Artemis: De versterkende werking van display campagnes op Search
Online reclamecampagnes krijgen steeds vaker conversiegerichte doelstellingen mee. Het genereren van kostenefficiënte leads of verkopen via het internet worden door de adverteerder steeds meer als een effectief mediakanaal gezien. Om dit te realiseren wordt zowel display advertising als search engine advertising (SEA) ingezet. Maar wat is nu precies de invloed van de inzet van deze twee mediakanalen op elkaar? Bij Mediacontacts hebben we daarvoor Artemis ontwikkeld, een geavanceerd rapportage-instrument en analyseplatform.
De tool gaat volgens ons verder waar veel andere adserving tools ophouden dankzij de diepgaande data-analyse mogelijkheden. De analyses worden gemaakt vanuit de gebruiker in plaats vanuit een impressie of click zoals bij andere adserversystemen. Iedere unieke internetgebruiker krijgt een apart Artemis™ ID mee. Vanuit deze ID kunnen zowel online media analyses als crossmediale analyses worden gemaakt.
Totaalresultaat
Adverteerders hebben de mogelijkheid om vanuit de gebruiker via Artemis inzicht te krijgen in surfgedrag vóór en na de click of impressie. Alle voorafgaande sites en/ of zoekwoorden die tot een sale, lead of sitebezoek leiden worden aan een unieke gebruiker toegekend. Vervolgens wordt de waarde van iedere site of zoekwoord bepaald. Met deze methode kunnen we de gewogen bijdrage per mediumtype aan het totaalresultaat toeschrijven. De analyse wordt uiteindelijk gebruikt ter optimalisatie van de mediamix, siteselectie en cost-per-click biedingen van zoekwoorden ten behoeve van het realiseren van conversiegerichte doelstellingen.
Case: Citroën
Onlangs hebben we bij Media Contacts met behulp van Artemis aan Citroën de versterkende werking van display advertising en search engine marketing mogen aantonen. De doelstelling van de introductiecampagne voor het Citroën C5 model was naast naamsbekendheid het realiseren van aanvragen voor een proefrit.
Nadat de campagne beëindigd was heeft Artemis™ de online campagnedata geanalyseerd. Hierbij is de vraag gesteld of de conversieratio naar het aanvragen van een proefrit vanuit de search campagne verhoogd werd op het moment dat de Internetgebruiker eerder bloot werd gesteld aan één of meerdere bannerimpressies op websites. Uit onderstaande tabel blijkt dat tijdens de C5 campagne de conversieratio 43 procent hoger ligt als de Internetgebruiker eerst in contact is geweest met een banner en daarna via een zoekwoord bij Google een proefrit aanvraagt, dan wanneer een Internetgebruiker niet eerder in aanraking is geweest met een banneruiting.
Ik ben benieuwd hoe jullie de toegevoegde waarde van Artemis inschatten!
Op zich is je conclusie niet zo verbazingwekkend. Het is al jaren bekend dat het effect van banners verder gaat dan alleen het klikgedrag (of postview). Sterker nog, uit onderzoek blijkt dat maar liefst 2x zoveel mensen na het zien van een banner later via Google meer over de actie/boodschap te weten te komen dan de daadwerkelijke kliks. De banner triggert dus zoekgedrag. Hier wordt Google heel blij van (adverteerder genereert zoekopdrachten bij google en betaalt uiteindelijk ook om bij die zoekopdrachten te staan :)).
Het vermoeden bestond dus al, maar nu ook goed in te schatten via een dergelijk systeem. Overigens zijn zulke analyses ook prima mogelijk met wat kleine aanpassingen aan de ’traditionele’ admanagementsystemen, maar toch een klantvriendelijk systeem op dat gebied bestond nog niet.
Misschien kan je ons nog meer vertellen over de analytische mogelijkheden ervan?
Het is inderdaad bekend dat er een versterkende werking is tussen display advertising en search advertising. Leuk is dat het nu ook meetbaar wordt gemaakt.
Maar hoe zit het met overige online media, zoals affiliate marketing of email marketing?
Bij GroupM werken we met in huis ontwikkelde technologie, wat zowel ad serving, ad tracking en reporting verzorgt. Daarin meten we alle online inzet en kunnen we uitgebreide analyses doen op de effecten van alle online kanalen op elkaar.
En dit kunnen we zelfs koppelen aan profielen van bijvoorbeeld een TNS onderzoekpanel. Zo kun je op individueel niveau analyses doen op de effecten van media-integratie. En dan hebben we het nog niet over de invloed die offline media hebben op online zoekgedrag.. 😉
De analytische mogelijkheden richten zich op het in kaart brengen van de werkelijke toegevoegde waarde van ieder ingezet mediumtype ten behoeve van optimalisatie van de online en offline mediakeuzes. Zo kunnen we dus zowel cross-mediale als online media-analyses eenvoudig onderzoeken. Enkele voorbeelden hiervan zijn de overlap in websitebezoek van internetgebruikers, de call-to-action na het klikken op/ of na het zien van een online uiting, en de invloed van TV reclames op online conversiegedrag op de site van de adverteerder. Gerelateerd aan bovenstaande Citroën case kunnen we ook de invloed van het conversiegedrag van internetgebruikers via search op iedere specifieke website analyseren in plaats van op de totale display marketing inzet.
@ Eduard: Alle (online) mediakanalen die de adverteerder gebruikt worden door Artemis gemeten. Dus ook affiliate– en emailmarketing. Zoals je zelf al aangeeft kun je de invloed van ieder kanaal op elkaar hierdoor in kaart brengen. Daarnaast kunnen we Artemis koppelen aan databasesystemen van de adverteerder zelf. Hierdoor kunnen we optimaliseren op mediakanalen, websites, bannerformaten of zoekwoorden die bijvoorbeeld voornamelijk gebruikers bereiken die een spaarrekening openen van meer dan 100.000 euro.
@Karin
Dankjewel voor je toelichting. Lijkt me een mooie case voor een vervolgpost! 🙂
Kunnen we een keertje ophouden met de gesponsorde advertorials op mf, er zijn toch genoeg inhoudelijk zaken om over te schrijven. Overigens missen we nog in het verhaal dat dit platform geoutsourced is naar India.
Interessante case. Vooral om te zien dat wanneer de consument aan een grafische uiting wordt blootgesteld het aantal kliks vanuit search afneemt en het aantal conversies toeneemt. Dit betekent niet alleen dat de conversies goedkoper worden door een stijging in het aantal conversies, ze worden tevens goedkoper omdat het aantal kliks is afgenomen.
Wat je in paid search ook vaak ziet is dat branding keywords (merknamen & bedrijfsnamen) veelal meer conversies opleveren dan dan branding keywords (product- of dienst gerelateerde woorden). Mijn veronderstelling is dat een consumenten in veel gevallen eerst via non branding keywords je website bezoeken en later via een branding keyword terugkeren en dan pas converteren. Ik zou graag inzicht willen hebben in welke non-branding keywords men eerst gebruikt en gevolgd worden door branding keywords en dan conversies opleveren. Iemand ideeën hoe je dit meetbaar kunt maken? Ik heb een theoretisch model maar vraag me af of dit technisch gaat werken.
Gerelateerde artikelen
Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!
Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!