De juridische ziel van mijn digitale kloon: wat mag wel, wat mag niet?

Een digitale versie van jezelf: voor veel mediaprofessionals klinkt het nog futuristisch, maar de eerste experimenten zijn al realiteit. Ook bij ons. Voor mijn eigen digital human, AImke, dook ik in de juridische onderlaag van zo’n synthetisch alter ego.

29 december 2025, 15:28 192 x gelezen

Want hoe ver mag een kloon eigenlijk gaan? Wie is de juridische maker? Wie bepaalt het gebruik? En: waar ligt de grens tussen innovatie en identiteitsmisbruik? Ik sprak hierover met Jeroen van Woezik (advocaat bij Lawrence Advocaten) en Rick Kaspers (Senior Legal Counsel bij ICTRecht). Hun conclusie: een digital human is juridisch véél meer menselijk dan we denken.

Digital Human AImke

Portretrecht 2.0

Wat meteen duidelijk wordt, de Nederlandse en Europese wetgeving kijkt niet alleen naar de techniek achter het gezicht, maar ook naar de herkenbaarheid ervan. Een digital human die duidelijk op een journalist lijkt, valt in de meeste gevallen gewoon onder het portretrecht (art. 19–21 Auteurswet). Dat blijkt ook uit jurisprudentie: lookalikes, karikaturen en imitaties zijn eerder al als portret aangemerkt.

Volgens Van Woezik schuiven Europese regels daar nog een extra laag overheen: het recht op privéleven en gegevensbescherming uit art. 8 EVRM en art. 7 en 8 van het EU-Handvest. Deepfakes en AI-gegenereerde gezichten die herleidbaar zijn tot een concreet persoon worden daarmee steeds meer gezien als persoonsgegevens met bijbehorende rechten.

De open vraag is vooral waar de grens loopt. Een volledig gestileerde avatar? Alleen een nagebootste stem? Of zelfs een kloon van iemands schrijfstijl? Hier is nauwelijks jurisprudentie over, maar de richting is duidelijk: hoe meer het publiek jou hierin herkent, hoe groter de kans dat een rechter dit als jouw portret aanmerkt en je je op portret- en privacyrechten kunt beroepen.

Heb je altijd het laatste woord? Ja… maar soms ook nee

Veel journalisten vragen zich af: kan mijn werkgever mijn digitale kloon gebruiken zoals hij wil?

‘Niet zomaar,’ zegt Van Woezik. Portretrecht, persoonlijkheidsrechten en de AVG geven een stevige basis voor persoonlijke controle. Europese bepalingen maken bovendien dat ‘alles mag altijd’-clausules juridisch al snel wankel zijn.

Maar, als een digital human in het kader van de functie is ontwikkeld, krijgt de werkgever wel degelijk gebruiksrechten. Via een arbeidsovereenkomst of aanvullende bepalingen kunnen periodes, doeleinden en kanalen worden vastgelegd. Cruciaal hierbij is dat zelfs als jij ooit hebt ingestemd, je je alsnog kan verzetten tegen nieuw gebruik wanneer jouw ‘redelijk belang’ wordt geraakt. Denk aan reputatieschade, een nieuwe context of een beëindigd dienstverband. Ook kan een rechter te vergaande afspraken ongeldig verklaren vanwege de machtsongelijkheid tussen werkgever en werknemer.

Kortom: je hebt stevige rechten, maar geen absoluut veto.

Kan ik verantwoordelijk worden gehouden voor wat mijn kloon zegt?

Een spannende vraag… als AImke onzin uitkraamt, is dat dan juridisch mijn probleem?
In de praktijk meestal niet. De publicerende partij, werkgever, uitgever of opdrachtgever, draagt de primaire verantwoordelijkheid. Zij publiceren, exploiteren en bepalen de context van de inzet.

Persoonlijke aansprakelijkheid komt pas in beeld in de volgende potentiële scenario’s (de hoofdregel blijft wel dat de uitgever/werkgever in een mediacontext primair aansprakelijk is; persoonlijke aansprakelijkheid is uitzonderlijk en casuïstisch):

• je doelbewust de indruk wekt dat de digital human jouw stem is,
• je actief scripts schrijft of goedkeurt,
• je bewust geen afstand neemt van schadelijke uitingen.

Maar in vrijwel alle normale media-settings blijft jouw persoonlijke aansprakelijkheid beperkt. Daarom is het essentieel contractueel vast te leggen wie verantwoordelijk is voor training, prompts, redactionele eindcontrole en publicatie, inclusief vrijwaringen voor de geportretteerde.

Wie is de maker van een digital human?

AI is juridisch geen maker. Punt. Wel is in Nederland (en de EU) de consensus dat AI zelf geen auteur kan zijn, terwijl er internationaal wel discussie is over nieuwe beschermingsvormen voor AI-werken.

De auteurswet vereist menselijke creativiteit. De maker(s) zijn dus de designers, developers en creatieven die daadwerkelijk keuzes maakten over uiterlijk, animatie, scripts, mimiek en personality. Gebeurt dat binnen dienstverband, dan ligt het auteursrecht meestal bij de werkgever.

De geportretteerde is dus niet automatisch auteur omdat de kloon op hem of haar lijkt. Wat je wél houdt: portret- en persoonlijkheidsrechten.

Daarmee ontstaat een driehoek:

1. Mediabedrijf – rechthebbende op assets van de kloon
2. Techleverancier – rechthebbende op de onderliggende technologie
3. Journalist – rechthebbende op identiteit, portret, stem en persona

Alleen via contracten kunnen die drie werelden ordenen wie wat mag.

Is een digital human auteursrechtelijk beschermd?

Ja, meestal wel. Zolang ergens in het proces menselijke creatieve keuzes zijn gemaakt, uiterlijk, gedrag, scripts, stem, geldt auteursrechtelijk bescherming. Het grijze gebied zit bij volledig autonome, zelf-genererende varianten. Maar die zijn in de praktijk nog zeldzaam.

Contracten: de noodzaak van een stevige juridische fundering

Bij het creëren van een digital human moeten journalist en werkgever minimaal vastleggen:

• wie mag de kloon gebruiken,
• waarvoor,
• waar,
• hoe lang,
• hoe aanpassingen en retraining plaatsvinden,
• wat de ‘escape-routes’ zijn wanneer belangen botsen,
• welke categorieën van gebruik expliciet verboden zijn (bijvoorbeeld politieke content of externe commerciële endorsements).

Vooral dat laatste is cruciaal, zonder clausules ben je aangewezen op je portret- en privacyrechten; met goede contracten kun je die positie verder verduidelijken en versterken.

Na je vertrek: mag je werkgever nog doorgaan?

Tijdens je dienstverband heeft de werkgever een sterke positie. Maar na je vertrek is niets vanzelfsprekend.

• Eeuwigdurend gebruik? Alleen met expliciete afspraken.
• Zelf je kloon meenemen? Niet zonder de originele IE-rechten.

Wat je wél altijd houdt, je eigen gezicht en identiteit. Een nieuwe kloon, met een andere stijl, kun je elders altijd laten maken.
Misbruik, deepfakes en bescherming

Als iemand een ongeautoriseerde kloon van je maakt, heb je drie juridische wapens:

1. Portret- en privacyrecht – directe verwijdering, verbod en schadevergoeding
2. Auteursrecht – wanneer originele assets onrechtmatig gekopieerd zijn
3. Onrechtmatige daad – bijvoorbeeld bij misleidende of schadelijke deepfakes

In ernstige gevallen (fraude, seksueel misbruik, bedreiging) zijn zelfs strafrechtelijke stappen mogelijk.
Kaspers benadrukt dat de AI Act deepfakes erkent als risicovolle categorie, herkenbare AI-beelden moeten voorzien zijn van machineleesbare watermerken en duidelijke labeling.

AI Act, transparantie wordt verplicht

De AI Act noemt digital humans niet letterlijk, maar ze vallen er wél onder. Vooral het transparantievereiste is relevant. Publiekscontent die lijkt op een echte persoon moet zichtbaar als synthetisch gelabeld zijn. Voor mediabedrijven betekent dit dat er straks een verplicht AI-beleid moet zijn met redactionele controle, logging, incidentprocedures en duidelijke uitleg richting het publiek.

Ethische grens, kunnen betekent niet dat je moet

Beide mannen pleiten voor strenge ethische kaders:

• geen postume exploitatie zonder expliciete toestemming,
• geen politieke boodschappen via een digitale journalist,
• geen contexten die de betrokkene moreel afwijst,
• geen hyperrealistische AI-presentatoren zonder transparantie.

Digital humans kunnen veel. Maar niet alles wat technisch kan, is professioneel verstandig.

De juridische wereld rond digital humans is niet zo futuristisch als het lijkt. Veel regels bestonden al en worden nu opnieuw toegepast. Maar één ding overheerst namelijk dat een digitale kloon geen losstaand experiment is, maar een verlengstuk van de echte persoon erachter. En dat betekent dat die persoon, ook als dat AImke is, stevig beschermd moet blijven.

Dit artikel verscheen eerder in MarketingTribune

Benieuwd naar AImke? Bezoek en bevraag haar via Digital Human Marketingfacts
Imke Walenberg
Hoofdredacteur Marketingfacts bij BBP Media

Sinds mei 2024 is Imke Walenberg de nieuwe hoofdredacteur MarketingFacts. Met meer dan 15 jaar kennis en ervaring op contentgebied – zowel aan de PR, Communicatie als ondernemerskant, weet ze waar ze het over heeft. Haar Bachelor Taal & Cultuurstudies en Master (Mediëvistiek) behaalde ze aan de Universiteit Utrecht. Naast hoofdredacteur MarketingFacts is Imke ook oprichter en eigenaar van lifestyle platform Daily Cappuccino. Voor dit platform werkte ze samen met merken als Philips, Center Parcs en Gazelle. Op automotive gebied heeft ze een flinke staat van dienst, met samenwerkingen met o.a. Volvo, Suzuki, Renault en Volkswagen. Ook was Imke verbonden als eindredacteur/contentadviseur bij EEN Media in Amsterdam en doceerde ze Digitale Marketing, Ondernemerschap en E-commerce aan de Hogeschool TIO in Utrecht.

Categorie
Tags

Plaats reactie

Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!