Vorige week woensdag barstte voor de zoveelste keer de discussie los over het spanningsveld tussen openbaarheid en kennis van geheime informatie door bepaalde beroepsbeoefenaren. Het NRC, de slijpsteen voor de geest, kwam met een artikel, dat de gemoederen deed verhitten. In dit stuk werd breed uiteengezet, hoe kwalijk het kan zijn als werknemers twitteren. Het medium - met een babbelcultuur volgens de kwaliteitskrant - was voor flapuiten, die daardoor geen enkele controle over hun uitingen hadden. Met alle desastreuze gevolgen van dien. Natuurlijk kwamen er heel veel reacties op het NRC-artikel en op het instellen van richtlijnen op het gebruik van sociale media. Het artikel hieronder heb ik samen geschreven met Stefan Tellekamp Booland.
Alexander Klopping

Arjan Dasselaar

Petra de Boevere

Liever een boek
Diezelfde dag was ook de stelling bij Radio 1’s Standpunt.NL de volgende:
“In elk arbeidscontract moet een gedragscode voor Sociale Media worden opgenomen.”
De communicatiedeskundige, die hierbij was gevraagd was Charles –“ Twitter is niet mijn favoriete medium. Ik schrijf liever een boek” - Huijskens met maar liefst 12 tweets en 45 volgers op Twitter. Zijn genadeloze oordeel was dan ook, dat de beperkte hoeveelheid van 140 karakters veel te weinig is om nuance aan te brengen. De heer Huijskens heeft meer nodig. Vandaar waarschijnlijk zijn voorkeur voor een boek.
Bedrijfsinformatie
Maar laten we eens wat dieper ingaan op dat fenomeen bedrijfsinformatie. Vrijwel iedere werknemer heeft in zijn arbeidsovereenkomst een clausule staan dat het verboden is om bepaalde informatie van de werkvloer naar buiten te brengen. Schending van deze geheimhoudingsplicht kan leiden tot een disciplinaire maatregel of soms zelfs ontslag. Het idee hierachter is bezien vanuit het bedrijf zeer logisch. Je wilt namelijk niet dat gevoelige informatie over klanten of de bedrijfsvoering zomaar op straat komt te liggen door een loslippige werknemer. Toch wordt op menig verjaardagsfeestje of kroegavondje deze geheimhoudingsplicht geschonden. Is dat erg? Ja en nee. Als een medewerker koersgevoelige informatie van een beursgenoteerd bedrijf openbaar maakt, kan dat grote gevolgen hebben. Als een medewerker vertelt dat de sfeer op zijn afdeling nogal slecht is, dan heeft dat minder grote gevolgen. Bovendien kan een bedrijf dat oppakken als signaal en er wat mee doen.
Transparantie
En hier komt de transparantie om de hoek kijken. Hoe transparant durf je als bedrijf zijn? Sommige bedrijven kiezen ervoor om medewerkers te verbieden om op sociale media actief te zijn en proberen er een gesloten bedrijfscultuur op na te houden. Dit heeft als nadeel dat het bedrijf weinig exposure krijgt en voor de buitenwereld en dus ook potentiële klanten een vaag gesloten bedrijf zonder een persoonlijk gezicht blijft. Bovendien blijkt het ook niet bevorderlijk te zijn voor de aantrekkelijkheid van het bedrijf voor werknemers. Werknemers kunnen natuurlijk nog steeds hun geheimhoudingsplicht schenden op een verjaardagsfeestje, alleen is dat minder controleerbaar dan wanneer het via Hyves, Facebook of Twitter gebeurt.
Grenzen vinden
Andere bedrijven kiezen ervoor om juist zo transparant mogelijk over te komen. Werknemers mogen actief zijn op de sociale media en het bedrijf zelf is er vaak ook vertegenwoordigd. Dit maakt het bedrijf benaderbaar en persoonlijk. Aan die transparantie zit echter een grens. Die grens wordt bereikt wanneer gevoelige bedrijfsinformatie of persoonsgegevens over klanten op straat komen te liggen. Dat is niet alleen vaak strafbaar gesteld bij wet maar bovendien zeer onprofessioneel. De vraag is nu: helpt een gedragscode hiertegen? Kunnen werknemers zelf niet inschatten wat ze wèl en niet openbaar mogen maken? En als werknemers zelf niet door hebben waar die grens ligt, dàn zou een bedrijf zich moeten afvragen hoeveel informatie er al niet te grabbel ligt, zònder die sociale media. Daarmee is meteen de vraag beantwoord of gedragsregels daar nu echt tegen gaan helpen.
Met de geheimhoudingsclausule uit de arbeidsovereenkomst als stok achter de deur en werknemers met verantwoordelijkheidsgevoel is een gedragscode voor sociale media binnen een bedrijf namelijk overbodig. De enige keuze die een bedrijf nog hoeft te maken is, hoe transparant wil ik zijn?
Geheimhoudingsplicht
Dan is er nog de groep professionals die bij wet een geheimhoudingsplicht hebben zoals medici, advocaten, notarissen, accountants en bepaalde ambtenaren. Voor deze mensen is het praten zonder toestemming over de informatie die zij hebben strafbaar bij wet en zijn extra gedragsregels dus overbodig. Hierdoor ontstaat wel eens de indruk dat deze personen in het geheel niet mogen praten over hun werk. Dat is onjuist. Zolang er geen vertrouwelijke informatie naar buiten wordt gebracht, kunnen ook zij praten over hun werk. Toch is er onder deze beroepsgroepen enige huiverigheid om actief gebruik te maken van sociale media. Laten we bijvoorbeeld eens kijken naar de advocatuur waar men wel discussieert over de mogelijkheden van sociale media maar ook zeer behoudend is. De angst is niet zozeer dat een advocaat zijn beroepsgeheim zal schenden op Hyves of Twitter, maar meer dat het kan leiden tot imagoschade voor het kantoor. Daar zit echter in de gesloten wereld van de advocatuur het grote probleem.
Advocatuur
De advocatuur worstelt al jaren met haar slechte imago. Juist door gebrek aan transparantie en de geslotenheid van de advocatuur is soms niet geheel onterecht het beeld ontstaan van een beroepsgroep waar misstanden onder het tapijt worden geveegd. Daardoor is de roep om meer en strengere gedragsregels voor advocaten steeds luider geworden. Dat is echter het paard achter de wagen spannen. Waarom niet kiezen voor meer openheid naar buiten toe? Juist communicatie via sociale media zou daarbij kunnen helpen. Als advocaten meer gebruik zouden maken van bijv. Twitter en LinkedIn en daar laten zien waar hun werk uit bestaat, met welke dilemma’s ze hebben te maken en waaruit hun expertise bestaat, dan zou dat in ieder geval meer begrip opleveren voor de beroepsgroep. Strakke gedragsregels voor advocaten die gebruik maken van sociale media leiden alleen maar tot meer geslotenheid. En die geslotenheid heeft nu juist gezorgd voor een slecht imago. Het zou dus een flinke stap voorwaarts zijn, als er meer vertrouwen is in het oordeel van deze advocaten.