Leo Kouwenhoven (TU Delft): “Voor een werkende quantumcomputer hebben we nog 20 jaar nodig”
Fast Moving Targets interviewt toppers op het Singularity University NL Summit. Zoals Leo Kouwenhoven, professor of physics aan de TU Delft. Hij werkt aan de ontwikkeling van een quantumcomputer; oftewel een nieuwe manier van dataverwerking waarbij gebruikgemaakt wordt van quantummechanische mogelijkheden. Hierbij hebben de onderdelen geen vaste waarde, met als gevolg dat de computer op een andere manier kan rekenen. En vooral sneller.
“Voorlopig is het nog één groot wiskundig idee. Kunstmatige intelligentie is één van de mogelijke toepassingen. We staan echt nog pas aan het begin. We hebben zeker nog 20 jaar nodig om die quantumcomputer te bouwen, dus daarom is het nu moeilijk om toepassingen te voorspellen. Scheikundige processen lenen zich bij uitstek. Zolang je in de quantumwereld blijft, is het goed te bepalen en dan kun je de volle kracht gebruiken.”
Spooky
De Singularity University heeft hoge verwachtingen van de ontwikkeling van de quantumcomputer. Kouwenhoven snapt waarom. “Dé grote problemen van de toekomst hebben vaak te maken met de schaarste op deze aardbol en dat heeft vaak weer te maken met schaarste aan materialen. Bijvoorbeeld: welke materialen heb ik nodig om de ideale batterij te maken? Daar leent de quantummechanica zich perfect voor.”
Maar de toepassingen gaan veel verder dan dat. Zo wordt ook al nagedacht over zogenaamde verstrengeling: “Verstrengeling is een fantastisch concept. Stel je voor: twee deeltjes die versmelten en elkaars eigenschappen overnemen, maar als je ze dan weer uit elkaar haalt, blijven die eigenschappen in beiden bestaan. Spooky, maar het blijkt te kunnen.”
“Dus je kunt dingen transporteren over grote afstanden: vele kilometers. Maar dat gaat steeds verder. Op dit moment hebben we theoretisch geen beperking in de afstand, dus zou je ook dingen kunnen doen op Mars.”
Fantaseren
Belangrijk voor de verdere ontwikkeling en toepassingen die daaruit voort vloeien: geef het een kans. Durf te fantaseren. Iets waar Amerika beter in is dan het nuchtere en cynische Europa. Wil Nederland de voorsprong die het heeft niet weggeven, dan is het belangrijk om na te denken over de economische meerwaarde die we hier uit gaan halen.
“Daar is een beetje geld voor nodig, maar ook nieuwe studies en veel jonge mensen die zich er mee gaan bezighouden. Dus mensen en het kennis-ecosysteem zijn belangrijk. Nederland en Europa zijn toch vaak van eerst de kat uit de boom kijken. Amerika is positiever. Als het huidige cynisme blijft bestaan, zijn we weg. Er lijkt wel wat meer optimisme te ontstaan. Ik merk een positieve omslag.”