De invloed van devices op ons kijkgedrag

29 juni 2012, 10:30

In mijn vorige blogpost ben ik ingegaan op de stand van zaken op het gebied van connected TV. Als vervolg hierop wil ik in deze posting ingaan op het veranderend gedrag bij de consumptie van video en de rol daarin van de nieuwe devices. Wat betekent het bijv. dat we op elke smartphone video kunnen kijken en binnenkort wellicht op brede schaal ook live TV? En zorgen tablets ervoor dat we video nu elders kijken dan thuis? Of zitten we toch nog liever aan de buis gekluisterd?

De verkoop van televisies is verworden tot een verzadigingsmarkt. Digitale tv’s hadden in 2011 een penetratie van 126 procent. Er is dus bijna geen huishouden meer zonder een digitaal televisietoestel. Dit heeft tot gevolg dat de verkoopcijfers langzaam wegzakken. Volgens Intomart GfK zal de Nederlandse verkoop van digitale TV’s terugzakken van 1,85 mln in 2010 naar een ‘baseline’ van 1,5 mln toestellen in 2013.

Tegelijkertijd vindt er een grote opkomst van Web-tv plaats. In 2011 was 34 procent van de verkochte tv-toestellen geschikt voor directe toegang tot het internet, in 2012 zal dat naar verwachting al 60 procent bedragen. Uitgaande van deze groei zal eind 2013 de helft van alle huishoudens over een TV beschikken die gekoppeld is aan het web.

Eigen platformen

De fabrikanten van TV-toestellen hebben de opkomst van connected TV aangegrepen om eigen platformen te ontwikkelen. De internettoegang wordt verschaft via een in de TV ingebouwde browser of een app store van waaruit applicaties geïnstalleerd kunnen worden. De ‘walled gardens’ die de fabrikanten daarbij opzetten, lijken enigszins op de pogingen van telco’s om bij de opkomst van (mobiel) internet een eigen afgeschermd ‘hoekje’ te creëren; denk aan HetNet van KPN (internet) of iMode van KPN en Vizzavi van Vodafone (mobiel). De vraag is of al die ‘tuintjes’ naast elkaar bestaansrecht hebben of juist de deur openzetten voor een TV-fabrikant-onafhankelijk platform o.b.v. een ander device.

Daar komt nog bij dat zo’n 50% van de mensen die een connected TV hebben geen gebruikmaken van de internetdiensten die beschikbaar zijn op hun toestel. Volgens recent onderzoek van Intomart GfK zijn er vier duidelijke dissatisfiers te benoemen, nl:

  • 1/2 van alle connected TV-bezitters vindt de internetfuncties lastig te bedienen via de afstandsbediening;
  • 1/3 van hen zegt nog geen tijd gemaakt te hebben om de functies te ontdekken;
  • 1/4 geeft aan behoefte te hebben aan uitleg over de werking ervan;
  • 1/5 wil de functies wel gebruiken, maar kent ze niet.

Deze en andere interessante recente cijfers zijn te vinden in onderstaande presentatie die Barbara Schouten van GfK onlangs gaf op het Mediapark Jaarcongres 2012.

Andere devices

Al met al zorgt dit ervoor dat mensen steeds vaker ook andere devices gaan gebruiken voor het consumeren van TV-content. In Nederland keken in juni 2012 28 procent van de mensen wel eens televisiebeelden via de laptop, 24 procent via de desktop-PC, 9 procent op een tablet en 7 procent op een mobiele telefoon.

Overigens waren de percentages voor laptop en desktop in december 2011 nog hoger, nl. respectievelijk 35 en 31 procent. In dat onderzoek werd overigens ook gemeten wat de kijktijd per device was. Daaruit viel af te leiden dat de laptop het meest intensief gebruikt wordt, met 39 kijkminuten per week (gemiddelde van de totale populatie).

Bron: Trends in Digitale Media, Intomart GfK.

De voorkeur voor de laptop en PC als alternatieve ‘kijk-devices’ maakt al duidelijk dat de meeste consumptie thuis plaatsvindt. Maar ook smartphones en tablets worden m.n. binnen de eigen woning gebruikt. Bijna de helft van de smartphone-tv-kijkers, 48 procent, doet dat wel eens onderweg, voor het overige geldt dat van de mensen die gewend zijn tv te kijken via hun device hooguit een kwart die mogelijkheid buitenshuis benut, en meestal veel minder.

Bron: Trends in Digitale Media, Intomart GfK.

Naast de lineaire TV-content, worden de devices ook gebruikt voor het bekijken van niet-lineaire TV, zoals uitgesteld kijken. Daarbij valt op dat voor die laatste categorie geldt dat deze –zeker relatief gezien- veel vaker wordt bekeken op computers, tablets en smartphones. Dat heeft ongetwijfeld te maken met de beschikbaarheid van diensten als Uitzending gemist en RTL XL op deze apparaten en het bedieningsgemak ervan bij het terugvinden van content.

Bron: SKO Moving Pictures.

Diezelfde tendens is zichtbaar als een verder onderscheid wordt gemaakt naar de soorten content die worden geconsumeerd. Relatief gezien kijken tabletgebruikers veel naar ‘gemist’-diensten, terwijl smartphone-kijkers vooral user-generated content tot zich nemen.

Bron: SKO Moving Pictures.

Uit al deze cijfers blijkt wel, dat het gebruik van nieuwe devices voor de consumptie van TV- en andere videocontent het kijkgedrag flink beïnvloedt. Aanbieders van videocontent spelen daar op in met services en verdienmodellen. Daarop zal ik in een volgende blogpost verder ingaan.

Deze publicatie is van mijzelf en komt niet noodzakelijkerwijs overeen met de visie, strategie of mening van DELTA.

Rudolph Regter
Producer bij Nyenrode

Marketingprofessional met ruime ervaring in de multimedia- en energiesector. Won prijzen voor o.a.; "Beste internet provider van Nederland", "Beste Telecom website van het jaar" en de "Beste Energie provider van Nederland". Ondernemer en innovator. Passie voor oude en nieuwe marketing en strategie.

Categorie
Tags

1 Reactie

    Wienke Giezeman

    Top verhaal! Precies daarom hebben we wappZapp gemaakt!


    29 juni 2012 om 11:32

Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!