StuComm groeit van info-app naar personal assistant
Zes op de tien studenten maakt gebruik van de StuComm-app. Via je telefoon krijg je inzicht in je roosters, cijfers, studievoortgang en ontvang je notificaties over aan- en afwezigheid van docenten. “Aan die basiselementen worden steeds meer dingen toegevoegd met enorme waarde voor studenten”, vertelt oprichter Ronald Kouvelt.
De StuComm-app is gegroeid van een informatieverstrekker van onderwijsinstellingen naar een personal assistant. “Onze app denkt met je mee, geeft je advies. Als je nu bijvoorbeeld een 4 haalt, dan bieden we de context aan van die 4: wat betekent het voor je studie, kan je nog herkansen? Kan dat gelijk? Zo ja, wie zijn de begeleiders? Hoe kom ik daarmee in contact? Mag ik nog afstuderen? Noem het maar op.”
Het zijn nog steeds de onderwijsinstellingen die de dienst financieren. StuComm heeft technologie ontwikkeld waarmee het mogelijk is om informatie uit verschillende systemen te vergaren die persoonlijk wordt gemaakt op het moment dat je één keer inlogt. “Het was heel moeilijk en het blijft moeilijk. Onderwijsinstellingen wisselen nogal eens van technologie, ze proberen dingen uit. Dat zijn voor ons uitdagingen en maakt het niet eenvoudiger. We hebben goede nerds nodig: we zijn nog steeds een echt techbedrijf.”
“StuComm denkt echt mee, geeft advies”
Toch zijn er wel de nodige dingen veranderd in de loop der jaren dat StuComm bestaat. Naast de inhoudelijke uitbreiding is het bedrijf ook flink gegroeid. StuComm telt op dit moment zo’n dertig medewerkers. Er is een directeur aangesteld die het bedrijf flink heeft geprofessionaliseerd. “Het geeft mij veel rust, omdat ik erachter ben gekomen dat ik heel veel dingen niet kan en één van die dingen is dertig man leiding geven. Dat moet ik dan ook niet doen, dat doet iemand anders.” De organisatie zelf heeft ook veel aan kracht gewonnen. “We proberen medewerkers de macht en kracht te geven om beslissingen te nemen en als ze er zelf niet uitkomen, dan zijn we er. Dat is heel moeilijk, want daarvoor moet je veel loslaten. Je moet je kindje los laten. Maar als je ziet hoe mensen dat oppakken: fantastisch. Soms gaat het wel mis en dan is het belangrijk om te weten hoe je moet reageren. Het liefst reageer ik 90 procent positief en leg ik 10 procent uit wat beter kan. Dat heeft me best moeite gekost.”
Match met CoolCat
Een andere grote verandering is het feit dat StuComm in zee is gegaan met een investeerder. Iets waarvan eerder werd gezegd dat ze dat nooit zouden doen. Plannen om uit te breiden in het buitenland gaven de doorslag. StuComm is gaan werken met investeerder Roland Kahn, de man achter CoolCat en America Today. Volgens Kouvelt een geweldige match, die niet makkelijk te vinden was, omdat veel VC’s volgens Kouvelt niet snel het achterste van hun tong laten zien.
StuComm is zelf nog steeds volledig in control, maar heeft er geld en ervaring bijgekregen. “Wij hebben nu een langetermijnpartner in plaats van een VC die in drie jaar klaar wil zijn. Van het hele traject heb ik vooral geleerd dat je mensen niet op hun blauwe ogen moet geloven. Ik heb echt geleerd om verhalen van VC’s te checken bij startups die met ze in zee zijn gegaan. Jongens die eerlijk tegen mij durven te zijn.”
Trage markt
Het geld dat StuComm bij de deal heeft ontvangen staat overigens nog steeds voor een groot deel op de bank. De buitenlandplannen zijn ook nog niet ten uitvoer gebracht. “Je wordt soms ingehaald door de realiteit. Ik ben er ook een tijd even uit geweest. Ik had fysiek wat problemen. Daardoor is de strategie gewijzigd. We zagen nog zoveel waarde in Nederland. Daardoor hebben we het buitenland even in de wacht gezet. We hebben er nog steeds wel iemand voor in dienst: een Brit die in Amsterdam woont en die de zaken doet in Engeland, maar het staat op een laag pitje. We doen het nu op ons tempo. We willen eerst nu king of the Netherlands worden. Dat betekent voor ons dat we zevenhonderdduizend gebruikers willen krijgen – dat is nog zo’n 10 tot 12 procent erbij – voordat we naar het buitenland gaan. En we vonden dat de organisatie nog niet sterk genoeg was. Daar waren onze investeerders het mee eens.”
“De Nederlandse markt is nog groot genoeg voor verdere groei”
De Nederlandse markt is ook nog groot genoeg voor verdere groei. Zo zou StuComm zich bijvoorbeeld ook op middelbare scholen kunnen gaan richten of meer op matchmaking voor bijbanen, stages en traineeships. Daar willen bedrijven graag voor betalen. Het kan een recruiter schelen. Volgend jaar staat het buitenland wel op het programma. “We hebben net deals binnengehaald in Thailand, Zuid-Afrika, Bali en Qatar. Het is een Nederlandse klant die daar ook locaties heeft en gaat uitbreiden. We hebben ons daar dus niet speciaal op gefocussed.” En hopelijk volgen daarna Engeland en Scnadinavië snel. “Daar is men digitaal behoorlijk ontwikkeld, zodat we daar voet aan de grond kunnen krijgen. Maar we zitten in een hele trage markt. Het gaat gewoon niet snel. Ook in Nederland niet. Dat is leuk, want je kunt zo echt iets bouwen.”