Nederlanders willen meer keuzemogelijkheden zorg

8 december 2003, 07:11

Nederlanders zijn, vergeleken met Belgen, Fransen, Duitsers en Engelsen, fors ontevreden over hun gezondheidszorg. Dat blijkt uit de studie De wensen van zorgcli?nten in Europa van de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ).

Deze studie, uitgevoerd in opdracht van de Pharmaceutical Committee van de Amerikaanse Kamer van Koophandel, werd afgelopen week gepresenteerd en besproken op het vierde European Health Forum in het Instituut Clingendael (Den Haag).

In de nieuwe RVZ-studie worden voor de eerste keer de wensen van de Europese zorg-consumenten op het gebied van de gezondheidszorg ge?nventariseerd.

Een paar higlights:

Nederland zit in een transitieproces. Cli?nten, de aanbieders en de zorgverzekeraars worden geconfronteerd met een overgang van aanbodsturing naar sturing op uitkomsten en zelfregulerende markten. Ook de rol van de overheid verandert daarbij van bepaler naar toezichthouder.

Epidemiologie en levensverwachting

De Nederlandse bevolking is nog relatief jong. Slechts 13,6% is boven de 65 jaar. De belangrijkste doodsoorzaken zijn ischaemische hartziekten, cerebrovasculaire aandoeningen en kanker. De gemiddelde levensverwachting is 78 jaar (2000). Uit de OECD database blijkt dat 78,5% van de Nederlanders zich gezond voelt. Daarmee zijn zij positiever over hun gezondheid dan cli?nten in de andere landen.

Consumptie

De Nederlandse consumptie is niet opvallend hoog. Met 5,9 artsenbezoeken per persoon per jaar scoort Nederland laag (laagste Engeland 4,9). De gemiddelde ligduur is 8,6 dagen. Het aantal ziekenhuisopnamen per 1000 inwoners vermeldt de OECD database niet. Maar met 0,8 verpleegdag per hoofd van de bevolking bij een ligduur van gemiddelde 8,6 dagen, lijkt de

consumptie van intramurale zorg aan de lage kant.

Kosten

Volgens de OECD cijfers besteedde Nederland in 2000 8,6% van het BBP aan gezondheidszorg. Dit is US$ 2348 (PPP). Daarmee behoort de Nederlandse zorg volgens de OECD tot de middengroep. Nederland geeft het laagste bedrag aan extramurale zorg uit per hoofd van de bevolking; slechts US$ 293. Dit is 15% van het totale budget en staat in schril contrast met de 34,3% van Belgi?. Aan acute intramurale zorg geeft Nederland US$ 829 (PPP) per hoofd van de bevolking uit. Dit is 35,3% van de totale uitgaven.

Tot wie wendt de Nederlander zich als hij informatie wil over gezondheid (zorg) en ziekte?

Het blijkt dat de Nederlandse dokter maar beperkt het vertrouwen heeft van de pati?nt.

Slecht 57% van de ge?nterviewden noemt de medische zorgverlener als belangrijkste bron van informatie (gem. 65%). Het Internet en ook de pati?ntenvereniging zijn relatief populair.

Deze resultaten zijn niet verbazend. Nederland heeft een hoge Internet penetratie (61%) en er zijn weinig artsen die direct toegankelijk zijn. Met 0,5 huisartsen per 1000 inwoners heeft

de Nederlander beperkte mogelijkheden om informatie te krijgen. Over het effect van goede informatie op hun zorgconsumptie zijn Nederlanders niet erg optimistisch. Slechts 43%

verwacht enig effect (gemiddeld 46%).

De Nederlander moet nog wennen aan keuzemogelijkheden. Zijn aspiraties op dit gebied liggen hoger dan die van de Engelsen, maar hebben nog niet het niveau van de Duitsers, de

Fransen en de Belgen. Nederlanders zijn niet blij met het poortwachterssysteem. In de diagnostische fase kent de Nederlander namelijk het minst van alle cli?nten waarde toe aan de

huisarts en bij de behandeling van een chronische ziekte als diabetes verslaat de specialist de huisarts zelfs (63% versus 25%). Ook de gespecialiseerde verpleegkundige lijkt bij de

Nederlander in de smaak te vallen. Het relatief lage vertrouwen van de Nederlandse cli?nt in de zorgverlener komt terug bij preferenties bij het voorschrijven van medicijnen. De cli?nt

lijkt op zoek en overweegt alle geboden opties. De apotheek, de zorgverzekeraar en ook zijn eigen oordeel vindt hij van belang. Opvallend is de lage waarde die cli?nten toekennen aan

keuzemogelijkheden bij ?de plaats van behandeling bij een chronische ziekte? en bij revalidatie. Als het om de plaats van behandeling gaat, is het ziekenhuis de aantrekkelijkste plaats van behandeling voor de Nederlander. Bij een electieve behandeling is keuze voor de plaats van behandeling veel belangrijker voor de Nederlanders (84%). Wat betreft deze ook in

een buurland geleverd worden. Bij revalidatie heeft de Nederlander een lichte voorkeur voor behandeling thuis. De fysiotherapeut is populairder dan de revalidatiearts.

Hoe graag hij dit ook zou willen, voorlopig heeft de Nederlanders geen vrije toegang van de specialist. De huisarts bepaalt de verwijzing naar de specialist en zonder verwijsbrief wordt

specialistische zorg niet vergoed. De cli?nt is hier duidelijk niet blij mee. Niet alleen bij diagnose, maar vooral ook bij behandeling wil hij graag direct toegang tot de specialist. Of dit een kwaliteits- of een kwantiteitsprobleem is of beide is niet met zekerheid te zeggen. Wel werd hiervoor al duidelijk dat Nederland niet ruim bemeten is als het om huisartsenzorg gaat. In de tweede lijn is het eveneens passen en meten in Nederland.

Nederland heeft 3,5 acute bedden en 0,9 specialisten per 1000 inwoners een zeer bescheiden aanbod voor de cli?nt. Opvallend is het grote aantal verpleegkundigen. Met 12,8 per 1000

inwoners is Nederland hier ineens koploper! De chronische wachtlijsten oplopend tot meer dan 15 weken zijn daar eveneens een illustratie van.

Van de ruim 100 ziekenhuizen beschikte in 2001 35 ziekenhuizen over een revalidatieafdeling. Revalidatie vindt ook gedeeltelijk plaats in de 331 verpleeghuizen. Nederlandse cli?nten kiezen er voor thuis te revalideren. Nederland heeft 104 reguliere en 217 commerci?le thuiszorgorganisaties, die vooral thuiszorg en ook thuisverpleging bieden. Uit de enqu?te bleek dat de fysiotherapeut in Nederland populair is. Cli?nten hebben hier keuze uit ruim 12.000 fysiotherapeuten.

De financi?le toegankelijkheid is goed geregeld in Nederland. De Ziekenfondswet (ZFW) denkt 61% van de verzekerden, maar de uitgebreide particuliere verzekeringen bieden eveneens

een brede dekking. Slechts 63,4% van de uitgaven is publiek gefinancierd. Aanvullende verzekering voor extra dekking is mogelijk ook voor ziekenfondsverzekerden. Langdurige zorg

en thuiszorg worden uit een volksverzekering, de zogenoemde AWBZ (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten), gefinancierd. Cli?nten mogen ??n keer per jaar wisselen van ziekenfonds. De verzekering zelf faciliteert keuze nauwelijks. Het dominante deel wordt uitgekeerd in natura. Binnen de AWBZ kunnen cli?nten zelf hun zorg inkopen door te kiezen voor een PGB (persoonsgebonden budget) in plaats van de gebruikelijke uitkering in Natura. Kortom wat betreft het verzekeringsstelsel: brede toegang, weinig echte inkoopmogelijkheden en macht voor cli?nten.

Waardering van keuzemogelijkheden

De Nederlander wil graag betalen voor meer keuzemogelijkheden! Hij staat op dit onderdeel op de eerste plaats in het consumentenonderzoek. Slechts 24% slaat alle aangeboden uitbreidingen af (gemiddeld 33%). Ook na confrontatie met re?le bedragen blijft de bereidheid om te betalen bestaan. Vooral meer keuzemogelijkheden bij diagnostiek, soort behandeling en voor snellere toegang tot behandeling heeft de Nederlander geld over. De Nederlander wil niet alleen relatief veel bijbetalen (gemiddelde van ? 4,8), het aantal Nederlanders dat wil bijbetalen is ook het hoogste van de vijf onderzochte landen. (mediaan van de ge?nterviewden in Nederland ligt op ? 5).

Wat zegt deze uitslag? Is het te interpreteren als een blijk van ontevredenheid en wil de Nederlander zeggenschap en invloed ?kopen?? Dat is niet uitgesloten. Hier moet echter een kanttekening bij gemaakt worden. In tegenstelling tot cli?nten in Frankrijk, Belgi? en Duitsland wordt de Nederlander betrekkelijk weinig geconfronteerd met de kosten van de zorg die hij ontvangt. Voor de ziekenfondsverzekerde is zijn premie al door zijn werkgever betaald. Zoals gezegd is het naturastelsel dominant in Nederland. Alleen voor de particulier verzekerden

geldt een restitutiemodel. Maar de particulier verzekerde ziet vaak alleen de rekening van de kleine bedragen. Vaak maken zorgverzekeraars ook voor deze verzekerden afspraken met

aanbieders voor een directe betaling. Dit geldt vooral voor dure intramurale (klinische) zorg. In de ZFW ontbreken de eigen bijdragen vrijwel geheel. Bij particuliere polissen geldt meestal een eigen risico. Het ontbreken van eigen bijdrage in de ZFW kan een reden zijn voor het verschil in betalingsbereidheid tussen de Nederlander en cli?nten in de andere landen.

Overigens moet aangetekend worden dat de OECD data tonen dat Nederland toch aanzienlijke eigen bijdragen kent (8,6%). Deze komen voornamelijk voor in AWBZ gefinancierde zorg. Hier is de confrontatie met de kosten wel direct. De betalingsbereidheid bij revalidatie is echter niet opvallend veel lager dan voor de andere delen van de zorg.

Wensen op het gebied van innovatie

Nederlanders tonen gemiddelde interesse in nieuwe vormen van zorgverlening. Bij telemedicine 47% kiest voor een dergelijke behandeling (gemiddeld 47%). Ook voelt hij wel wat voor de zorgconsulent (71% gemiddeld 69%). Wellicht speelt hier mee dat de Nederlander het begrip zorgconsulent al enigszins kent. De sterke echelonnering die de Nederlandse zorg kenmerkt, betekent dat er strikte scheiding is tussen eerste en tweede lijn. Co?rdinatie tussen de twee gebieden verloopt vaak moeizaam. Het is dan ook verwonderlijk dat de Nederlandse cli?nt niet meer dan gemiddeld ge?nteresseerd is in de zorgconsulent.

De interesse voor geneesmiddelen met minder bijwerkingen is groot. 72% (gemiddeld 63%) opteert hiervoor. Geneesmiddelen komen in Nederland relatief snel na registratie op de markt. Gemiddelde duur is ? 160 dagen.

Er zijn een aantal aspecten van de Nederlandse zorg aanwijsbaar die een beperking van de innovatiesnelheid tot gevolg hebben. Zo is de (politieke) besluitvorming complex. Belangenorganisaties hebben veel te zeggen in Nederland. Het feit dat publieke taken door private aanbieders en zorgverzekeraars worden uitgevoerd, is een complicerende factor. De Nederlandse overheid heeft daardoor veel minder mogelijkheden om vernieuwingen af te dwingen dan in Engeland. Het aanbodtekort in de eerste lijn en de contracteerplicht van zorgverzekeraars in de tweede lijn geven ook de zorgverzekeraars niet veel mogelijkheden om zorginhoudelijke vernieuwing af te dwingen. Een typisch voorbeeld van de complexiteit van processen in Nederland is de invoering van DBC?s. Het ontwikkelings/ onderzoeks- en besluitvormingsproces heeft tien jaar in beslag genomen. Wat betreft de snelheid invoering dagbehandeling bevindt Nederland zich in de middenmoot.

Transnationaal verkeer

Hoewel hij niet uitblinkt in reisbereidheid zegt de Nederlander wel naar het buitenland te willen reizen voor een snellere behandeling (67% versus gemiddeld 47%). Ook voor kwaliteit

wil de Nederlander reizen. Het Europees expertisecentrum is voor 77% een reden om de grens over te gaan (gemiddeld 69%). De Nederlandse zorgverzekeraars kopen zorg in de buurlanden in. Vooral om de wachtlijsten te omzeilen. Hier wordt echter in de praktijk beperkt gebruik van gemaakt. Totaal wordt 1,5% van de zorg in het buitenland ingekocht. Daarmee wordt tegemoetgekomen aan de wensen van de Nederlanders. De interesse lijkt hier vooralsnog groter dan het gedrag doet vermoeden!

Conclusies

De Nederlander maakt een ontevreden indruk. Hij wil vooral meer keuzemogelijkheden in de zin van vrije toegang. Hij is bereid te betalen als hij daarmee meer keuzemogelijkheden en

betere toegang tot zorg kan kopen. Het aanbod lijkt vooral kwantitatief tekort te schieten. De behoefte aan meer keuzemogelijkheden voor diagnose en behandeling geeft in ieder geval te denken. Opmerkelijk is dat Nederland ondanks het poortwachtersysteem zo weinig geld uitgeeft aan extramurale zorg. De Nederlander wil vooral reizen om de wachtlijsten te

omzeilen en bijzondere zorg.

Bron:

http://www.zorgaanzet.nl/

Marco Derksen
Partner bij Upstream

Oprichter/partner Upstream, Marketingfacts, Arnhem Direct, SportNext, TravelNext, RvT VPRO, Bestuur Luxor Live, social business, onderwijs, fotografie en vader!

Categorie
Tags

Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!