Als zelfs het tanend lezerspubliek van De Volkskrant nóg een keer uitgelegd krijgt wat Twitter is en wat je ermee kunt. Dan mag je wel verwachten dat het zéér binnenkort toch echt wel mainstream wordt, dat Twitter, en dat we dus een beetje de hype voorbij zijn. Aanleiding voor deze gedachtegang is dit verhaal van vorige week donderdag: ‘Twitter: veel gekwek en af en toe wereldnieuws.’
Uiteraard met een kritisch ondertoontje (doe ál dat belangrijks maar deels af als ‘gekwek’) want dat moet, bij De Volkskrant. Of dat moet van de journalist (zie ook mijn eigen: ‘Twitter: Narcistisch of zesde zintuig’, het is dezelfde reflex). De kranten schrijven zich suf over Twitter. Vanochtend nog, het KoJo-verhaal in De Pers (zag ik via @sannebrand): ‘Twitteren is masturberen met je ziel’. Kranten mogen (let op: generalisatie) graag ingaan op het ‘gewek’ dat op Twitter te vinden is. Terwijl blogs eerder kijken naar Twitter als (extra) communicatietool in interessante nieuwe mediawereld. Zie ook dit uitstekende artikel van Menno Braakman: ‘Corporate Twitter Marketing: Hot or Not?’
Op dezelfde dag dat het We-leggen-het-nog-een-keer-uit verhaal in De Volkskrant verscheen, publiceerde de online afdeling van de VK dit bericht: ‘Alle Spits verslaggevers moeten twitteren’. Dat moet van Bart Brouwers (hoofdredacteur, @brewbart), werd voor het eerst opgeschreven door Alexander Pleijter (Universiteit Leiden, @pleijter), die gevolgd wordt door Heleen van Lier (redactie Volkskrant, @heleenvanlier) en die klopte dit belangrijke nieuws dus over naar de Volkskrant.
Reply van Mark de Kock op deze tweet van mijzelf
Diezelfde Alexander Pleijter maakte op zijn blog een overzicht van het nieuws over Twitter. ‘Twitter staat de laatste tijd volop in de schijnwerpers als het nieuwste en snelste nieuwsmedium. Er is geen krant die er nog geen artikel aan heeft gewijd.’ Even bulleten:
Twitter in tijden van terrorisme
Twitteren als de minister
Internetters doen verslag van bijna-vliegramp
En er zijn er vast nog heel veel meer (kom graag door in de comments). Maar de teneur van al die artikelen is, globaal gezien, nog steeds hetzelfde. Al twee jaar. Kort door de bocht kun je dat illustreren met deze rake zinnen in Trouw: ‘Dacht je net helemaal bij te zijn met een eigen Hyves en regelmatige filmpjes op YouTube? Helaas, internet is al weer tig stappen verder.’
Gaat het om een kritisch aantal in de userbase; is het tipping-point nu bereikt? Is het de vergrijzing op de krantenredacties (die wordt doorbroken door mensen als Heleen van Lier). De Pers heeft een jonge redactie. Maar Koster en Jojanneke zien in ieder geval weinig potentieel. Of ze begrijpen gewoon geen klap van Twitter en hebben hun eigen krant in de zomer van 2007 (pak hem beet zo rond 16 juli bij benadering) niet goed gelezen. Uiteraard mag zeuren over het businessmodel niet ontbreken (zie ook de discussie op Twitter over dit artikel):
“We werden een beetje pissig. Je hebt een mededelingenbord, maar niemand luistert naar elkaar. Wat is dit voor gekkigheid? Zijn dit aandachtszieke eenzamen die allemaal in een eigen hoekje met hun gedachtes aan het spelen zijn? Ja, dat is het: Twitter is mindmasturbatie. Zelfbevrediging met je eigen ziel. De oprichters in Californië weten eigenlijk ook niet wat ze met deze groep egocentrische leden aanmoeten. Ze hebben 20 miljoen aan geld gekregen, maar geen idee hoe ze er iets aan kunnen verdienen.”
Maar dit stukje (over de aanpak) is eigenlijk leuker:
“Koster en Jojanneke stuurden in het weekend een desperaat mailtje met de vraag: waarom heeft Twitter zo’n vaart genomen? Niemand reageerde. Toen pakte Koster het iets botter aan, met een smeuïge provocatie. ‘Zeg, Jojanneke wanneer gaan we weer eens samen in bad?’”
Niet bedoeld om een gelijk te halen of borstklopperig te doen over weblogs. Maar kijk eens naar dit artikel van Raimo van der Klein van nu bijna twee jaar geleden (maart 2007): ‘De nieuwe hype: microbloggen’. Zie ook eens dit verhaal van Francisco van Jole (juni 2007) ‘Het transparante leven met twitter’. En zo zijn er nog duizenden andere verhalen op weblogs die al jaren liggen te stoffen. Al geschiedenis zijn, in het archief staan.
Nee, dan Jan Marijnissen van de SP. Die zei twee weken geleden in ‘Infrastructuur van journalistiek staat op instorten’:
“De nieuwssites en bloggers parasiteren op wat de schrijvende journalistiek produceert. Valt dat laatste weg, dan droogt het eerste op.”
Trek de boel eens door. Kranten hebben heel (wat mij betreft té) lang afgewacht totdat ze internet omarmden als het medium dat de toekomst heeft. Hobbelen ze nu weer achter de feiten aan en tekent zich hetzelfde patroon af? Of wachten échte journalisten (in tegenstelling tot online marketeers, early adopters en nieuwe media fanaten) analyserend, beschouwend en berekenend objectiverend af totdat schrijven over een fenomeen op internet ECHT belangrijk genoeg is om de verhalen af te drukken op papier?