Merkdeskundige Marc Oosterhout: “De politiek zet de ontvanger niet centraal”
Politieke partijen moeten op zoek naar een heldere en onderscheidende why
Marc Oosterhout is merkstrateeg en mede-oprichter van N=5, het grootste onafhankelijke reclamebureau van Nederland. De politiek moet beginnen met beter reclame te maken, zegt Marc. Dit bepleit hij met zijn boek De kunst van het kiezen, daarin worden de zeven grootste Nederlandse politieke partijen vergeleken met bekende merken. Oosterhout hoopt dat politici wat meer merkstrategie gaan gebruiken: “Ik denk dat wij een heel mooi vak hebben waar heel veel kennis is, die op heel veel vlakken niet wordt toegepast.”
Het Nederlandse politieke landschap is onoverzichtelijk en verkiezingsprogramma’s zijn nagenoeg inwisselbaar. Het is voor de kiezer steeds lastiger om het verschil tussen de partijen te zien. Er is maar één oplossing: politieke partijen moeten op zoek naar een heldere en onderscheidende why. De partijen moeten zichzelf onmisbaar maken en daarbij kunnen zij veel leren van merken – want stel dat de PvdA denkt als de HEMA, D66 als Apple en de PVV als Unox, zou het dan niet veel beter met de partijen kunnen gaan?
Wat kunnen politici leren van merken en reclame? Oosterhout: “Wat politieke partijen meestal niet doen is de kiezer centraal zetten. Dat klinkt gek, maar in hun denken zijn ze nog heel erg met zichzelf en het realiseren van een politieke agenda bezig.” De merkdeskundige ziet dat de partijen juist in de verkiezingstijd steken laten vallen: “Een van de wetten in communicatie is: begin bij die ontvanger, wat hem of haar bezighoudt, neem dat serieus en probeer dat te vertalen naar een boodschap.”
Amateuristisch
Oosterhout vergelijkt de manier waarop een politieke partij stemmen probeert te winnen met de marketing van een product: “De vergelijking is identiek. Ik vind zelfs eerlijk gezegd dat politieke partijen er nog veel amateuristischer mee omgaan dan veel merken.” En waarom is het dan zo slecht gesteld? Een verklaring zou kunnen zijn dat er te weinig geld is. Oosterhout: “Ik denk dat als je een campagnebudget van een miljoen hebt, dat ze dat veel vinden. Maar het is heel weinig om een goede campagne te maken.”
Goede strategie
Ook verklaart de merkdeskundige dat politici denken dat ze het zelf kunnen: “Ze vinden zichzelf communicatoren. Eigenlijk een verkeerde gedachte, dat je dat zomaar kan. Een cep van KPN of Unilever zou dat ook kunnen denken, maar die huurt mensen in die verstand van zaken hebben.” Oosterhout hoopt dat voortaan elke zichzelf respecterende partij een goed bureau inschakelt om een echt goede strategie te maken.
Het merkdenken zit inderdaad niet echt in het politieke DNA ingebakken. Neemt niet weg dat je voor een fractie van een budget van 1 mln een goede strakke brand house kunt opstellen dat je richting geeft in alles wat je in communicatie doet. Maar los van het ‘branden’ van zichzelf als lijsttrekker of hun partij blinkt het gezelschap op het Binnenhofse pluche niet bepaald uit in het verstrekken van Jip-en-Janneke informatie waarop de gemiddelde burger een gefundeerde keuze aan maken. Neem de informatievoorziening rondom de Europese Grondwet of het associatieverdrag met de Oekraïne maar even als voorbeeld. Ze zouden hun licht alvast even kunnen opsteken bij het CPB. Dat biedt een stuk meer houvast dan de ingestudeerde oneliners van de politieke boegbeelden. Het positieve nieuws: er is nog voldoende ruimte voor verbetering.