Een wiki-wereld

23 oktober 2006, 04:34

MARC DOODEMAN

Met de enorme populariteit van online encyclopedie Wikipedia groeit ook de belangstelling voor wiki’s: webpagina’s waarop iedere bezoeker mag meeschrijven

Zijn honderd amateurs samen wijzer dan één deskundige? Weet het volk meer dan de elite? In het internettijdperk zijn deze vragen weer actueel. Want juist door internet kan collectieve intelligentie ontsloten worden. Dat stelt onder andere de Amerikaanse schrijver James Surowiecki in zijn boek Wisdom of crowds. Grote groepen zijn volgens hem gezamenlijk wijzer dan een enkele deskundige. Ze komen tot betere voorspellingen en schattingen, en ook zijn ze beter in staat problemen op te lossen en beslissingen te nemen, meent Surowiecki. Eén voorwaarde: de leden moeten onafhankelijk en gemotiveerd zijn, en de samenstelling van de groep divers. Zijn theorie komt op het volgende neer: Waar deskundigen, stel, 90 procent van een ingewikkelde puzzel kunnen oplossen, kan een amateur misschien maar één procent oplossen. Maar als er maar genoeg amateurs zijn en zij uit verscheidene kennisbronnen kunnen putten en zich bovendien niet door elkaar laten beïnvloeden, komen ze gezamenlijk boven die 90 procent uit.

Mogelijk dat Surowiecki de vrije encyclopedie Wikipedia voor ogen had bij het schrijven van zijn boek, want de online encyclopedie toont de waarde van grassroots-kennis aan, en daarmee de kracht van de virtuele massa. Iedereen met toegang tot internet kan werken aan eenzelfde encyclopedisch lemma. En wereldwijd zijn er massa’s aan liefhebbers die gezamenlijk hebben bijgedragen aan de encyclopedie die inmiddels ruim vier miljoen lemma’s herbergt.

De technologie die ‘s werelds intelligentie kan ontsluiten heet ‘wiki’. Wiki – Hawaïaans voor ‘snel’ – is in 1995 bedacht door de Amerikaanse computerprogrammeur Ward Cunningham. Hij ontwierp een webpagina die gezamenlijk en heel gebruikersvriendelijk kan worden gewijzigd. Op de achtergrond wordt als vangnet elke wijziging bijgehouden, waardoor eventuele onjuistheden kunnen worden teruggedraaid. Ook is er bij elke wiki een virtuele vergaderruimte aanwezig waar discussies plaats kunnen vinden. Het is pas sinds het succes van de vrije encyclopedie Wikipedia dat de (internet)wereld de belofte van wiki’s lijkt in te zien.

En die belofte is groot. De toepassingsmogelijkheden voor wiki’s zijn legio. Zowel in het onderwijs, het bedrijfsleven als privé. Internet-communities zullen elkaar via wiki’s informeren – dat gebeurt nu al, vooral in verschillende game-communities. Samen een

boek schrijven via een wiki is ook een optie. Schrijfster en internetdeskundige Karin Spaink doet dit bijvoorbeeld met haar geschiedenisboek over Hack-Tic en Xs4all. Op haar wiki (hacktic4all.wiki.xs4all.nl) legt ze uit waarom: ’ Het (is) natuurlijk zonde om, als je een boek schrijft over de ontwikkeling van internet in Nederland, geen gebruik te maken van de rijke mogelijkheden die datzelfde internet biedt.’

Cultuurschok

Toch zal het even wennen zijn, samenwerken met vreemden. ‘Mensen die voor het eerst over wiki’s horen zullen wellicht een cultuurshock ervaren’, zeggen de Duitse wetenschappers Anja Ebersbach, Markus Glaser en Richard Heigl in hun boek Wiki-web collaboration. ‘Iedereen kan langskomen en mijn tekst veranderen!’ horen ze vaak. Mensen gaan er volgens hen van uit dat de bijdragen van anderen hun eigen werk teniet zullen doen. ‘We zijn er gewoon niet aan gewend om de controle en verantwoordelijkheid uit handen te geven, zeker niet aan vreemden’, aldus de Duitsers. Een kwestie van vertrouwen dus. De Wikipedia-oprichter zei daarover onlangs in NRC Handelsblad: ‘Bij Wikipedia gaan we uit van het goede in de mens, daarom is de structuur van de site ook zo open. In een restaurant zet je toch ook niet alle bezoekers in een kooi omdat ze met hun mes wel eens iemand neer kunnen steken? Waarom zijn veel websites dan wel zo ingericht?’

De virtuele wiki-wereld heeft veel weg van een gewone wereld. Veel idealen, maar ook vandalisme. Er zullen altijd wel internetbezoekers zijn die het doel van een wiki frustreren door er ongewenste teksten en afbeeldin-gen te plaatsen. Zoals toen bij Wikipedia de afbeelding van de paus vervangen werd door Darth Vader uit Star Wars.

Maar vandalisme of niet, het grote publiek heeft Wikipedia in de armen gesloten. En het lijkt erop dat wiki’s hetzelfde pad zullen volgen. In medialand wordt al druk geëxperimenteerd. VPRO’s 3voor12 heeft een wiki over de Nederlandse muziekgeschiedenis, NRC Handelsblad heeft ‘We the people’ en internetprovider Xs4all biedt abonnees al standaard de mogelijkheid een wiki te beginnen. Verder experimenteert een groep docenten, ondersteund door Kennisnet, met Wikikids, een kindervariant van Wikipedia. In het buitenland zijn sites als Wikihow.com populair. Op deze website kunnen bezoekers praktische ‘how to’ tips toevoegen en lezen.

Laagdrempelig

Wiki’s vallen in de categorie ‘social software’, software waarbij mensen elkaar via internet ontmoeten, en, in het geval van wiki’s, samen over iets schrijven. Soms leidt dat tot nobele doelen. Zoals het doel van Wikipedia: vrije toegang tot alle menselijke kennis voor iedereen. Maar soms zijn het doodgewoon economische redenen om met wiki’s te beginnen. Wiki’s kunnen bijvoorbeeld een goed alternatief vormen voor dure contentmanagementsystemen. Ook projecten hoeven niet meer door eindeloze e-mailwisselingen tot communicatiestoornissen te leiden. Onderzoeksbureau Gartner verwacht dat in 2009 de helft van de bedrijven op een of andere manier met wiki’s bezig zullen zijn.

Nokia , Yahoo, Michelin , Kodak, Disney, Motorola en SAP werken al met wiki’s. De redenen om met wiki’s aan de slag te gaan lopen overigens uiteen: als intranet, voor informatie-uitwisseling tussen verschillende afdelingen, als kennismanagementtool en als projectmanagementgereedschap bij projecten waarbij leden op verschillende locaties werken.

Ook scholen zullen weldra gaan wikiën, verwacht Esther van der Linde , studieadviseur bij de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. ‘De technologie is heel laagdrempelig.’ Echter, op dit moment wordt de wiki, in tegenstelling tot de weblog , nog maar matig gebruikt, zegt ze. Het zijn vooral docenten die er niet mee uit de voeten kunnen, onbekend als ze zijn met nieuwe technologie in het algemeen. Het zijn meestal studenten die het initiatief nemen om een wiki te beginnen voor bijvoorbeeld het schrijven van een werkstuk.

Veel moeite hoeven ze niet te doen, want zelf een wiki opzetten kan in een handomdraai bij websites als Wetpaint.com, Socialtext.com, Jotspot.com of Pbwiki.com. Om die reden zou het gebruik van wiki’s in het onderwijs nog best wel eens explosief kunnen toenemen.

Een wiki lijkt bovendien socialer dan een weblog . Bij een wiki kan namelijk iedereen zijn virtuele steentje bijdragen, bij een weblog kunnen bezoekers hoogstens reageren op ‘posts’ – tenzij ze een eigen weblog beginnen. Wiki’s zijn daarmee geschikter voor communities en groepen die draaien op co-creatie. Maar of dat betekent dat de hele internetwereld over pakweg vijf jaar aan het wikiën is? De massa zal het zeggen.

Copyright (c) 2006 Het Financieele Dagblad

http://www.fd.nl/ShowKrantArtikel.asp?Context=N%7C1%7CX%7C1weblog&KrantArtikelId=555631&MarkupExpression=1weblog

Marco Derksen
Partner bij Upstream

Oprichter/partner Upstream, Marketingfacts, Arnhem Direct, SportNext, TravelNext, RvT VPRO, Bestuur Luxor Live, social business, onderwijs, fotografie en vader!

Categorie
Tags

Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!