Global strategist Marc Teerlink: “IBM is innovatiever dan ooit”
IBM is inmiddels ouder dan 100 jaar. Maar het bedrijf is innovatiever dan ooit, meent global strategist Marc Teerlink. Zo werd vorig jaar ruim 6 miljard dollar uitgegeven aan research. “Het is ook een bedrijf met 400.000 mensen in 120 landen”, relativeert Teerlink. IBM staat vooral bekend als computerbouwer voor de consumentenmarkt, maar dat doet het bedrijf sinds 2002 niet meer. IBM richt zich op een zakelijke markt: bedrijven en overheden. Die proberen ze op een zo innovatief mogelijke manier te bedienen. Om voorop te blijven lopen, is IBM al 17 jaar lang op rij de grootste aanvrager van patenten. “Wij hebben elk jaar meer patenten dan de negen partijen naast ons.”
Dat gaat dan lang niet altijd om uitvindingen of formules die binnen het eigen bedrijf worden uitgedacht. “Wij kopen bedrijven met patenten op basis van hoe wij inschatten waar de wereld naartoe gaat. In die scenario’s staan geen vaststaande feiten, maar we kunnen wel zeggen dat er 22 procent kans bestaat dat er de komende 5 jaar in een bepaalde sector iets disruptiefs gaat gebeuren.”
Ook intern staat IBM niet stil. “We openen een ecosysteem. In ons kantoor in New York kunnen kleine ontwikkelaars na kwalificatie binnen komen en een unit nemen. Dus als je slim bent en je hebt een geweldig idee, dan kom je bij ons binnen en dan dan maak je ook nog kans op geld. Dat zou IBM 20 jaar geleden nooit gedaan hebben.”
“Je moet ook naar de gaten in data kijken”
Een mooi voorbeeld van een vernieuwende aanpak gaat over een grote Amerikaanse detailhandel met meer dan 1.000 zaken. Die zien zich geconfronteerd het het feit dat klanten steeds sneller op producten uitgekeken zijn. Vaak duurt die periode niet langer dan een maand of drie. En wanneer je dan als bedrijf al negen maanden eerder producten moet bestellen, is het belangrijk te weten wat je doet. “Dus wat we gedaan hebben, is kijken naar data buiten het bedrijf: meningen op sociale netwerken, reviews en commentaar. En daaruit gefilterd wat mensen echt willen.” Met succes. De inkoopvoorspelling na analyse ligt 24 procent dichter bij de werkelijkheid. “Dat zijn voor een retailer met 1.000 winkels kolossale bedragen.”
IBM werkt vaker met (big) data. Zo ook in het voorbeeld van een grote koffieketen. Wanneer die 20 jaar geleden gezegd zouden hebben dat ze koffie voor 5 dollar in plaats van 50 cent zou graan verkopen, zou iedereen de onderneming voor gek hebben verklaard. “Je kon ook niet in data vinden dat mensen meer geld voor koffie wilden betalen. Wat je wel zag, is dat mensen zeiden dat ze graag wat relaxter koffie wilden drinken. (…) Dus je moet ook in de gaten in de data gaan kijken en er dan uithalen waar het werkelijk om gaat.” Want inmiddels betalen mensen rustig 5 dollar voor een koffie, mits ze daar een prettige (werk)omgeving bij krijgen.
“Een computer die denkt en redeneert als een mens”
Maar misschien wel het meest tot de verbeelding sprekende voorbeeld gaat over Watson, een computer die lijkt te kunnen denken. Valentijnsdag 2011 won Watson de kenniskwis Jeopardy. Hij speelde tegen de beste kandidaten van de afgelopen 40 jaar. Watson kon 200 miljoen bladzijden tekst per seconde doorspitten en had een oneindige bron teksten ter beschikking.
Maar wat het echt bijzonder maakt: in de kwis moet je naar aanleiding van een antwoord de vraag benoemen. Dat vergt taalinzicht. “Wat we daar hebben bewezen, is dat we een computer kunnen bouwen die taal begrijpt, ook in een context.” Een ontwikkeling die grote gevolgen kan hebben. IBM heeft er voor gekozen om Watson niet direct te commercialiseren, maar te bekijken wat de computer kan bijdragen aan bijvoorbeeld de gezondheidszorg.
Amerikaanse artsen hebben maandelijks maar een uur of 5 om hun vakliteratuur bij te houden. En wat zou er beter zijn dan een arts die direct na binnenkomst van een patiënt volledig op de hoogte is van alle beschikbare data? Volgens Teerlink past de keus om Watson in te zetten voor de wereld perfect bij IBM. “Je draagt bij aan de wereld. Je zet mensen in om te laten zien dat het werkt en dan kun je vervolgens tegen de detailhandel zeggen: als ik dit voor oncologie kan doen, dan kan het ook voor jouw bedrijf.”
En dus wordt Watson een open ecosysteem. “Omdat het moet. Je kunt je niet meer veroorloven om een op zichzelf staande standaard te zijn. Je moet standariseren. Het hebben van een open standaard heeft ervoor gezorgd dat we veel meer talent op de markt hebben gezien dat met onze of andere tools dingen doet. Daar hebben wij ook commercieel belang bij, want die kunnen met onze technologie omgaan.” Hierdoor kunnen ontwikkelingen veel sneller gaan. ”Dus wij hebben er baat bij, onze klanten hebben er baat bij en de werkelijkheid is meer en meer legoblokken geworden.”