De strijd tegen nepnieuws (4): is het middel erger dan de kwaal?

26 februari 2018, 07:00

Wie is verantwoordelijk voor de bestrijding van fake news?

De roep om nepnieuws te bestrijden klinkt steeds luider. Overheden in binnen- en buitenland willen nepnieuws aanpakken, Facebook en Google hebben maatregelen aangekondigd en diverse nieuwsmedia hebben factcheckers ingesteld. We bekeken eerder al wat nepnieuws is en hoe factcheckers en social media proberen dit fenomeen aan te pakken. In dit vierde en laatste deel maken we de balans op: hoe kan nepnieuws bestreden worden en wie is daarvoor verantwoordelijk?

Dit artikel is geschreven in samenwerking met Chris Aalberts.

Nepnieuws is niet te bestrijden

In het eerste deel van onze serie zagen we dat ‘nepnieuws’ gebruikt wordt als label om verschillende vormen van onjuiste berichtgeving aan te duiden, van feitelijke onwaarheden, bewuste leugens en propaganda tot bediscussieerbare feiten en verschillende interpretaties van eenzelfde gebeurtenis. Het is belangrijk om deze vormen uit elkaar te houden en precies aan te geven welke vorm van nepnieuws bestreden moet worden. Eigenlijk zouden alleen bewust verspreide aantoonbare onwaarheden onder deze noemer moeten vallen.

In het tweede deel zagen we hoe factcheckers een rol spelen bij het identificeren van onjuiste berichtgeving. Echter, deze checks komen achteraf, vaak met een behoorlijke vertraging en er is sprake van een willekeur of ‘bias’ in wat er wel en niet gecheckt wordt. Nog belangrijker is dat al dit handmatige werk de snelheid en het volume van de berichtgeving niet kan bijhouden. Het is onbegonnen werk om alles te controleren en lijkt meer op een achterhoedegevecht van media die ooit grote controle hadden op de productie en verspreiding van nieuws.

“Alles controleren is onbegonnen werk en lijkt meer op een achterhoedegevecht”

Het automatisch filteren van onjuiste berichten door gebruik te maken van factcheckers en kunstmatige intelligentie levert veel problemen op, zo zagen we in ons derde artikel. De algoritmes blijken niet goed om te kunnen gaan met nuances, polarisatie en satire. Kunstmatige intelligentie kan hooguit zeggen of het waarschijnlijk is dat een bericht onjuist is maar geen keiharde uitspraak doen. In veel gevallen is er bovendien onvoldoende informatie beschikbaar om een betrouwbare inschatting te maken.

Ook het bijhouden van databanken met onbetrouwbare bronnen, zoals de Europese Commissie doet, levert veel fouten op: nieuwsmedia en berichten worden ten onrechte als ‘fake’ aangemerkt.

Gevaar van censuur en moreel imperialisme

Het aanpakken van nepnieuws gaat mis wanneer er geprobeerd wordt om berichten op grote schaal uit te filteren. Dit filteren betekent feitelijk keiharde censuur: in plaats van onwaarheden in een open debat en discussie naar boven te laten komen, wordt dan van tevoren al informatie weggelaten: berichten worden verwijderd uit profielen, tijdlijnen en zoekresultaten.

De filters die daarbij gebruikt worden laten geen ruimte voor een open debat, voor nuance, voor verschil van inzichten en voor pluriformiteit. Het gevaar van censuur en moreel imperialisme dreigt, zeker als we zien hoe fanatiek Facebook en Amerikaanse politici kijken naar mogelijkheden voor filteren gebaseerd op Amerikaanse waarden over wat netjes is. Op dat moment wordt een grens overschreden waarbij veel verworvenheden van een vrije democratie verloren gaan. Het middel wordt dan erger dan de kwaal.

“Filteren staat haaks op een ontwikkeling waarbij burgers vrij informatie willen kunnen delen via social media”

Filteren staat haaks op een ontwikkeling waarbij burgers vrij informatie willen kunnen delen via sociale netwerken en waarbij nieuws steeds meer ‘live’ wordt gemaakt, terwijl het gebeurt. Hierbij wordt nieuws, ook door de gevestigde nieuwsmedia, steeds vaker achteraf en tijdens het verspreiden, gecheckt en kan de kijker, lezer of luisteraar meebeleven wat de uitkomst wordt.

Politici praten momenteel openlijk over filteren. Niet alleen in de Verenigde Staten, maar ook in Frankrijk, Engeland en Duitsland onderzoeken parlementen mogelijkheden om sociale platformen verantwoordelijk te maken voor de content die via hun netwerken wordt verspreid. Dit elders neerleggen van de verantwoordelijkheden lijkt vooral ingegeven door gemakzucht omdat de individuen en organisaties achter nepnieuws vaak ongrijpbaar zijn. Ook lijkt er sprake van aversie tegen de dominantie van Facebook, Google en Twitter.

Transparantie in berichtgeving

Er is dus geen ‘quick fix’ voor nepnieuws. Dat wil niet zeggen dat er helemaal niks gedaan kan worden. Er valt veel te winnen door journalistiek handwerk en het rapporteren door burgers te combineren met slimme algoritmen zoals Facebook, Google en Twitter die aan het ontwikkelen zijn. Hiervoor is meer samenwerking nodig tussen alle betrokkenen: nieuwsmedia, factcheckers, sociale platformen, politici en burgers.

Algoritmen kunnen helpen inschatten of een bericht mogelijk onwaar of inconsistent is en ze kunnen accounts opsporen die bewust grote hoeveelheden informatie verspreiden. Informatielabels kunnen transparantie van nieuws vergroten door aan te geven wat de herkomst van een bericht is en of het bericht wordt betwist of tegengesproken.

Gebruikers kunnen bewuster worden gemaakt van hun eigen rol in de verspreiding, zoals Facebook via een pop-up-menu vraagt of een gebruiker een mogelijk fake bericht wel echt wil verspreiden. Gebruikers kunnen ook helpen dubieuze berichten te signaleren – een mogelijkheid die nu al geboden wordt door sociale platformen maar nog weinig door nieuwsmedia.

“Nieuwsmedia kunnen gerichtere journalistiek bedrijven door gebruik te maken van algoritmen die tegenstrijdige berichtgeving signaleren”

Het aanpakken van nepnieuws lijkt op deze manier het meest op hoe er ook met spam e-mails wordt omgegaan: “Dit bericht kan spam zijn.” Het sluit bovendien het meest aan bij het sociale gedrag waarin mensen elkaar soms ook bewust onjuiste berichten (zoals roddels en broodje-aapverhalen) doorsturen, wetende dat een ontvanger wel weet of hij het bericht met een korrel zout moet nemen.

Nieuwsmedia en factcheckers zouden gerichtere journalistiek kunnen gaan bedrijven door gebruik te maken van de analyses met algoritmen die helpen inconsistente en tegenstrijdige berichtgeving te signaleren. Zij zouden toegevoegde waarde kunnen bieden door meerdere inzichten en opvattingen met elkaar te confronteren en de lezer te laten zien hoe het debat eruitziet. Later kunnen zij ook de uiteindelijke uitkomst – als er een eenduidige uitkomst of consensus ontstaat – weergeven zoals het NOS Journaal dat doet.

Het is essentieel dat de gebruikte labels en algoritmen transparant zijn en ter discussie mogen worden gesteld zodat deze ook kunnen worden bijgesteld. Zoals gezegd, de analyses zouden niet moeten leiden tot filtering, maar zich moeten beperken tot informeren en transparant maken. De algoritmes van Facebook, Google en Twitter zijn nu echter niet transparant, terwijl ze wel gebruikt worden om berichten in tijdlijnen en zoekresultaten te rangschikken.

Twitter wil de kwaliteit van de discussie inzichtelijk gaan maken en wil daarbij gebruik gaan maken van de indicatoren voor ‘conversational health’, ontwikkeld bij MIT. Deze indicatoren voor een ‘gezonde discussie’ zijn: ‘gemeenschappelijke aandacht’ (Is er overlap in waar ze over praten? Praten ze over hetzelfde thema?), ‘gemeenschappelijke realiteit’ (gebruiken ze dezelfde feiten?), variety (zijn er meerdere meningen op grond van de voorgaande uitgangspunten) en staat men open voor nieuwe argumenten (receptivity).

Weerbare burgers

Labelen kan de verspreiding van nepnieuws remmen maar het biedt geen garantie dat het wordt gestopt. Filteren betekent censureren en gaat er van uit dat er een eenduidige beoordeling is te maken van de waarheid een nieuwsbericht, wat vaak niet kan.

Dat brengt ons terug bij de vraag wie er verantwoordelijk is voor het bestrijden van nepnieuws. Bij een open en vrij internet hoort dat nieuws en informatie zich vrij kunnen verspreiden. Nieuwsmedia en platformen kunnen hun gebruikers helpen om relevante en betrouwbare informatie te vinden en ze een betrouwbare plaats bieden voor nieuws. Hieraan kunnen ze hun belangrijkste meerwaarde en bestaansrecht ontlenen. Ze zouden op een transparante manier moeten filteren en rangschikken zodat gebruikers kunnen kiezen. Ze zouden niet verplicht moeten worden om nieuws te gaan filteren.

De oplossing van de bestrijding van nepnieuws moet niet gezocht worden in het filteren maar in de pluriformiteit van media, die op transparante wijze informatie op verschillende manieren interpreteren, rangschikken en aanbieden.

In plaats van burgers te pamperen en ervoor te zorgen dat ze niet meer met ‘nepnieuws’ in aanraking komen, zouden nieuwsmedia en politici de burger meer moeten prikkelen en moeten helpen om weerbaar te worden, te leren omgaan met een dynamische wereld waarin nieuws voortdurend in ontwikkeling is en er altijd debat en discussie zal zijn. Dát levert een versterking op van de democratie.

Dit is het laatste van vier artikelen over de bestrijding van nepnieuws, geschreven door Maurits Kreijveld en Chris Aalberts. Lees ook de vorige drie delen: over wat nepnieuws is (deel 1), hoe factcheckers dit probleem aanpakken (deel 2) en hoe sociale media dat proberen te doen (deel 3).

Maurits Kreijveld
futuroloog en strategisch adviseur bij Wisdomofthecrowd.nl

Maurits Kreijveld is futuroloog en strategisch adviseur. Hij onderzoekt en verbeeldt de impact van nieuwe technologieën op organisaties, individuen en de samenleving, en adviseert hierover. Hij is gespecialiseerd in digitale transformatie (platformeconomie, deeleconomie) en innovatie cocreatie. Met zijn boek ‘De plug&play;-organisatie. Handboek voor digitaal transformeren' en bijbehorende workshops en masterclasses helpt hij organisaties digitaal aanpassingsvermogen en wendbaarheid te krijgen. Eerder schreef Maurits 'De kracht van platformen' het eerste Nederlandse boek over de platformeconomie, en ‘Samen slimmer. Hoe de wisdom of crowds onze samenleving zal veranderen’ met toekomstbeelden over de zorg, innovatie en smart cities.

Categorie
Tags

1 Reactie

    Jeroen

    Iedere vorm van censuur is fout waarom dingen verzwijgen die daadwerkelijk toch gebeurt zijn in deze tijd is echtheid al zeer zeldzaam niet alleen op het nieuws maar ook mensen onder elkaar bah


    26 februari 2018 om 14:27

Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!