Economisch weerbericht (123): Mobiel informatiegedrag
Ruim 10 jaar terug, ongeveer in de digitale Middeleeuwen, publiceerde Informing Science: The International Journal of an Emerging Transdiscipline het “seminal”, zeg maar kiem-artikel Human Information Behavior. Hier begon het allemaal. Informatiegedrag, aldus de eminente auteur Tom Wilson, staat pas sinds 1948 op de agenda. Dat was dus de digitale prehistorie, wellicht verder weg nog dan het Pleistoceen. (Verderop ziet u waarom ik dit zeg.) Indertijd had het omineuze begrip Human Informaton Behavior volgens Tom de volgende drie componenten: opzoeken (seeking), doorzoeken (searching) en natuurlijk het gebruik (use) van informatie. Maakt je nieuwsgierig naar wat informatiegedrag nu eigenlijk is. Daarover zegt Tom:
“Information Behavior is the totality of human behavior in relation to sources and channels of information, including both active and passive information seeking, and information use. Thus, it includes face-to-face communication with others, as well as the passive reception of information as in, for example, watching TV advertisements, without any intention to act on the information given.”
Wilsons artikel leidde de Information Science-special in, die tot stand kwam onder redactie van Amanda Spink. Verleden jaar verscheen haar boek Information Behavior: An Evolutionary Instinct. Daarin plaatst Spink ons informatiegedrag in het ruimst denkbare temporele kader.
Volgens Spink gaat de opkomst van menselijk informatiegedrag dus vooraf aan het schrift en wortelt informatiegedrag in het ontluikende landbouwtijdperk. We schrijven dan het eind van het Pleistoceen. Paleolitische kunstuitingen, die Spink minder handig aanduidt met de term Paleoart, kunnen worden gezien als verbindende schakel. De schakel tussen het moment dat onze voorouders informatiegedrag gingen vertonen en de ontwikkeling van het schrift. En hopla, daar is de laatste kleine 100.000 jaar van Expanded Brain Volume & Working Memory (zie legenda bij bovenstaande plaat) neergezet in vijf significante stappen:
Information Behavior
,
Paleoart
,
Writing
,
Information Exchange
en
Social Networking
. Hartstikke leuk, maar zo’n sterk staaltje van fröhliche Wissenschaft doe ik Spink met droge ogen echt niet na.
STI & Gadgets
Wat ik erg mis in allerlei verhalen inzake informatiegedrag is de rol van STI, de drieëenheid van Science, Technology & Innovation. Ik hamer hier wel vaker op en benadruk dan bovendien de centrale plaats in STI-verband van fysieke en virtuele gadgets (widgets, apps, …). Gadgeteer Richard Thalheimer van RichardSolo.com is het al een paar jaar roerend met me eens, zo zag ik laatst:
“The iPhone may someday be looked upon as the device that started a second revolution in computing. Desktop computing was the first revolution. Hand-held computing will someday be regarded as the second revolution, and the iPhone is the product that started it.”
The App Effect, zo noemen we deze multi-touch multifunctionaliteitstrend tegenwoordig. Momenteel bekijk ik hoe The App Effect in 2020 ons informatiegedrag kan hebben veranderd in de scenario’s het-kan-vriezen en het-kan-dooien voor een aantal economische trans(!)sectoren. Daarbij helpt mij de volgende kapstok met een sociale mens-as en een gadgets/STI-as, terwijl ik steeds rekening houd met wispelturig of juist star gedrag van uiteenlopende groepen in uiteenlopende situaties.
Waar je dan natuurlijk om te beginnen razend nieuwsgierig naar bent, zijn de kengetallen waar Informa afgelopen februari op het Mobile World Congress mee kwam, zoals deze LTE-projectie voor 2015:
In deze getallen kan ik me vinden, maar ik vermoed toch dat het naar 2015 en zeker naar 2020 toe met de andere kengetallen die Informa Telecoms & Media presenteerde, wel een stukje harder zal gaan. Zeker wat betreft de ontwikkeling van mobiel in real-life value chains. Hetzelfde durf ik te beweren voor de volgende afsluitende MobileUserBehavior-infografiek. Leuk plaatje hoor, maar toch een wel zeer conservatieve en weinig e-manipatorische kijk op wat we de komende jaren allemaal mogen verwachten.