Blended onderwijs, maar in welke verhouding?

7 mei 2020, 09:00

Studiesnuffelaars vinden digitale snelcursus prima, anderen zijn he-le-maal klaar zijn met het zoomen en skypen

De vraag of we na de crisis wel écht terug willen naar de oude manier van werken roept links en rechts emotie op. Het blijkt namelijk nogal af te hangen van de vraag wat je daarmee bedoelt. Velen missen het échte overleg, vooral met collega’s, maar voor sommige vormen van digitaal onderwijs blijkt videobellen juist weer een uitkomst. Wat wel werkt en niet zullen we leren, maar ervaring uitwisselen is de eerste stap. NIMA B/C in One Day werkt prima.

Mooi onderzoekje dat Marco Derksen, de vader van Marketingfacts, er dinsdag uitgooide. Veel organisaties zitten middenin of zijn net gestart met hun digitale transformatie en die coronacrisis legt in korte tijd bloot welke organisaties wel en welke niet de digitale vaardigheden van de medewerkers en de ICT-infrastructuur op orde hebben. Centrale vraag van Marco Derksen: waar staat jouw organisatie? Da’s trouwens al jaren de vraag die hij organisaties stelt, met name in onderwijs.

Waarom hébben we überhaupt nog kantoren?

Mooie – en lekker moderne – bijkomstigheid: Derksen liet en laat deelnemers direct meegluren met de voorlopige resultaten. Dus op het gevaar af veel te vroeg te citeren uit andermans werk: uit de antwoorden haal je onder meer dat veel respondenten zichzelf wat meer new digital savvy vinden dan hun klanten. Beetje in de kantlijn van dat onderzoek wierp Derksen ook de vraag op of we überhaupt nog terug zouden willen áls we zouden kunnen, of meer specifiek: of heel veel vormen van fysiek contact niet gewoon altijd digitaal kunnen worden afgehandeld. De meeste mensen werken op dit moment vanuit huis, kantoren zijn leeg en verlaten, maar waarom hébben we überhaupt nog kantoren? Ruim tweederde denkt momenteel namelijk dat ‘het nieuwe normaal’, met werken op afstand, minstens voor een deel in de plaats gaat komen voor ‘de oude situatie’, waarin we toch vooral stad en land moesten afreizen om tot een punt te komen. Of om iets te leren.

Mensen zijn struikelblok

Ook een fascinerende uitkomst is het antwoord op de vraag waar volgens de respondenten de grootste uitdaging ligt bij de digitale transformatie, want opvallend genoeg wordt technologie daar op een zevenpuntsschaal (why? Een zevenpuntsschaal?) beoordeeld met een vier. Laten we zeggen, best een uitdaging, maar was daar voor de crisis om gekomen. Ménsen daarentegen zijn een veel groter struikelblok en scoren een 5,3 op zeven. Cultuur eet weer eens strategie aan de ontbijttafel.

Er valt weinig te zeggen over werken op afstand in het algemeen

Er werd via Twitter ook nogal fel gereageerd op die vraag of we wel echt terug willen naar de oude manier van werken. Dat blijkt namelijk nogal af te hangen van de vraag wat je daarmee bedoelt. Geen weldenkend mens ziet de noodzaak van een sales rep die even op en neer rijdt van Arnhem naar Groningen om een handje te geven en de verkoopcijfers door te nemen, maar er klinken ook geluiden waarin doorklinkt dat mensen he-le-maal klaar zijn met het zoomen en skypen, vooral waar het echt werkoverleg betreft. Werken op afstand heeft soms echt ook grote nadelen.

Wringende schoen

Daar wringt ook de schoen bij bovengenoemd onderzoek van Derksen en daarom is het ook prettig dat de vragenlijst veel ruimte bood aan vrije invulling: er valt weinig te zeggen over werken op afstand in het algemeen, want dat is zeer afhankelijk van het soort werk. Vrijwel iedereen beaamt dat een nieuwe blended oplossing – fysiek contact, afgewisseld met werken op afstand – het nieuwe normaal wordt. Waar ik persoonlijk heel benieuwd naar ben zijn dingen die verrassend goed en dingen die juist helemaal niet lekker lopen via videobellen, werkdocumenten of workflowsystemen. Ook al omdat we bij NIMA zoeken naar de optimale ‘blend’. Met name in onderwijs op afstand, waar Derksen dus een deel van zijn heritage heeft.

Waar we met z’n allen van opkijken is de enorme belangstelling voor B/C In One Day

Van collega Rob van Vroenhoven – de man van het examenteam naar NIMA A, B en C – kreeg ik al mee dat ‘marketingles’ in het algemeen redelijk te managen viel, al maakt het dus wel enorm uit wat voor les. Datzelfde geldt voor het afnemen van examens trouwens. Kan wel, werkt ook, zitten ook nadelen aan zoals arbeidsintensieve surveillance. Of échte praktijkvaardigheden bijbrengen. Waar we met z’n allen weer van opkijken is de enorme belangstelling voor NIMA B/C in one Day (hier B en hier C). Vooral de NIMA B en C marketingopleidingen zijn de ‘meat of marketing’ zoals Mark Ritson dat zo mooi omschrijft: daar draait marketing om. Dus eerst een gedegen interne en externe analyse, een strategiekeuze op basis van de SWOT om vervolgens de doelstellingen middels een consistent plan via de 4P’s te realiseren. En daar dus in één dagdeel doorheen.

Moordend tempo

Veel marketeers die erover dénken zo’n studie te volgen en een diploma te halen lopen al wat jaren mee en willen weten waar ze aan beginnen. Tijdens NIMA B In One Day doorloop je alle stappen van het operationeel marketingplan en dus ook de lesstof waar je mogelijk maanden mee aan de gang gaat. Niet dat je na een dag je examen zult halen, daar gaat een opleiding van zo’n negen maanden aan vooraf waarmee je echt diepte ingaat èn een onderbouwd marketingplan schrijft. Maar je weet wel na zo’n dag wat marketing echt inhoudt, volgens de docenten. Zie het als een snelcursus, waarin je met je docent in moordend tempo door het lesboek bladert en stilstaat bij alle onderdelen van de studie.

Vraag is of we het nieuwe normaal ooit nog terugdraaien naar het oude normaal

Waar we voorheen een stuk of tien, vijftien deelnemers echt fysiek over de vloer kregen, moesten Van Vroenhoven en de opleidingspartners op zoek naar een digitaal alternatief met in het achterhoofd de vraag of daar überhaupt vraag naar was. Conclusie één was dat het werkte: “Je krijgt de nodige handvatten mee en er worden diverse ervaringen gedeeld”, “interessante dag die ook echt op de inhoud inging”, “goed beeld van de studie en de insteek” zijn quotes van deelnemers. Conclusie twee was dat er kennelijk een drempel is weggenomen door er een mega-Zoomsessie van te maken. Twee keer het maximale van dertig deelnemers per sessie. Niet eerder meegemaakt. Vraag is hier dus inderdaad of we het nieuwe normaal ooit nog terugdraaien naar het oude normaal van fysieke klasjes belangstellenden.

Universiteit Leiden

Op het terrein van digitale transformatie en onderwijs is veel te doen, dus het lijkt evident dat er veel uitwissling van best practices nodig zal zijn. Zo gaf de Universiteit van Leiden dit weekend aan te verwachten dat komend collegejaar ook bijna al het onderwijs digitaal zal zijn. In een mail aan de docenten stelt de onderwijsinstelling dat het zeer waarschijnlijk is dat tot februari 2021 geen regulier onderwijs kan worden gegeven: “Hoewel de focus ligt op digitaal thuisonderwijs, zullen er wel onderwijsactiviteiten zijn op de universiteitscampus. Hoe dat dan wordt ingevuld is nog onduidelijk”.

Het kan even niet anders

Ook hier: sommige dingen lukken prima, andere dingen lukken niet, helemaal inzetten op ‘terug naar het oude’ is onzinnig, helemaal doorschieten met ‘alles naar digitaal’ is dat ook. Studenten die volgend jaar beginnen aan een studie worden in kleinschalige tutorgroepen gezet: “Op die manier kan een nieuwe student toch contact hebben met docenten op een voor hem of haar nog onbekende universiteit”. Lees: het kan even niet anders, dus dan doen we het maar even zo. Wel jammer van je introductie en kennismaking met de medestudenten. Tegelijk laat de Universiteit Leiden weten dat er toch ook flink wat wetenschappelijk onderzoek achterstand oploopt, domweg omdat apparatuur en onderzoeksfaciliteiten lastig bij elkaar kunnen worden gezoomd. Dat werkt dus niet echt.

De toekomst van digitaal onderwijs en digitaal overleg ín onderwijs (en daarbuiten) zal zeker ‘blended’ worden als we de verwachting van de respondenten uit Derksens onderzoek mogen geloven, maar het blijft passen, meten, onderzoeken en uitzoeken wat wel en wat niet wordt geblend. Het delen van ervaring op dat terrein ligt niet zo besloten in de cultuur van onderwijsinstellingen onderling, maar we geven ‘m toch maar mee: NIMA B in One Day kreeg nog niet eerder zoveel ‘studiesnuffelaars’. Kan ook door de hier en daar stilgevallen economie kunnen komen, maar het viel op.

Meemaken hoe het werkt? In een halve dag door de studiestof van NIMA B in One Day – 4 juni of NIMA C in One Day – 11 juni (gratis deelname) kan dus. En echt: vol is vol.

luuk ros
Manager Merk & Media van NIMA bij NIMA

Binnen het Nederlands Instituut voor Marketing verantwoordelijk voor de het merkmanagement van NIMA, content (die we al dan niet in samenwerkingen met leden en derden publiceren) en verbindingsofficier richting pers en stakeholders. Ik was van 2018 tot 2024 Hoofdredacteur van Marketingfacts. Studeerde in 1995 af (hbo Communicatie) en werkte bij een aantal corporates (Albert Heijn, DaimlerChrysler/debitel en Praxis), bureaus (Van Oorschot, Coebergh), maar vooral bij B2B-vakmedia (Telecommerce, Tijdschrift voor Marketing, Marketingonline, MarketingTribune, Marketingfacts) en inmiddels dus bij de beroepsvereniging voor professionals in marketing. Marketing-nerd. Professional Consumer. Retailmarketing. Leest/luistert/kijkt alles wat los en vast zit over innovatie in marketing. Bedenker van de NIMA Marketing Day.

COMMUNITY
Categorie
Tags
nima,

Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!