan opleveren in je eigen buurt. Kwestie van vraag en aanbod. Maar als je een standaard antwoord krijgt (we stimuleren het delen, dus niet kopen) op de vraag of het bij mij in de straat beter is een auto te kopen om te verhuren óf alleen te huren wanneer ik er een nodig heb helpt dat natuurlijk niet het aanbod te vergroten. Waarom zou je denken dat mensen hun huis wel willen verhuren maar de auto niet?


    22 januari 2018 om 17:18
    salim

    ik zeg je gewoon eerlijk. Dit idee lijkt mij praktisch onmogelijk als winstgevend bedrijf. Afgezien van het feit dat het praktisch onmogelijk is om massaal auto’s te delen binnen een straal van plm 5 km (aangezien diegene geen auto heeft) en dan loopt de verhuurder ook nog het risico dat zijn auto ondergepist wordt (is dit ook verzekerd?). De verzekeraar verdient evenveel als de marge die snappcar verdient. Het idee dat hierboven wordt geopperd om 500 auto’s te verdelen in Nederland lijkt mij eigenlijk een beter plan, afgezien van het feit dat dit eigenlijk al min of meer bestaat. Dan zou je het een stuk goedkoper kunnen maken en meer service aanbieden. Ik zou dan verhuur aan huis aanbieden en dat studenten dan de autos vanuit bepaalde centrale punten rijden naar mensen en dan met OV terug rijden. En dan de autos bij de centrale punten brengen waarna ze naar huis worden gereden. Als je dan electrische auto’s neemt doe je meer voor het milieu dan al die afgeragde bakken te verhuren.


    14 april 2018 om 18:14

Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!