Online nieuwsconsumptie als hedendaags fenomeen – en hoe organisaties daarop inspelen
Afgelopen dinsdag vond de vierde editie plaats van DYTG Industry (DYTG staat voor Dutch YouTube Gathering), het zakelijke online-video-event van Nederland. Een dag gevuld met youtubers, vloggers en mensen uit het vak en het bedrijfsleven. Een ding werd duidelijk: wij – maar vooral jongeren – kijken nieuws en content waar en wanneer we willen, via verschillende social middelen, overal en altijd. Tijdens het event gaven meerdere mensen en organisaties aan hoe zij inspelen op dit fenomeen.
De dag begon met een van de markantere mensen die YouTube én televisie momenteel rijk is, te weten Arjen Lubach.
Bram Koster van Marketingfacts kreeg Arjen lekker aan het praten, waarbij het goed te merken was wat een passie Lubach heeft rondom online en YouTube. Mooi was zijn verhaal over jongeren die zijn filmpjes op YouTube leren kennen omdat ze geen tv kijken, maar inmiddels op zondagavond wel met pa en ma voor de buis gaan zitten voor Zondag met Lubach. Mooi voorbeeld van de verschuiving van lineair tv naar online – en een klein beetje terug.
Politievlogger
Politieagent Jan-Willem Schut probeert met video vooral verbinding te krijgen en de interactie aan te gaan met de jeugd om ze inzicht te geven in (het werk van) de politie. Het resultaat zijn persoonlijke video’s, waarbij hij de kijker meeneemt in een ‘gewone’ werkdag.
Dat de politie van Almere-Buiten, waar Jan-Willem werkzaam is, het nut inziet van zijn rol als socialmedia-ambassadeur, moge duidelijk zijn. Hij is 20 uur per week vrijgemaakt om zijn online rol in te vullen; alles wat hij maakt, is uit eigen hand. Hierbij kun je je afvragen of het niet handiger is dat dit initiatief breder opgepakt wordt vanuit de afdeling communicatie, maar in zijn geval helpt het de afstand tussen hem en de kijkers te beperken. Aan de reacties op zijn vlogs zie je dat zijn gunfactor groot is.
De cijfers liegen er dan ook niet om: ruim 85.000 abonnees is een aantal waarop meerdere overheidsinstanties jaloers kunnen zijn. En het kanaal betreft nog veel meer bezoekers; ook niet-jeugd, want de gemiddelde bezoeker is rond de 30 jaar oud.
Jan-Willem heeft leren kijken als een ‘YouTuber’ in plaats van als agent en de kunst afgekeken van Enzo Knol en anderen. Dat heeft hem zijn grote schare fans opgeleverd. Leren van bewoners uit de wijk en leren van kijkers zorgt ervoor dat de content up-to-date blijft in de breedste zin van het woord. Dat zie je ook terug in de ontwikkeling van zijn video’s van toen tot nu; volwaardige content die aanspreekt en beklijft. Iets om trots op te zijn en dat is hij dan ook.
Mashup
Ook de NOS is op haar beurt bezig verbinding te maken met jongeren om hen te betrekken in het nieuws van alledag. Lara Ankersmit, head of digital bij de NOS, vertelt hoe het daarvoor Mashup heeft opgezet, het YouTube-kanaal voor jongeren van 15 jaar en ouder.
Want hoe bereik je als oudgediende, wat de NOS toch is, de jongere doelgroep? Het nieuws is niet veranderd, maar wel de manier waarop het nieuws gebracht wordt en de selectie van het nieuws dat je brengt. Als eerste is het natuurlijk zaak om aanwezig zijn op de kanalen waarop jouw publiek te vinden is, en dat is voor de jongere generatie in ieder geval niet de televisie.
De NOS zag haar tv-kijkende publiek in de afgelopen vijf jaar afnemen met 400.000 kijkers, van 5,5 naar 5,1 miljoen. De daling van de leeftijdsgroep van 13- tot 19-jarigen betrof in 2016 liefst 19 procent. De ‘radioleeftijd’ wordt ook steeds hoger, met een gemiddelde van 39 jaar.
Het is voor niemand een verrassing dat 86 procent van jongeren tussen de 15 en 19 jaar YouTube-gebruiker is. Dat is ook de reden dat de NOS – met in het achterhoofd de vraag ‘hoe brengen we nieuws naar de jeugd?’ – dit medium heeft gekozen als nieuwsplatform.
De grootste uitdaging om het nieuws via een social kanaal te brengen, is ervoor te zorgen dat lange relevantie gecombineerd wordt met humor, authenticiteit en interactie. Makkelijker gezegd dan gedaan. YouTube-kijkers zijn gewend aan snelheid en willen nieuws op hun eigen manier consumeren. De NOS hoopt met Mashup een vorm en toon te hebben gevonden die jongeren aanspreekt en het nieuws zo te brengen dat het kijken leuk is en stiekem ook nog educatief.
Ook zit achter Mashup een vrij gedegen contentstrategie, wat gezien de herkomst te verwachten is. Denk daarbij aan het hanteren van hero-, hub- en hygienecontent, verdeeld over meerdere lagen binnen het Mashup-kanaal. Het grote doel van het kanaal is het verkrijgen van abonnees en terugkerende kijkers, want NOS geeft toe dat het bereik van het YouTube kanaal nog tegenvalt.
Content uit de hublaag is bijvoorbeeld de formule ONTOPIC, waarbij elke woensdag twee presentatoren en een of twee wekelijks wisselende YouTubers een nieuwsitem inbrengen dat hen bezig heeft gehouden.
In de hygienelaag is er REPORT, (deels) voorgeprogrammeerde nieuwsitems.
Hot topic zijn momenteel natuurlijk de komende verkiezingen, ook (juist?) voor jongeren.
YouTube mag dan wel het grootste communicatieplatform van Mashup zijn, ook Instagram en Snapchat worden ingezet. NOS Snaplines zijn korte nieuwsbulletins op Snapchat, NOS Kort heeft meerdere nieuwsposts per dag op Instagram.
Het blijft een uitdaging om nieuws te brengen vanuit een autoriteit op een platform waarop nieuws an sich niet interessant gevonden wordt, aldus Ankersmit. Er wordt gezocht naar andere manieren om nieuws te vertalen, denk aan het vertellen van 9/11 als #throwbackthursday.
Waar de kracht bij de politieblogger zit in authenticiteit, zit de kracht van Mashup in het feit dat mensen ouder dan 30 jaar niet mee mogen werken aan het kanaal. De oude garde van de NOS mee laten denken over de content is geen goed idee, domweg omdat het voor hen lastig is zich te verplaatsen in de jeugdige doelgroep. Ook heeft men rekening gehouden met de montage van de filmpjes: niet ‘op z’n NOS’, maar ook niet te overdreven hip. Het is mooi om te zien dat NOS voorlopig door blijft gaan met Mashup, waar het in eerste instantie een tijdelijk karakter had.
Anytime, anywhere, anyhow
DYTG Industry 2017 liet zien dat het beraken en bereiken van mensen, zowel jongeren als ouderen, dag en nacht doorgaat. Op ieder moment en op elk online kanaal. Het publiek consumeert to the max, anytime, anywhere, anyhow. Organisaties en merken zijn volop bezig daarop in te spelen, met wisselend succes. Maar er valt dan ook nog genoeg te leren én ontdekken.