Slim data inzetten, zo doe je het (niet)
Dat data een goudmijn zijn, is zo langzamerhand een cliché. Maar het inzicht in wat je er vooral wel en niet mee moet doen, is vaak nog ongedolven. Op Digital Marketing Live 2016 kwam ik erachter dat het heel gemakkelijk is om het goud onder je neus vandaan te laten stelen. Maar ook ontdekte ik hoe effectief we tegenwoordig locatiegegevens kunnen gebruiken om hyperrelevant te worden voor onze doelgroep.
Waarom schoof ik als social media pro eigenlijk überhaupt aan bij deze sessies? Nou, omdat slimme dingen doen met data ontzettend social is! Ik schreef er eerder over. Voorwaarde is dat de data niet evil gebruikt worden om te spioneren, achtervolgen of spammen, maar volgens de socialmedia-mindset, dus met de intentie te helpen, assisteren en een dialoog te voeren.
Zo moet het niet: je data zomaar weggeven
Webtrekk’s Spencer Altman gaf een keynote over het lekken en weggeven van data aan je concurrenten. En dat gebeurt vaker dan je denkt, simpelweg vanwege gebrek aan kennis. Wat doen mediabureaus of advertising partners om te voorkomen dat concurrenten er met data vandoor gaan? Doorgaans bar weinig. Althans, zo bleek uit een test die Webtrekk opzette op een lege, geformatteerde computer. Ze installeerden een browser waarmee ze naar de adidas-website gingen, waar ze hun winkelmandje volpropten met schoenen, shirts, shorts, etcetera. Ze vertrokken echter zonder tot aanschaf over te gaan.
Gedurende de volgende 10 dagen werden ze bedolven onder retargeting-ads en -banners van adidas. Na die 10 dagen hield het sportmerk het voor gezien, maar in plaats daarvan verschenen o.a. ads van Nike met vergelijkbare artikelen. Ergo: de retargeting-data waren gewoon openbaar beschikbaar en partijen als Nike maakten daar gretig gebruik van. Moraal van het verhaal? Datagevers verliezen, datanemers winnen.
In deze video legt de ceo van Webbtrek het nog eens fijntjes uit.
Zo moet het wel: hyperrelevant door slimme location-based ads
Ad2One maakte met de sessie ‘Data in my pocket’ wederom goed duidelijk tot welke geniale dingen online marketeers anno 2016 in staat zijn. Het begon eigenlijk als een bureaupresentatie, maar mondde uit in een verhitte discussie bij de zin: ”Nou, en zo kun je iedereen retargeten die op de Huishoudbeurs is geweest”. Ja maar, hoe dan? Koop je de data van Huishoudbeurs? En mag dat zomaar, hebben bezoekers daarop geopt-ind (of hoe schrijf je dat)? Nou nee, de werkwijze blijkt veel slimmer.
‘Als het product gratis is, ben jij het product’. Iedere marketeer kent de stelling, maar verder eigenlijk niemand. Massaal installeert men dus apps zoals NU.nl, Weeronline, Shazam en Waze, zonder uiteraard de terms and conditions te lezen. Net als Kyle van South Park…
En daarin staat dat deze apps gegevens mogen verstrekken zoals locatie, een datavorm die doorgaans meer over iemand vertelt dan je zou denken. Neem bijvoorbeeld een multifunctionele flat, waarin gewoond en gewerkt wordt, maar waarin ook horeca en winkels huizen. Als iemand 5 dagen per week om 8 uur ‘s ochtends de deur uitgaat en om 18 uur weer terugkomt, is het zeer aannemelijk dat hij of zij er woont. Is dat andersom, dan is de kans groot dat ‘ie er werkt.
Location-based advertising vereist niet meer per se het installeren van een dedicated app die je trackt, maar maakt dus gretig gebruik van alle eerder genoemde gratis apps die je op dat moment open hebt staan. Dat is dan meteen wel een vereiste: de apps moeten actief zijn. Een ander nadeel is dat je met die apps geen pushberichten mag sturen. Oplossing? Het inzetten van tailored ads, waarbij de CTR overigens vele malen hoger is als je er iets als “minder 300 meter van je vandaan” in stopt – een klik opent Maps, dat je zo naar het point of sale leidt.
Menselijker
Is dat eng, zoals de HumancentiPad in bovenstaand South Park-filmpje? Ik vind van niet. Ik vind het dikke prima als ik op de Huishoudbeurs een dweil koop, dat onthouden wordt en ik een jaar later door de stad loop een ad te zien krijg die me vertelt dat diezelfde dweil 100 meter verderop in de aanbieding is. Ik krijg het gevoel dat iemand met me meedenkt, m’n partner wil zijn in het doen van aankoopbeslissingen.
Hoe slimmer we data inzetten, hoe menselijker het eigenlijk wordt. Pas alleen op dat je niet ‘stookt voor de buren’ en dat je de datadeur goed achter je dichttrekt.