Toen Nike en Google begin 2006 met Joga Bonita kwamen, leek de opmars van sport 2.0 onstuitbaar. De topbedrijven van de gescheiden werelden van sport en internet hadden elkaar gevonden, dit moest een succesvol platform worden. Anderhalf jaar later blijkt dat Nike toch wel erg campagnematig communiceert. Inmiddels is op nikefootball.com alweer een nieuw platform gelanceerd. Joga.com hangt er een beetje zielig bij.
Toch was de analyse niet onterecht: sport heeft haar “2.0-doop” gehad en ging in volle vaart verder. Duidelijk is wel dat bij sport de term “2.0” wel garant staat voor PR en zelfs kapitaal, maar niet voor helderheid. Sport kent te veel facetten om één categorie op internet sport 2.0 te kunnen noemen. Er zijn de afgelopen anderhalf jaar sites ontstaan met de focus op community, tools, fans, nieuws, gezamenlijke inkoop, dating, weddenschappen en planning. De lijst is daarbij nog lang niet compleet. De sites zijn te onderscheiden in 3 hoofdcategorieën: netwerken, functional tools en nieuws. Binnen de sport zijn er weer 2 grote verschillen te maken: actief of passief sporten en individueel of team sporten. In navolging op mijn eerdere posting, hierbij een uitwerking van bovenstaande indeling. Ook volgt er een vertaling naar de Nederlandse situatie. Kennen jullie nog andere voorbeelden?
Sport is één van die typische longtail voorbeelden: van voetbal en formule 1 tot rolski en onderwaterhockey, er zijn honderden sporten. Om enig overzicht te krijgen is het handig om de sportconsument in te delen. Enerzijds met de kenmerken van de sport: individueel sporten versus teamsporten (vaak balsporten). Anderzijds met de kenmerken van de consument: zelf actief sporten of passief sporten (kijken, organiseren, achter de bar staan). Uiteraard bestaat er enorme overlap in beide indelingen: mensen doen meerdere sporten (dus ook individueel èn teamsporten) en consumenten spelen zelf op zaterdag en staan op zondag langs de lijn. Daarom is het kunnen identificeren met de eigen sport of met de eigen vereniging van groot belang.
Het internet biedt voor de sport grofweg een drietal voordelen: makkelijker communiceren (community), makkelijker registreren (tools) en makkelijker publiceren (nieuws). De communities zijn in feite de tegenhangers van Hyves en Facebook, maar dan met een scherpe sportfocus. Voorbeelden hiervan zijn Sportmates, iSporty en SportsVite. In Nederland kennen we deze vorm nauwelijks. Home of the legends is één van de eerste en heeft na een maand openbaarheid zo’n 2.000 leden. De tools betreft vooral het managen en plannen van competities voor de teamsporters. Voor de individuele sporters gaat het om registratie van de prestatie (logboek, routes, kalorieën). Voorbeelden van het eerste zijn het Zweedse teammanager en het Nederlandse mysportplanner. In de individuele sporten komen natuurlijk Nikeplus (met iTunes van Apple), maar ook een succesvolle site als gimme20 (voor fitness) naar voren. In Nederland is deze vorm van sport 2.0 nog erg klein. Maar er zijn leuke initiatieven zoals afstandmeten en het Belgische iRun. De sites met een nieuws component gaan vooral in de VS erg hard. Sites waar je zelf kan publiceren (zoals FanNation en Sportingo) of sites die een Digg-achtig principe kennen (zoals yardbarker) zien er goed uit en bieden veel nieuws. Met de opkomst van video en vooral mobiele video, zal deze vorm van nieuws delen nog een grote vlucht gaan nemen. In Nederland is dit type site er nog nauwelijks. Het Groningse FCmovei gooit recent deze markt open in Nederland, maar richt zich tot dusver alleen op het amateurvoetbal en dat op bescheiden schaal.
Uiteraard zijn er veel sites die de verschillende onderdelen combineren en zo proberen binnen een bepaald domein (vaak de eigen sport) een onmisbare site te worden. Golfshake voor golf, anglingmasters voor vissen en cricinfo voor cricket. Voor het opzetten van een sociale sport site is verstandig om de volgende matrix te gebruiken en in ieder geval in één van de gebieden uit te blinken, waarbij vooral de functionele applicaties een voordeel bieden ten opzichte van de algemene web 2.0 sites zoals Digg, Facebook en YouTube.
Ik houd me graag aanbevolen voor meer voorbeelden (uit Nederland en er buiten) en voor ideeën over mijn social sport matrix.