Pan Europees cross-media onderzoek
Eind 2003 is er door de European Interactive Advertising Association een cross-media onderzoek gehouden. Doelstelling was de effectiviteit aan te tonen van interactieve communicatie als afzonderlijk mediakanaal, maar ook in combinatie met andere, traditionele mediakanalen.
Onderzocht werd hoe mensen media consumeren – per type media, tijdstip en land. Helaas heeft dit onderzoek niet in Nederland plaatsgevonden. Toch kunnen er verschillende conclusies uit het onderzoek getrokken worden die ook voor ons land van toepassing zijn.
Enkele conclusies:
-
Op een gemiddelde doordeweekse dag kijkt 95% van de respondenten naar de televisie, daarna zijn de radio en krant het populairst. Internet heeft met 40 procent de mediaconsumptie van magazines inmiddels gepasseerd.
-
Televisie kent de meest zware gebruikers: 20% van de respondenten kijkt gemiddeld 3-5 uur per dag tv. 81% van de respondenten besteedt 1 uur per dag aan het lezen van de krant. 25% van de respondenten die online actief zijn, besteedt gemiddeld 1-2 uur per dag aan internet.
-
Steeds meer mensen gebruiken meerdere media tegelijk; 33% van de televisiekijkers leest tegelijk de krant.
-
Televisie en radio hebben duidelijke afgebakende momenten van mediagebruik, namelijk de ‘drive time’ voor radio en ‘prime time’ voor televisie. Print- en internetgebruik ligt meer verspreid tussen 10.00-23.00 uur.
-
43% van de mensen die internet gebruiken, gaven aan minder televisie te kijken, 29% gaf aan minder boeken te lezen.
-
41% van de mensen besteden hun ‘media-uren’ aan televisie; 10% van de ‘media-uren’ gaat naar internet.
-
Kranten en televisie zijn de favoriete bron voor nieuws, maar internet en kranten worden actiever geconsumeerd.
-
72% van de ondervraagden gebruikt internet om meer productinformatie te verzamelen en 51% koopt producten offline na zich eerst online te hebben ge?nformeerd.
-
Van degene die online actief zijn gebruikt eenderde het internet iedere dag;
-
De helft van de ondervraagden geeft te kennen eerst informatie gezocht te hebben via internet en het product vervolgens in een winkel gekocht te hebben.
Bronnen: