Procter & Gamble focust meer op online advertising
Procter & Gamble, de grootste adverteerder ter wereld, gaat zijn reclamebudgetten meer naar online advertising verschuiven. Het bedrijf kondigt ook aan om voor het eerst een pan-Europees netwerk van digitale bureaus gaat aanwijzen. P&G, dat een wereldwijd een totaal reclamebudget van 6 miljard dollar (ongeveer 4,7 miljard euro) heeft, kondigt aan meer te gaan investeren in nieuwe media met als bedoeling de consument effectiever aan te spreken.
P&G voert een uitgebreide reeks van FMCG-merken, waaronder bekende namen als Max Factor, Olaz, Swiffer, Pampers, Vicks en Pringles. ‘We willen meer strategische partnerships ontwikkelen met interactieve bureaus om consumenten te bereiken waar en wanneer ze het meest ontvankelijk zijn,’ aldus een woordvoerster van P&G. ‘De consumptie van digitale media groeit onder West-Europese consumenten en dat moeten we in onze overwegingen meenemen.’
Jim Stengel, global marketing officer van P&G, is een groot voorstander van de verschuiving van het budget van traditionele media naar nieuwe marketingkanalen. In de Verenigde Staten verplaatste het bedrijf vorig jaar 8% van het marketingbudget voor televisiereclame naar online. Een vergelijkbare stap wordt nu voor Europa verwacht. P&G heeft contact opgenomen met ongeveer 30 regionale en lokale digitale bureaus met als opdracht ideeën te ontwikkelen voor online campagnes. Tot dusver werd er door de afzonderlijke landen incidenteel met bureaus gewerkt; het nieuwe initiatief betekent echter dat P&G nu centrale beslissingen voor de lange termijn neemt over de manier waarop digitale marketing in Europa het best kan worden ingezet. ‘Digitaal vormt een kosteneffectieve manier om een één-op-één contact met onze klanten te krijgen,’ voegde de woordvoerster toe. ‘Digitaal kan ons ook de mogelijkheid bieden om die consumenten te bereiken die minder ontvankelijk zijn voor de traditionele media. Het biedt nieuwe dimensies die we met traditionele media niet op een kosteneffectieve manier konden bereiken.’
Bron: MSN (via: Marketingconsultancy.be)