Guido van Nispen (ANP): “Bij ons is alles technologie gedreven”
Nog steeds 60 procent van de omzet van het 80 jaar oude ANP komt van het reguliere persbureau. Dat produceert jaarlijks zo’n 150.000 artikelen, 600.000 foto’s, 30 video-items per dag en alle nieuwsuitzendingen voor de commerciële radiostations van Nederland. Met een ploeg van circa 160 mensen in vaste dienst en zo’n 100 freelancers. Een ongelooflijk volume met een relatief bescheiden groep. “Dat kan alleen maar in deze digitale tijden, voorheen had dat gewoon niet gekund. Dat kon niet zo snel worden geproduceerd. Kijk alleen al naar die 600.000 foto’s, dat kan alleen digitaal”, aldus CEO Guido van Nispen.
Het ANP richt zich alleen op zogenaamd breaking news, zowel groot als klein. “Meningen en duidingen doen wij niet. Maar als er een schietpartij plaatsvindt of als er in de politiek zaken gebeuren, dan zijn wij er altijd bij.” Naar eigen schatting heeft 70 tot 80 procent van dit soort nieuws in Nederland het ANP als bron. Je zou kunnen denken dat dat leidt tot eenheidsworst, maar volgens Van Nispen is dat juist niet het geval.
Het ANP zorgt voor een goede basis en biedt afnemers zo de mogelijkheid zich met een eigen redactie te specialiseren. “Het feit dat je een serieuze speler kunt zijn tegen beperkte kosten en je eigen mensen en middelen kunt inzetten om het verschil te maken, dat is een enorm goed uitgangspunt. (…) Omdat wij de basis leveren kunnen onze klanten zich onderscheiden.”
“Betalen voor journalistiek komt terug”
Ondanks het belang van het ANP, zijn er ook bedreigingen. Belangrijkste probleem is misschien wel dat veel mensen nieuws als gratis product zien. “Wat we digitaal gedaan hebben, is de Nederlander het gevoel geven dat nieuws gratis is. Als je een hele keten hebt die gratis dure dingen moet weggeven, dan maakt dat het lastig voor die keten. Het produceren van nieuws is gewoon ongelooflijk duur en als de eindgebruiker denkt dat het niets kost of er geen waarde aan hecht, is het lastig dat model goed te houden.” Een situatie waar individuele kranten en websites meer onder lijden dan het ANP zelf. Die geven hun content niet gratis weg.
Toch is Van Nispen niet blij met de huidige praktijk. Het zorgt voor stilstand. “Ik heb liever een sector die fors in de groei zit, want dat maakt het interessanter om nieuwe dingen te doen.” Tegelijkertijd ziet Van Nispen een kantelpunt aankomen. “Je ziet dat betalen voor journalistiek, al is het door een kleine groep, weer begint te komen. De Correspondent is toch een behoorlijk succes. Je kunt er van alles van vinden, maar er is een forse groep mensen die ervoor betaalt. Je ziet ook dat er nieuwe modellen komen. Allerlei partijen zoals Blendle of The Post Online die zelf online artikelen verkopen en daar weer geld mee verdienen.”
Naast gratis nieuws is de concentratie van kranten in handen van twee Belgische concerns een ontwikkeling die het ANP potentieel last zou kunnen bezorgen. Gaan die kranten straks nog wel allemaal een abonnement bij het ANP afsluiten, of wordt dat allemaal minder?
Van Nispen relativeert: “Een paar jaar geleden hadden we nog 10 grote concerns, dat zijn er nu nog 6: Persgroep/Wegener, de Telegraaf mediagroep, de NPO, Sanoma en SBS en RTL en nummer 6 is dan de combinatie NRC/MGL. Dat zijn de 6 grootste Nederlandse journalistieke organisaties. Maar daarnaast heb je werkelijk duizenden andere journalistieke organisaties, zowel klein als groot. En ook andere partijen als bijvoorbeeld Snapchat onderzoeken of ze iets kunnen doen met nieuws. Dus er gebeurt nog genoeg”.
“Je moet uitkijken dat je geen nieuws maakt wat er niet is”
Ondertussen neemt het tempo waarin nieuws wordt gemaakt en verspreid alleen maar toe. Daarbij moet het ANP de zorgvuldigheid niet uit het oog verliezen. “Tien jaar of zelfs vijf jaar geleden had je veel meer tijd en rust. Kijk bijvoorbeeld naar het bericht over het overlijden van de vader van Maxima. Daar hebben wij een persalarm over uitgebracht: dit is wat Argentijnse media melden. Een persalarm is een soort waarschuwing vooraf, maar voor je het weet is het nieuws geworden. Wij gaan er heel zorgvuldig mee om, wij willen zeker zijn dat iets klopt. Dus als we iets echt naar buiten brengen moeten we een bron hebben, het zeker weten. Want de onrust die je kunt veroorzaken als ANP in waarin wij iedereen nieuws aanleveren. Dan moet je uitkijken dat je geen nieuws maakt wat er niet is.”
Tegelijkertijd wordt er steeds meer gewerkt met automatische systemen. Kijk bijvoorbeeld naar berichten waar geautomatiseerd meta data aan worden toegevoegd. Of zeer gespecialiseerde tools die nieuws kunnen oppikken uit social media. “Alles is bij ons technologie-gedreven”, aldus Van Nispen. Maar berichten gemaakt door robots, zoals inmiddels al wel in Amerika gebeurt, zijn er nog niet. “We zijn er wel naar aan het kijken. Het ligt eraan of onze klanten het willen hebben. Voor ons is het op dit moment nog niet goed genoeg om er heel veel energie in te steken.”
Waar het ANP wel energie in steekt, is het maken van nieuwsproducties voor klanten. “Wij weten natuurlijk ‘s ochtends heel goed wat er die dag in grote lijnen gaat gebeuren. In overleg bieden wij sommige klanten extra inhoud aan. Daar zijn we nu de eerste stappen in aan het zetten, dat is voor ons best wel revolutionair.” Daarnaast wordt ook geld verdiend met het versturen van tienduizenden persberichten per jaar en de databank waar dagelijks 20.000 nieuwe artikelen aan worden toegevoegd. Toegankelijk voor professionals. Allemaal elementen waar Van Nispen veel van verwacht. Maar die nooit in de plaats zullen komen van de belangrijkste taak van het ANP: de collectieve nieuwsvoorziening.
“We zijn een netwerk en ik vind dat als je met de spullen die je verkoopt niet je toekomst kunt verdienen, er iets met jou en je klanten niet goed is. Of je hebt een verkeerd product of je bent niet in staat er een gezonde prijs voor te krijgen. En doordat we met onze andere activiteiten ook geld verdienen, kunnen we de prijzen laag houden.”