Boos op kutproducten – De Wasstraat #39
Maandagochtend is niet het moment om een vriendelijke, vrolijke aflevering van de Wasstraat op te nemen. En dus is het een chaggerijnige, boze, maar daarom niet minder interessante editie geworden. We maken ons boos om al die vreselijk domme rotzooi die er gemaakt wordt.
Toegankelijkheid
Vasilis was naar een congres over webdesign. Een van de thema’s was toegankelijkheid. Een van de sprekers hield een verhaal over de businesscase van toegankelijkheid: valt er geld te verdienen door je website toegankelijker te maken. De conclusie is dat dat niet echt hard te maken is. En de andere conclusie is dat het krankzinnig is dat er überhaupt een businesscase nodig zou moeten zijn. Met een klein beetje moeite kunnen we producten maken die iedereen kan gebruiken. In plaats daarvan denken we alleen maar aan geld en maken we dus voornamelijk rotzooi. Gênant.
Het web is door dit soort onzin eigenlijk een klotemedium geworden
Marketingcruft vs. het web
De content waar mensen voor komen, door te klikken op een link, wordt verborgen door allerlei troep waar niemand op zit te wachten. (Full screen) banners bijvoorbeeld. Maar ook door idiote dingen als cookie warnings. En door nóg dommere dingen als full screen nag screens die je proberen te overtuigen dat je je moet inschrijven voor een of andere nieuwsbrief. Hoe kan ik nou weten of ik me daarop wil abonneren als je me weigert te laten zien wat er allemaal op je site staat?!
We brainstormen wat hierover. Een niet-domme marketeer zou bijvoorbeeld bedenken dat, zodra iemand toestemming geeft voor het gebruik van cookies, dat je die dingen ook slim kunt gebruiken. Je zou bijvoorbeeld kunnen bijhouden of iemand meerdere artikelen leest. En als dat zo is, dan kun je vragen of de nieuwsbrief wellicht een interessante optie is. Hoe moeilijk is het? Tsjongejonge. Maar blijkbaar bestaan er geen niet-domme marketeers. En liegen ze stuk voor stuk in hun cookie-waarschuwingen dat ze cookies gebruiken om de gebruiksvriendelijkheid verhogen.
Automatisering
De laatste tijd zijn er nogal wat discussies over de vraag of bepaalde vakgebieden niet weggeautomatiseerd gaan worden. Het vak van WordPress-themedesigner bijvoorbeeld is geen lang leven meer beschoren. Voor een tientje heb je al een theme dat er prima uitziet. En voor 100 euro, claimt The Grid, krijg je een unieke website die rekening houdt met de inhoud van je content! Daar zijn geen mensen meer voor nodig. Maar als je Sturgeon’s Law er bij haalt, en bedenkt dat 90 procent van alles wat er gemaakt wordt rotzooi is, dan valt het wel mee met die automatisering. Blijkbaar hebben mensen behoefte aan troep. En er zijn meer dan genoeg middelmatige prutsers om aan die vraag te voldoen.
Kwaliteit
Maar stel nou dat we tóch liever goede dingen willen maken. Wat is dan de definitie van goed? Vasilis weet prima wanneer een site technisch goed in elkaar zit en Peet weet als geen ander wanneer content klopt. Maar wat weten we eigenlijk van andere vakgebieden? Wanneer is een project voor een projectmanager geslaagd? Wat betekent kwaliteit voor de klant? Jeffrey Veen vertelde over quality meetings die hij regelmatig organiseerde binnen Typekit waarbij collega’s aan elkaar vertelden welk nieuw product ze goed of slecht vonden en waarom. Misschien moeten we meer van dat soort onderbouwde gesprekken voeren, in plaats van roeptoeteren op Twitter dat die nieuwe site kut is.
We have a lot to unfuck
Unlearning
Maar misschien zijn onze huidige digitale producten wel zo slecht omdat we nog zo veel moeten unlearnen, zoals Luke Wroblewski zo mooi zegt. We maken al twintig jaar dingen volgens een bepaald stramien en nu het digitale landschap ineens zo ingrijpend anders is, is het natuurlijk lastig om die dingen simpelweg af te leren. Volgens Peet betekent dit ook dat we na het afleren, heel veel werk hebben in het unfucken van alle cruft die we inmiddels gemaakt hebben.
Platformisering
We hebben het ook nog over de platformisering. Over exclusief publiceren op Facebook. Of op Apple. Of op Alibaba. En over de vraag of dat wel zo’n goed idee is. En hoe je daar mee om kunt gaan. Of hoe je daar mee om zou moeten gaan. Want vergeet niet, het is maandagochtend, we zijn wat chaggerijnig en we hebben niet al te veel vertrouwen in de juiste keuzes van mensen.
We sluiten de rit af met een tirade op de mensen die het systeem hebben ontwikkeld waarmee docenten op de HvA hun cijfers moeten bijhouden. Waar zijn die mensen trots op? Zeggen ze na de oplevering vol trots tegen elkaar: “Kijk eens wat we hebben gemaakt. Hier gaan alle docenten de komende 20 jaar verschillelijk pissed off over zijn. Jeeey!”
De volgende keer gaan we wel in een bootje varen ofzo. Op een donderdagmiddag.