Het is een veelgehoord voornemen: definitief stoppen met Facebook. Maar goed, stel voor dat je dat ook echt doet, waar mondt dat dan op uit? Eind 2012 verwijderde ik mijn account, met alle gevolgen van dien. Mijn advies: doe het, maar bereid je voor op het ergste.
Proloog: wat ik op Facebook deed
Het is altijd een haat-liefdeverhouding geweest, Facebook en ik. Ik heb een grote drang naar zelfexpressie en het verkondigen van meningen, maar ik vond het altijd erg gek om dat ongericht te doen.
Als schrijver van recensies in een muziekblad weet ik dat de lezer ook van muziek houdt, als opiniemaker bij een stadsmagazine weet ik dat de bezoeker ook iets met die stad heeft, maar zit er een rode draad in mijn vrienden op Facebook? Houden ze allemaal van autistische elektronica? Van open data, anders? 9gag misschien? Of de zoveelste geniale retorische truc van Jon Stewart? Nee, natuurlijk niet. Waarom zouden ze dan wel van al mijn uitingen houden?
Alles op Facebook is dus een schot hagel. Een beetje alsof je op een verjaardag niet met mensen praat, maar met een megafoon rondloopt en je verhalen vertelt aan de goegemeente. Nog erger: een verjaardag à la Facebook betekent dat honderdvijftig mensen via een megafoon hun verhalen vertellen, zij dat tegelijkertijd doen, en dat de aanwezigen via diezelfde megafoon op elkaar reageren.
En, nog erger: het betekent ook dat iedereen om alles zo hard en vaak mogelijk lacht en op iedereen zo snel en spitsvondig mogelijk reageert, want iedereen hoopt dat de anderen net zo goed om hun verhalen moeten lachen en daarop willen reageren.
Een van de werkelijkheid losgezongen sociale kakofonie van interactie dus.
Mezelf uiten was dus niet mijn ding op Facebook. Wat ik daarentegen wél deed, was het pluggen van mijn eigen werk op Facebook. Recensie gescheven? Hier! Evenement georganiseerd? Daar! Opiniestuk geplaatst? Lees! Video gemaakt? Kijk! Dat voelde iets minder pijnlijk om te doen, omdat de rode draad van mijn netwerk was dat ze mij kenden en dus - ik hoop het alvast - in mijn doen en laten geïnteresseerd waren.
Het bleef niettemin schieten met hagel, want hoe dik we samen ook zijn, mijn liefde voor blackmetalplaten of achtergrondartikelen over information overload wordt door weinigen gedeeld. Het moest wel heel gek lopen als ik iets deelde dat mijn netwerk ook inhoudelijk echt leuk vond.
Daarnaast was het een druppel op de gloeiende plaat. Het echte potentieel voor materiaal ligt bij de doelgroep daarvan, en die bereik je niet door informatie ongericht te delen in een ongedefinieerd netwerk van vrienden en familie. Ik hoopte natuurlijk dat het via-via alsnog bij de juiste mensen terecht zou komen, maar het was allemaal erg indirect, en daardoor weinig effectief.
Het enige waar ik Facebook écht interessant voor vond, was het volgen van mensen. Facebook gaf de illusie dat je op de hoogte was van wat je vrienden doen. Welke trends spelen er, wie gaat met wie, waar moet ik vanavond zijn, wat zijn de platen van nu, hoe denken mijn vrienden over de wereld? Daarnaast reageerde ik graag op mensen. Gewoon, laten weten dat we ze deden tof was, vragen stellen, grappen maken, reageren op uitnodigingen, dat werk. Maar heb ik daar Facebook voor nodig? Ik hoop het niet.
En dan nu: de nadelen
Weinig verheffend allemaal dus. Daarentegen waren er wél veel nadelen. Te over zelfs.
Het begon al heel triviaal. Wie laat je toe in je netwerk? Ik hield als regel aan dat ik de ander in het echt moest kennen, dat ik geïnteresseerd was in de ander, en dat ik de dingen die ik deelde ook in het echt met die ander zou delen. Ouders, jeugdvrienden, tantes, collega’s, exen (tenzij buitensporig knap, gewoon, om af en toe de profielfoto’s legitiem te mogen bekijken): nee, nee, nee, nee, nee.
Bijkomende complexiteit: het leven schrijdt voort, mijn sociale netwerk ook, en dus komen en gaan mensen. Eens in de zoveel tijd ging ik dus door mijn vrienden heen en verwijderde ik er naar eer en geweten. Normaal bel en zie je elkaar gewoon steeds minder, maar nu moest er echt een harde "njet" uitgesproken worden: het had wat kunnen worden, maar nu niet meer.
Daarnaast had je ook, en dat was nog veel erger, allemaal prima offline vrienden die op Facebook eigenlijk helemaal niet interessant waren. Schuchtere meisjes die extraverte drama queens bleken. Vriendelijke jongens die online in veel te veel berichten nabij een emotionele crisis leken te zitten.
Of gewone vrienden met gewone kroegverhalen die op Facebook opeens notoire hipsters waren die elk weekend naar de tofste feesten gingen en bij elke uitnodiging zeiden "Nee, dan kan ik niet, dan zit ik in Berlijn/Londen/het Andes-gebergte/een bijeenkomst voor de honderd slimste mensen ter wereld".
Of, en dat waren de ergste: vriendinnen die moeder werden en zich op Facebook alleen nog uitten via hun kinderen (“Kijk, op een paard! Kijk, onder een paraplu! Kijk, in de kots! Kijk, uitgescheurd!”).
Al die mismatches tussen waarom ik mijn vrienden wil kennen en hoe ze zich laten kennen, die moest ik ook allemaal uit mijn tijdslijn halen. Dat kon in 2012 nog door aan te geven dat ik alleen hun aller-, aller-, allerbelangrijkste updates wilde zien (een optie die inmiddels verwijderd is). Maar ja. Dat deed ik met zo veel mensen, dat ik alsnog álle updates te zien kreeg. Facebook gaat blijkbaar uit van een soort relatieve belangrijkheid, dus als je van níemand íets wilt zien, dan interpreteert Facebook dat als dat je van íedereen álles wilt zien.
En dan die verslaving! Want hoewel het me allemaal echt helemaal niets interesseerde, keek ik toch op automatisme elke zoveel minuten of er nog iets veranderd was op Facebook. Het werd een soort beloning voor, tijdens en na werkzaamheden. Alinea geschreven? Facebook! Website bijgewerkt? Facebook! Afwas gedaan? Facebook! Facebook-tijdslijn uitgelezen? Facebook! (vooral deze laatste loop of infinity was een extreem ergerlijke).
Eenmaal op Facebook aangekomen waren er een aantal prijzen te verdienen. Hoofdprijs: nieuwe vriendschapsverzoeken (plus dertiende maand als het mooie vrouwen betrof). Zilver: nieuwe reacties op mijn artikelen. Brons: updates van mijn favoriete Facebookvrienden.
Het meest belachelijk vond ik privéberichten. Hadden die vrienden me niet gewoon kunnen mailen? Waarom zo omslachtig via dit kanaal? De meest exhibitionistische variant was de vriend-naar-mij-reactie die privé bedoeld was (“Ga je zaterdag mee naar hipsterspot X?”), maar wel publiekelijk zichtbaar was op mijn tijdslijn. Jij doet net alsof je mij iets wilt vertellen, maar ondertussen gebruik je mij om de rest van de wereld je geweldige smaak/ontdekking/overwinning te laten zien. Sociaal misbruik is dat!
Word ik als Michael J Fox?
Toen, een handvol jaar na ermee gestart te zijn, besloot ik de stekker eruit te trekken. Ik liep al lang rond met dat idee, maar een kerkdienst wees me op het belang van rust. Tijd hebben om je te richten op wat echt belangrijk is. God, natuurlijk, dat spreekt voor zich in een kerkdienst, maar er zijn heel veel meer belangrijke dingen om je op te richten.
De krant uitlezen, bijvoorbeeld. Of mijn vrouw. Hobbels niet ontwijken maar juist nemen en zo toch een lastig artikel uitschrijven. Mezelf verplichten na te denken over wat er nog voor leuks en nuttigs te doen is wat niet voor de hand ligt. Wanneer had ik dat voor het laatst gedaan, vakanties niet meegerekend?
Ik ben überhaupt al een jongen die spartaans met informatie omgaat. We hebben al sinds een jaar of drie geen tv meer (tip: die mis je vervolgens ook bijna nooit meer), ik heb geen mobiel internet op mijn telefoon (ik ken mijn eigen informatieverslaving, en zou met data-abonnement nooit meer van mijn scherm loskomen), en ik lees sinds een jaar of wat geen online nieuws meer (het is een sensatie van lang geleden, maar de krant verrast mij elke ochtend met zijn verhalen; ik weet namelijk nog van niets).
Ik ben bovendien bovenmatig geïnteresseerd in de discussie over wat de stormvloed aan informatie met je hersencapaciteit doet, en probeer daarom bewust met informatie om te gaan. Facebook leek daarbij een ideale kandidaat om mijn recept mee te verbeteren.
Maar goed. Toen ging ik nadenken wat dit zou betekenen. Ik woon in het westen, ben hoog opgeleid, begin dertig, actief in het culturele circuit, dus bijna iedereen met wie ik omga zit ook op Facebook. Wat gebeurt er dan eigenlijk als ik daar als enige niet meer besta? Is Facebook niet leidend, of in ieder geval sturend geworden voor wat er in de wereld daarbuiten gebeurt?
Word ik ooit nog weleens uitgenodigd voor een verjaardag? Hoe laat ik mijn vrienden zien waar ik mee bezig ben? Hoe onderhoud ik relaties als ik niet meer aanwezig ben op de ultieme plek waar relaties onderhouden worden? Vervaag ik niet gewoon langzamerhand, als een Michael J Fox in 'Back to the Future', die stukje bij beetje door de tijd wordt ingehaald? Ben ik, omdat ik Facebook? Moet ik me niet gewoon neerleggen bij deze nieuwe realiteit, net zoals bij e-mail, de mobiele telefoon en het internet?
Nee, verdikkeme, nee! Ik vertik het om mee te gaan in de tendens om alle communicatie publiek te bedrijven, online iemand anders te zijn dan offline, en een slaaf te worden van een virtueel platform om het gevoel te houden fysiek verbonden te zijn. Dat moet toch ook anders kunnen?
Maar toen kwamen de consequenties
En dus verwijderde ik op een mooie zondagavond met horten en stoten (zie kader) mijn Facebook-account. Maar goed, dan heb je ook wat:
1. Prachtige discussies
Je weet dat er na je vertrek waanzinnig veel prachtige discussies zijn die totaal onbegrijpelijk zijn geworden. Al je bijdragen zijn er namelijk domweg uitgehaald, waardoor andermans meest geweldige grappen en beledigingen over jou terugslaan op de persoon net voor jou. Ook zijn er, als je veel met één persoon discussieerde, mensen die opeens hele monologen houden en daarbij op magische wijze reageren op punten die nergens terug te vinden zijn.
2. Contactgegevens
Sommige vrienden hebben je contactgegevens niet meer in hun telefoon. Dat kan gebeuren als die mensen hun telefoonboek synchroniseren met Facebook, zodat ze zeker weten dat ze de laatste gegevens over al hun vrienden hebben. Hierbij wordt soms de oorspronkelijke informatie overschreven. Als jij dan je Facebook-account verwijdert, word je in die gevallen ook volledig verwijderd uit telefoons.
Mijn vrouw (voor wie het al tragisch genoeg was dat ze volgens Facebook wél getrouwd is, maar níet met iemand) had bijvoorbeeld opeens mijn nummer niet meer (!). Verbaas je er dus niet over dat je na vertrek van Facebook opeens ook minder vaak gebeld, ge-sms’t en ge-whatsapp’t wordt. Het hoort er allemaal bij.
3. Komende weken
Je hebt echt géén idee meer wat je de komende weken moet gaan doen. Je wordt niet meer uitgenodigd voor verjaardagen, je weet niet meer naar welke dikke feesten je vrienden gaan, alle concertupdates bereiken jou als laatste, en over die spontane afspraak in een koffiebar op zaterdag hoor je pas zes weken later iets. Mijn hoop dat ik belangrijk of gewaardeerd genoeg zou zijn om ook via andere kanalen uitgenodigd te worden, bleek alvast vooral een illusie.
4. Gekke gesprekken
Als je ooit nog gebeld wordt door je vrienden of ze in de kroeg tegen het lijf loopt (tijdens een door hen georganiseerde borrel waar je trouwens niets vanaf wist: je wilde gewoon je sociale isolement gaan verdrinken), verlopen gesprekken voortaan heel gek. In plaats van een begin, midden en eind lijkt elke dialoog ergens halverwege te beginnen. Een gesprek begint bijvoorbeeld met een vriend die een smartphone voor je gezicht laat zweven en dan zegt: “Kijk, dit zijn dus die kunstwerken die ik gemaakt heb.” Wat, kunstwerken? Jij? En waar dan? Waarom eigenlijk? En hoezo copulerende koeien?
“Had je dat niet gelezen? Op Facebook had ik daar toch over verteld?” Bereid je er dus op voor dat je vrienden er de komende maanden nog vanuit gaan dat je op de hoogte bent van alles (kinderen, scheidingen, crematies, weekenden in Berlijn, feesten op geheime locaties, wereldgrappen met schildpadden die op hun rug liggen en alles), en misschien ook wel dat ze een beetje geïrriteerd zijn dat je de afgelopen tijd geen enkele vind-ik-leuk of vriendelijke feedback hebt gegeven. Je zult dus een tijd elk gesprek met een 0-1 achterstand moeten beginnen.
5. Kwaad bloed
Je hebt het nodige aan kwaad bloed gezet. Mensen wilden je namelijk heus wel uitnodigen voor hun verjaardag, zochten ook naar je, maar vonden je niet meer terug tussen hun vrienden. Hun conclusie: jij hebt hen ontvriend! Verrader! Bastaard! Despoot! Als je zo’n vriend vervolgens op volstrekt onverwachte wijze alsnog tegenkomt, zul je echt moeten uitleggen dat het niet aan hem ligt, maar dat je zelf de stekker overal uitgetrokken hebt. Het is namelijk tragisch maar waar: echt níemand heeft door dat je niet meer op Facebook zit.
Ik heb er daarom wel heel even over gedacht om een paar dagen van tevoren te vermelden dat ik zou verdwijnen, maar dat leek me zowel pijnlijk emotioneel als een expliciet bewijs dat ik van Facebook verloren had (ik had de site namelijk dan nog steeds nodig gehad om iets te vertellen). Het alternatief was om de mensen met wie ik het meeste Facebook-contact had per e-mail te informeren over de virtuele verwijdering, maar ook dat leek me prutswerk. Kom op Inge. Je wilt uit het systeem stappen, dan moet je niet via tussenpaden alsnog het onderspit delven.
Epiloog - waar moet ik heen dit weekend?
Ik ben nu goed anderhalf jaar verder, en soms, heel soms, kijk ik over de schouder van mijn vrouw mee naar haar tijdslijn. Zeker na er even uit geweest te zijn valt het me pas echt goed op hoe ongelofelijk onzinnig, absurd en surrealistisch al die contextloze zelfexpressie is. Tegen wie heb je het precies als je zegt “Zo, dat was gisteren echt tof met Marissa en Petra in Rotown! Ouderwets gestapt! Nu wel wat spierpijn ;)”? En wat wil je ermee bereiken?
Zoals gezegd: ik mis dingen. Ik mis discussies over de projecten waar ik bij betrokken ben, ik ben minder goed op de hoogte van hoe het met mijn vrienden gaat, ik weet minder goed waar ik dit weekend moet zijn en ik ben nog steeds vrienden aan het terugwinnen die mij ervan vermoedden óf expres niet meer op hen te reageren óf hen ontvriend te hebben.
Maar daar staat veel tegenover. Heel veel. Het allerbelangrijkste is dat ik voor mijn gevoel mijn vrienden weer ken zoals ik ze kende. Ik spreek veel af (op eigen initiatief, dat wel), e-mail mensen vaker persoonlijk (het neigt soms een beetje naar mijn idyllische jeugd vol penvrienden en -vriendinnen), en hoor op die manier weer mijn vrienden zoals ik ze het liefst hoor: zoals ze zijn.
Daarnaast ben ik wat rustiger over wat er om me heen gebeurt. Zeker in een grote stad kun je constant ergens zijn, en om daar altijd van op de hoogte te zijn doet me geen goed. Ik ga al heel mijn leven gebukt onder de angst iets te missen, terwijl ik datzelfde leven lang al uit ervaring weet dat er in de regel echt niets aan te missen valt. Enige grenzen aan mijn kennis over de buitenwereld pakken daarom prima uit.
Ik ga dus niet meer terug. Jij ook? Het vertrek kost wat littekens op je ziel, maar je komt eruit als een beter mens.
Stoppen voor experts
Stoppen met Facebook, da’s ook technisch gezien nog lang niet makkelijk. Facebook wil namelijk het liefst dat je niet je account verwijdert, maar dat je deze deactiveert. Dat is alleen nogal een halfslachtige methode, want niet al je berichten worden verwijderd, en je kunt nog wel gewoon getagd en uitgenodigd worden.
Oftewel: de gemiddelde leek zal nog gewoon denken dat je er bent. Bij het doorlopen van de deactivatie moet je ook aangeven wat je reden hiervoor is, waarbij enkele opties als volgt zijn: ‘Ik vind Facebook niet nuttig’ en ‘Ik besteed teveel tijd aan Facebook’. Wat dat betreft kent de website zijn gebruikers al aardig.
Het moge duidelijk zijn: een vertrek moet beter kunnen. Gelukkig zijn er stappenplannen om je account voorgoed te verwijderen. Dat gaat daarna nog steeds niet makkelijk (zo vertelt Facebook je met een fikse portie gevoel voor pathos welke van je fantastische vrienden je niet meer kunt bereiken, welke prachtige foto’s je gaat verwijderen, plus dat je weet dat een naamgenoot je zuur verdiende vanity-url kan overnemen), maar met wat hangen, wurgen en mentale overredingstechnieken bereik je het eind.
Zelfs dan ben je er nog niet, want Facebook heeft in al zijn wijsheid besloten dat je daarna deze keuze alsnog binnen veertien dagen kunt terugdraaien door een keer in te loggen. Dat is niet alleen routinematig verleidelijk, maar ook iets wat vrij snel per ongeluk gebeurt omdat je meestal op meerdere computers en via verschillende externe applicaties zoals Spotify ingelogd bent. Ga dus goed met de bezem door je opgeslagen wachtwoorden, browsers en gekoppelde diensten.