Social media en advocatuur: ’trial by media’ of goed voor de zaak?

19 februari 2013, 10:29

Wat is de invloed van social media op de Nederlandse rechtspraak? Zetten social media niet de ethiek van het eeuwenoude beroep op het spel? Bieden social media kansen voor de advocatuur of vormt het een bedreiging op de onafhankelijkheidspositie? Strafrecht is ‘hot’ in Nederland, de media smullen van ‘bloed- en vleeszaken’! ABN AMRO organiseerde woensdag 13 februari tijdens het World Tennis Tournament in Rotterdam in Ahoy' een seminar met klinkende namen uit de advocatuur om onder de bezielende leiding van Felix Rottenberg een aantal stellingen aan de kaak te stellen. Advocaten zijn meester in de pro’s en contra’s, vlammende betogen en onderzoekend van aard. Ik maakte me dus op, voor een discussie op het scherpst van de snede, over de krochten en kansen van social media.

Het expertisepanel bestond uit mr. G. Spong (ruim 40 jaar in het vak, verdedigde o.a. Patrick Kluivert en is auteur van “de Breuk”), mr. E. Vroegh (12 jaar ervaring, bekend van de Purmerendse moordzaak) en mr. J.H. Kuijpers (16 jaar in het vak, tijdelijk advocaat van Willem Holleeder geweest). Klinkende namen in de advocatuur, waardoor de zaal vol stroomde met ca. 100 advocaten.

Trial by media

De aftrap volgde met de stelling: “Social media dringen langzaamaan de rechtspraak binnen”. Mr. Spong trapte af met de verwijzing naar de aanwijzingsbeschikking “opsporingsberichtgeving” uit maart 2009, waarin precies vermeld staat onder welke voorwaarden het Openbaar Ministerie de media (dus ook sociale media) mag inzetten om verdachten op te sporen. Mr. Vroegh gaf aan dat door Twitterverslaggeving van rechtzaken iedere nuance zoek is en Mr. Kuijpers refereert aan het feit dat de media tijdens de schorsing van een zitting al berichten naar buiten brengen, zonder dat ze zelf aanwezig zijn bij de zaak.

Dat social media dus invloed hebben op de rechtspraak blijkt al snel evident. De recente mishandelingszaak in Eindhoven bevestigde maar weer eens de kracht van social media om verdachten op te sporen. Ikzelf juich dit toe en heb eveneens de beelden gedeeld via mijn Facebookaccount om de verdachten op te sporen. Volgens mr. Spong moeten we daarbij waken voor massahysterie die trial by media genoemd wordt, het spelen voor eigen rechter, een terechte nuance lijkt me.

Tijdens een kort online onderzoekje naar de panelleden stuit ik uiteraard op veel artikelen en informatie, maar valt mij hun persoonlijke afwezigheid binnen social media op. Facebook en Twitter doen niet mee en alleen mr. Vroegh is te vinden op Linkedin. Het feit dat de panelleden allemaal actief zijn in strafrecht blijkt de discussie niet gemakkelijker te maken.

Op de stelling “social media zetten de ethiek van het vak onder druk” wordt gerefereerd aan de geheimhoudingsplicht en onafhankelijkheidspositie van de advocaat bij de behandeling van een zaak. De advocaten worden regelmatig geconfronteerd met laster en dreigmails bij de verdediging van hun cliënt, en kiezen ervoor om niet te reageren op berichten in social media. Zelfs inkomend e-mailverkeer wordt gefilterd op dit soort berichten, contact verloopt uiterst selectief en discreet.

“Wat kan webcare betekenen voor advocatenkantoren”? Hans Reus (ABN-AMRO) geeft aan dat de bank graag investeert in intensiever klantencontact en actief reageert op berichten over hun organisatie. Van de problemen met pinpas of betalingen tot aan slechte geurtjes in kantoorpanden. De strafrechtadvocaten blijven bij hun pleidooi dat ze niet reageren op social media-berichten vanwege de mogelijke gevolgen voor de rechtsgang. Mr. Spong geeft zijn voorkeur aan voor geschreven communicatie, liefst per brief en ook ontmoetingen met cliënten worden in alle voorzichtigheid gepland.

Andere rechtsgebieden

Om de discussie te verbreden naar andere rechtsgebieden, besluit ik een aantal leads aan te dragen:

Een aantal civielrechtelijke advocaten in de zaal wordt enthousiast. Erik van Lent (contractrecht) geeft aan dat hij een platform als Linkedin ziet als de uitgelezen mogelijkheid om te netwerken en in contact te komen met potentiele nieuwe klanten. Online communities, in tegenstelling tot de panelleden, ziet hij als de moderne mogelijkheid om kennis te delen, expertise te etaleren en aan acquisitie te doen.

Recent stond in Advocatie.nl een artikel over de toename in gebruik van social media door advocaten en juristen. Toegegeven: het artikel is vanwege het lage aantal respondenten niet echt representatief, maar toch! Ondanks dat alle social media-platformen in Nederland de laatste jaren een enorme stijging in leden ervaren en dat het merendeel van de mensen zich inmiddels eerst online oriënteert op een professional, geven strafrechtadvocaten niet thuis op social, gelet op de antwoorden op de vraag waar staan social media over 5 of 20 jaar in relatie met de rechtspraak”? Volgens het panel blijft de advocaat onafhankelijk in de keuze van zijn communicatiemiddel en zal die altijd gericht zijn op persoonlijk contact. Strafrecht zit op vertrouwelijkheid en zij worden iedere dag geconfronteerd met de enorme inbreuk op privacy die social media met zich mee brengen. Het panel eindigt met de treffende oneliner:

“Hoe innovatiever de technologie waarop mensen communiceren, hoe klassieker de manier waarop advocaten wensen te communiceren.”

Als laatste onderwerp een stelling of “social media ingezet kunnen worden als acquisitie-instrument”? We verruimen het speelveld naar de andere rechtsgebieden en al snel vinden we een aantal voorbeelden. Van de recommendations op Linkedin (referral management), tot aan het delen van kennis in communities, tot het vertalen van bepaalde arresten in ‘begrijpelijk Nederlands' op bedrijfsblogs. De conclusie van het seminar is in mijn ogen dat de rol van social media binnen de advocatuur bepaald wordt door het rechtsgebied. Strafrechtadvocaten houden het bewust (en wellicht begrijpelijk) zoveel mogelijk buiten de deur, andere rechtsgebieden zien het als een welkome aanvulling op hun traditionele sales- en marketingkanalen.

Goede voorbeelden

Omdat ik gehoopt had op meer positieve voorbeelden van goed social media-gebruik door advocaten, ben ik na afloop de digitale snelweg weer opgereden. De Raadgevers, een ervaren juristenbureau, heeft er juist voor gekozen om via social media toegankelijker, meer vindbaar en zichtbaar online te worden. Mr I. Bos:

“Raadgevers reageert proactief op relevante berichten binnen social media en deelt kennis middels haar eigen kanalen. De resultaten zijn een verhoogd bezoek aan onze website, intensiever contact met bestaande klanten omdat deze nauwlettend gevolgd worden en meer exposure richting de vakbladen en media, wat heeft geleid tot een verhoging van de free publicity.”

Dirkzwager, winnaar van de Gouden Zandloper 2011 voor meest innovatieve advocatenkantoor, is misschien wel het meest toonaangevend voorbeeld van integratie van nieuwe en social media binnen een van oorsprong traditionele bedrijfstak als de advocatuur. Zij zien dat de advocaat geen 'eigenaar' meer van de kennis is, maar dat hij juist toegevoegde waarde moet leveren met behulp van die kennis. Een omvangrijk plan heeft inmiddels geresulteerd in een stijging van 70% in het aantal pageviews van de website.

De advocaten van Dirkzwager zijn verantwoordelijk voor 1.000 inhoudelijke blogartikelen per jaar, verdeeld over diverse kennispagina’s. Jeroen Zweers vertelt met trots over de lancering van de app, in oktober 2010, waarmee Dirkzwager het eerste advocatenkantoor in Europa was met een eigen app. “Inmiddels staat deze op meer dan 40.000 downloads en worden alle inhoudelijke artikelen dagelijks hiermee gedeeld. 10% van de omzet komt uit social media-gerelateerde activiteiten”. Cijfers om terecht trots op te zijn.

Het seminar heeft mijn eigen blik op social media en de rechtspraak genuanceerd. Afhankelijk van het rechtsgebied zijn er veel mogelijkheden om als advocaat of kantoor er je voordeel mee te doen. Dat strafrecht daar een uitzondering op vormt, mag uit de argumentatie van het panel aangenomen worden. Maar wie weet waar we over 5 jaar staan?

Richard van der Blom
Social Selling Expert / Keynote Speaker / LinkedIn Expert bij Just Connecting BV

Richard van der Blom is een van de bekendste en meest geboekt LinkedIn & Social Selling Experts van Nederland. Begonnen in 2009 heeft Richard in binnen- en buitenland inmiddels meer dan 500(!) bedrijven wegwijs gemaakt in LinkedIn voor Sales en Marketing (www.justconnecting.nl). ✔ Lid van een Europese denktank LinkedIn ✔ 3 jaar op rij verkozen tot Top-5 spreker NIMA ✔ Genomineerd in 2019 voor Top 100 Global Social Selling Speakers ✔ Bedenker van de B.E.S.T. Social Selling methodiek en S.T.E.P.S. Social Selling Strategie. Veelgevraagd spreker en trainer om organisaties verder te helpen met de Digitale Transformatie van hun sales- en marketingafdeling. Tevens Founder van Boost in Valencia (www.boostinvalencia.nl) een exclusief 1-op-1 trainingsprogramma in Valencia voor ondernemers die meer balans willen.

Categorie
Tags

9 Reacties

    Jeroen Dallinga

    Naar mijn -bescheiden-mening biedt social media wel degelijk veel kansen voor advocaten die werkzaam zijn in het strafrecht. De non-activiteit van de advocaten Spong, Vroegh en Kuijpers op social media gebied lijkt veel weg te hebben van koud water vrees.


    19 februari 2013 om 11:15
    coenkoppen

    Ik kan mij voorstellen dat je als advocaat in eerste instantie terughoudend bent met interactie op social media. Maar ook dan kunnen Twitter en Linkedin alleen al als onderzoeksmiddel een grote waarde hebben voor de advocaat. Zoals Richard terecht aangeeft hangt de koudwatervrees en het nut van bepaalde aspecten van social media erg af van de tak van de advocatuur.

    Hoe DirkZwager er tegenaan kijkt is volgens mij echt waar de advocatuur naartoe zou moeten. ‘Thought leadership’ via het delen van content.


    19 februari 2013 om 12:02
    bramkoster

    Ik krijg o.b.v. dit verslag sterk het gevoel dat er de genoemde strafpleiters erg reageerden vanuit de procesvoering, terwijl partijen als Dirkzwager (en ook Kennedy Van Der Laan) veel meer redeneren vanuit de bedrijfsvoering. Zijn toch wel twee erg verschillende invalshoeken.

    Kan me idd voorstellen dat dat eerste minder gewenst is, maar ik zie niet zo goed in waarom de toepassing van social media vanuit een advocatenkantoor als bedrijf wezenlijk anders is dan bij enig ander bedrijf.


    19 februari 2013 om 12:07
    quickmediator

    dat zien wij ook.

    mensen lossen zaken steeds meer samen op d.m.v. mediation.

    zeker echtscheiding is ideaal met mediation


    19 februari 2013 om 16:34
    K. Canatan

    Volgens mij heeft het veel meer met gebrek aan interesse te maken. Je hoeft als strafrechtadvocaat social media natuurlijk niet te gebruiken voor je eigen zaken, het kan ook gaan om het delen van kennis, om opinies te uiten en indien gewenst marketing doeleinden.


    19 februari 2013 om 20:07
    RichardvanderBlom

    @Jeroen, toegegeven die mening had ik ook voor het seminar, maar heb wel een beetje begrip gekregen voor de terughoudendheid waarmee strafrechtadvocaten naar Social Media kijken. Door de opzet van het panel (alleen Strafrecht) kwam de discussie daar ook niet helemaal van los. Vandaar, en zie ook de opmerking van Coen, mijn tegengewicht met de casuistiek van Dirkzwager en Raadgevers.


    19 februari 2013 om 20:45
    Nico Mookhoek

    De oneliner van het panel (hoe moderner de technologie des te klassieker communiceren advocaten) onderschrijf ik slechts ten dele. Veel advocaten maken juist wel actief gebruik van de nieuwe media om hun kennis te delen en zo clienten te werven. De Gouden Zandloper wordt daarom dit jaar uitgereikt aan het kantoor met het beste social media beleid. Het grote aantal inzendingen geeft aan dat het onderwerp leeft. De hoge kwaliteit verraste de jury. Er zijn al advocaten die hun praktijk hoofdzakelijk opbouwen door uitgekiende inzet van social media. En niet alleen in de consumenten markt maar ook in de zakelijke markt.

    (op 22 maart wordt de winnaar bekend gemaakt en gepubliceerd op advocatie.nl).


    20 februari 2013 om 08:56
    Renzo Ottoy

    Ik ben zelf een gewezen (Belgische) advocaat en momenteel parketmagistraat (In Nederland: “Officier van Justitie”). De Belgische advocatuur staat qua social media gebruik nog mijlenver achter de Nederlandse dus ik vind jullie inzichten heel verrijkend!

    Stellen dat de trendbreuk tussen de pro’s en contra’s te verklaren valt vanuit verschillende invalshoek op procesmatig of bedrijfsmatig vlak is volledig correct.

    Momenteel zit ik (als werkstudent) in de laatste fase van een master bedrijfseconomie, waarbij ik een masterproef schrijf in verband met een sociale media strategie voor het openbaar ministerie. Ik verdiep me dus al een tijdje in strategische communicatie met betrekking tot social media en ben er van overtuigd dat advocaten er zeer zeker mee aan de slag kunnen, ook strafrechtadvocaten.

    Niemand beweert dat ze hun beroepsgeheim moeten schenden maar qua marketing en meerbepaald personal branding is het gewoon een noodzaak om ook digitale inspanningen te leveren. De tegenstanders leveren louter nog een achterhoedegevecht. Jursiten (ik ben er zelf eentje…) blinken doorgaans niet uit op het vlak van technologie of marketing. Ze hebben gewoon wat meer tijd nodig dan de rest, maar bijbenen zullen ze zeker en vast ooit wel (moeten) doen!

    Vriendelijke groeten uit België (Gent)

    Renzo Ottoy


    20 februari 2013 om 19:46

Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!