De psychologie van nepnieuws. Dit zal je niet geloven.

7 maart 2017, 09:00

Hoe nepnieuws werkt in ons brein

In december 2016 werd ten onrechte de ‘veiligheidscheck’ op Facebook geactiveerd op basis van veelvuldig gedeeld nepnieuws over een aanslag in Bangkok. Het ging om oude berichten over een aanslag in 2015, die gekopieerd waren. Facebook had nota bene in november tegen een verslaggever gezegd dat het algoritme eerst controleert of het nieuws echt is, voordat het de veiligheidcheck activeert. Niet dus.

Bijna één op de vier Amerikanen heeft wel eens nepnieuws gedeeld op Facebook, volgens een studie door het Pew Research Center in december 2016. En één op de 10 personen deelde zelfs het bericht wetende dat het om nepnieuws ging. Wat is hier aan de hand? Wat is de werking van nepnieuws?

Voordat we de analyse induiken, is het denk ik een goed idee om een klein beetje te weten over de geschiedenis van dit fenomeen.

In 1979 maakt The National Enquirer de overstap van zwart/wit naar drukwerk in kleur. De oude zwart/wit-drukpersen werden echter niet de deur uitgedaan, maar ingezet voor de zwart/witte uitgave The Weekly World News. Een verzameling van nepberichten gebundeld in een wekelijkse uitgave die decennia heeft bestaan. In de uitgave kon je koppen vinden als ‘Er leven babies in het wrak van de Titanic’ en ‘Jagers schieten engel in plaats van eend uit de lucht’.

In 1988 verscheen The Onion, een uitgave waarin auteurs werden betaald om satirische en parodische verhalen te bedenken. Sinds The Onion online is gegaan in 1996 worden de artikelen veelvuldig gedeeld. Tot op de dag van vandaag zijn er nog hordes mensen die de artikelen op Facebook delen in de veronderstelling dat ze waar zijn.

Hierna zijn er nog ontelbare replica’s en nepnieuwssites verschenen, met als groot verschil dat de meest sites user generated content gebruiken en die verdraaien of anders framen. Meestal is de content dan ook niet zo grappig. En soms krijgt een artikel van zo’n site ineens miljoenen views, niet omdat het grappig is, maar omdat mensen denken dat het echt waar is.

Typen nepnieuws

Als we nu naar het ecosysteem van nepnieuws kijken, dan kunnen we diverse vormen van nepnieuws onderscheiden. Ieder met zijn eigen insteek en doel:

  • Satire. Vorm: duidelijk nep, komische ondertoon. Doel: vermaak.
  • Clickbait. Vorm: verzonnen of opgeblazen nieuws. Doel: geld verdienen.
  • Politiek. Vorm: waarheid verdraaien of halve waarheden. Doel: concurrentie zwartmaken, propaganda.
  • Commercieel. Vorm: verzonnen of recycled oud nieuws. Doel: twijfel zaaien, concurrentie zwartmaken.
  • Pseudo-wetenschappelijk. Vorm: vaak verzonnen verhalen of samenzweringen met medische insteek. Doel: geld verdienen, samenzwering ontmaskeren

Eigenschappen en verspreiding

De meeste vormen van nepnieuws delen een aantal eigenschappen die tegelijkertijd voor ons ‘rode vlaggen’ kunnen vormen bij het lezen van nieuws.

  1. Ze hebben een nieuwsgierigmakende titel of een titel waarin de clou al duidelijk is (clickbait)
  2. Ze staan op sites die er qua design uitzien als reguliere nieuwssites
  3. Ze vertonen virale eigenschappen

De oprichter en eigenaar van nepnieuwssite The National Report, Allen Montgomery (een nepnaam) zegt hierover:

There are highs that you get from watching traffic spikes and kind of baiting people into the story. I just find it to be a lot of fun. (…) Obviously the headline is key, and the domain name itself is very much a part of the formula – you need to have a fake news site that looks legitimate as can be. (…) Beyond the headline and the first couple of paragraphs people totally stop reading, so as long as the first two or three paragraphs sound like legitimate news then you can do whatever you want at the end of the story and make it ridiculous

Als we kijken naar de distributie van nepnieuws zien we dat dit overeenkomsten vertoont met infectieziekten (Kucharski, 2016). Zowel gemuteerde ziektevormen als geruchten kunnen zomaar ontstaan in een populatie en zowel infecties als meningen ontstaan door sociale contacten.

Daarnaast is bekend dat gemuteerde infectieziekten zich verzetten tegen mutaties van buitenaf, net zoals we zelf als nieuwsconsumenten in een sociaal netwerk het dominerende beeld of de dominerende opinie zullen beschermen tegen strijdige informatie (zie ook ‘confirmation bias‘ verderop in dit artikel)

Craig Silverman, verantwoordelijk voor een team bij Buzzfeed dat de effecten van nepnieuws onderzoekt:

A fake news website might publish a hoax, then because it’s getting social attention another site might pick it up, write that story as though it’s true and may not link back to the original fake news website. From there it’s a chain reaction until at some point a journalist at a largely credible outlet might see it and quickly write something up, because many journalists are trying to write as many stories as possible and write stories that get traffic and social attention. The incentive is towards producing more and checking less

Beïnvloedingstechnieken gebruikt bij nepnieuws

De bedenkers, makers en distributeurs van nepnieuws hebben vaak een scala aan psychologische technieken die ze gebruiken om het nepnieuws onder de aandacht te brengen door acceptatie en verspreiding te stimuleren. Hieronder volgt een aantal van meest gebruikte technieken

1. Astroturfing

Als we nieuws lezen, zijn we geneigd om validatie van het nieuws te zoeken in onze eigen (online) omgeving, of ten minste validerende berichten te herkennen en accepteren. Daarom is het voor bedenkers van nepnieuws noodzakelijk om zoveel mogelijk twijfel te zaaien over tegenargumenten.

De techniek ‘astroturfing’ kenmerkt zich door voorafgaand aan het nepnieuws zorgvuldig twijfelactiverende berichten en activiteiten te ‘zaaien’ die later – na de brede publicatie van het nepnieuws – als bevestiging kunnen worden gezien. Voorbeelden van astroturfing zijn het gebruik van fake accounts (zogenaamde ’sockpuppets’) om twijfelbevestigende nieuwsberichten uit het verleden te publiceren, het aanjagen van protestgroepen, het tippen van de media op dit soort protestactiviteiten en het gebruik van posters en flyers.

Ook worden persuasieve schrijftechnieken om geloofwaardigheid te creëren vaak ingezet. Dit type berichten zijn herkenbaar aan termen als ‘velen vinden…’, ‘een sterke vertegenwoordiging…’, ‘men lijdt onder…’, ‘vele tegenstanders zien dat…’ et cetera.

2. Big Lie

De techniek van de ‘Big Lie’ behelst het publiceren van een leugen, zo groot en controversieel, dat de doelgroep geneigd is om het te geloven. De psychologie hierachter is dat mensen bij dit soort leugens geneigd zijn om te denken ‘als dit een leugen was zou het zó ongeloofwaardig zijn, dat het wel waar moet zijn’.

3. Card-stacking

Deze techniek gaat over bewijsvoering. Bij het inzetten van card-stacking worden alle gelegenheden aangegrepen om deze als bewijs voor het eigen standpunt op te voeren. Twee veelgebruikte vormen van card-stacking zijn het gebruik van statistieken om niet-generaliseerbare conclusies toch te generaliseren en het gebruik van testimonials, het liefst van experts.

4. Character assassination

Als het doel is om een bepaalde persoon in diskrediet te brengen, is character assassination een veelgebruikte techniek. Hierbij wordt nepnieuws ingezet om bepaalde (politieke) personen aan te vallen om zodoende hun standpunten en overtuigingskracht te neutraliseren. Vormen van character assassination zijn diskrediet (argumenten betwisten ze als incapabel bestempelen), demonisering (als vijand bestempelen, benadrukken dat wat ze doen slecht is voor de mensheid) en dehumanisering (de persoon als ‘ding’ beschrijven en zodoende menselijke eigenschappen ontnemen).

5. Hyperbolic Inflating

Het generaliseren van alle negatieve eigenschappen en ‘kwade daden’ van het doelwit wordt hyperbolic inflating genoemd. Dit wordt bij bijna alle hierboven beschreven technieken simultaan ingezet om het gevoel van ernst, scope en impact te creëren.

Waarom we vallen voor nepnieuws: de psychologie

Wij hebben als mensen allerlei onbewuste neigingen en voorkeuren die bepalen hoe we de wereld zien en hoe we handelen. In de psychologie worden deze neigingen en voorkeuren ‘biases’ genoemd. Het zijn er een heleboel (meer dan 250), maar in relatie tot nepnieuws zijn vooral de ‘implicit bias’ en ‘confirmation bias’ van belang. Deze zorgen er namelijk voor dat we nepnieuws klakkeloos accepteren, consumeren en delen.

En dit gaat automatisch. Onbewust. Daarom is het zo lastig er iets aan te doen: de psychologische processen hebben al plaatsgevonden voordat we ons ervan bewust zijn.

Implicit bias

De ‘implicit bias’ beschrijft onze neiging om de mensen die we kennen in groepen onder te verdelen. We geven deze groepen bepaalde kenmerken zodat we de leden makkelijk kunnen herkennen. Dit proces wordt ook wel stereotypering genoemd.

Deze bias zorgt er dan ook voor dat we mensen ‘zoals wijzelf’ in onze ‘eigen’ groep zetten. We zijn eerder geneigd met deze mensen in te stemmen, iets voor hen te doen en hun aanwijzingen te volgen. Cialdini noemt dit ook wel het ‘unity-effect’, de zevende universele beïnvloedingstechniek die hij vorig jaar heeft gepubliceerd.

De implicit bias zorgt er dus ook voor dat we berichten op social media afkomstig van onze ‘eigen groep’ meer zullen vertrouwen en voor waar aan zullen nemen. Ook krijgen we meer steun voor berichten die we zelf delen. In de online wereld wordt dit ook wel het ‘echo-chamber effect’ genoemd.

Confirmation bias

We zoeken vaak naar bevestiging van onze bestaande ideeën en aannames. Dit is exact wat de ‘confirmation bias’ doet. In plaats van open te staan voor alternatieve verklaringen, inzichten en beweringen, zoeken we bevestiging van onze eigen ideeën en serveren de andere ideeën al snel als ‘niet relevant’, ‘overdreven’, ‘onwaar’ of ‘nep’ af. Het spreekwoordelijke ‘zien is geloven’ wordt door de confirmation bias veranderd naar ‘niet gezien wat we niet al reeds geloven’.

Brooke Binkowski van factchecking site Snopes:

There’s a lot of confirmation bias. A lot of people want proof that their world view is the accurate and appropriate one.

Vicieuze cirkel

Als de implicit bias en confirmation bias nu allebei van toepassing zijn in een situatie zoals, laten we zeggen, het lezen van je timeline op Facebook, lopen we het risico om in een vicieuze cirkel terecht te komen. Immers, we geloven eerder (nep)informatie die door onze vrienden gedeeld wordt en zullen die informatie ook weer sneller delen, omdat de kans groot is dat deze informatie onze bestaande denkrichting ondersteund. Waardoor anderen weer beïnvloed worden om ook meer van dezelfde informatie te delen en ga zo maar door.

Het sleeper-effect

Naast de twee cognitieve biases is er nog een derde effect van belang bij het analyseren van de werking van nepnieuws: het sleeper-effect. Als we namelijk een stukje informatie gepresenteerd krijgen dat niet strookt met onze kennis en attitude ten opzicht van een bepaald onderwerp, zijn we in eerste instantie geneigd om de informatie minder snel aan te nemen. Het sleeper-effect beschrijft echter de neiging om tegenstrijdige informatie die wordt vergezeld van een ongeloofwaardige bron naar verloop van tijd toch als waar aan te nemen.

Een voorbeeld: we zien in de verkiezingsperiode een betaalde Facebookpost waarin partij X beweert dat partij Y een verkeerde interpretatie van bepaalde onderzoeken heeft gedaan (card-stacking). Ondanks dat wij voor partij Y ‘zijn’ en dus op basis van de confirmation bias de boodschap in eerste instantie zullen proberen te ontwijken, zal de boodschap – indien we deze toch lezen – naar verloop van tijd aan kracht winnen. Een raadselachtig proces waar psychologen zich al decennia over buigen en waar ook in de wetenschappelijke hoek nog geen duidelijk verklaring voor is.

Voorkomen van nepnieuws

In mijn optiek zijn er drie invalshoeken te onderscheiden als het gaat om het voorkomen van nepnieuws.

1. Technologie

We kunnen technologie zodanig inrichten dat er bijvoorbeeld geen geld meer te verdienen valt met nepnieuws. Ook kan technologie op basis van linguïstische algoritmen kansberekeningen uitvoeren dat een bepaald nieuwsfeit nep is. Het grote probleem bij geautomatiseerde preventiesystemen is dat zij vaak geen onderscheid kunnen maken tussen nepnieuws en satire. Dit laatste is over het algemeen goed te herkennen als ‘niet waar’, heeft een grappige insteek en is dus ook legitiem. Nepnieuws moet dus wel als zodanig herkend worden en niet te veel ‘valse positieven’ opleveren. En dat brengt mij bij de tweede invalshoek.

2. Screening

Het screenen van publicaties op nieuws(achtige) sites en in social media wordt op dit moment opgestart. Facebook heeft inmiddels procedures in werking gesteld waarbij nieuws door ‘erkende instanties’ wordt gefactchecked. In Nederland zijn dit Nu.nl en de nieuwschenkers, een initiatief van de Universiteit Leiden. Deze instanties kunnen bij nieuwsberichten aangeven dat het bericht ‘betwist’ is. Een goede trigger om tot een vollediger beeld te komen over een onderwerp.

3. Opvoeding en educatie

Jongeren moeten leren dat niet alles wat geschreven staat waar is. We zien dat scholen al werken met met speciale programma’s om gemanipuleerde beelden te herkennen, clickbaitheadlines te herkennen en bronnen te controleren. Onder de noemer mediawijsheid zou dit verplicht moeten worden op alle basisscholen.

Leven met nepnieuws

Op basis van voorgaande informatie kunnen we een korte how-to samenstellen met betrekking tot het omgaan met nepnieuws.

  1. Luister naar je gevoel en wees alert op nepnieuwstriggers. Bij enige twijfel: check de bron, datum, afbeeldingen en uitspraken.
  2. Waak voor je eigen implicit bias en confirmation bias en lees ook eens verhalen van ‘tegensprekende’ bronnen
  3. Denk na voordat je deelt. Informatie die je deelt zegt ook wat over jou!
  4. Pas op voor het sleeper-effect. Bij een twijfelachtige bron: beter meteen ontkrachten dan over een tijdje toch overtuigd zijn.

Een uitgebreid stappenplan staat ook mooi beschreven op de Huffington Post.

Bronnen

  • Kucharski, A. (2016). Post-truth Study epidemiology of fake news. Nature, 540(7634), 525-525.
  • Tan, E. E. G., & Ang, B. (2017). Clickbait: Fake News and Role of the State. (RSIS Commentaries, No. 026). RSIS Commentaries. Singapore: Nanyang Technological University.
  • Giglietto, Fabio and Iannelli, Laura and Rossi, Luca and Valeriani, Augusto, Fakes, News and the Election: A New Taxonomy for the Study of Misleading Information within the Hybrid Media System (November 30, 2016). Convegno AssoComPol 2016 (Urbino, 15-17 Dicembre 2016).
  • USA Today – Fake news spread by 23% of Americans, study says
  • Psychology Today – A brief history of fake news
  • BBC – The rise and of fake news

Mischa Coster MA MSc
Psycholoog - Chief Psychology Officer, gedragsstrateeg, adviseur, spreker. bij Grey Matters & Guideology

Ψ Mediapsycholoog ⌆ Perspectivist ⌬ Dopamaniac Mischa is mediapsycholoog en Chief Psychology Officer bij Grey Matters, een onderzoeks- en adviesbureau dat organisaties helpt inzichten uit de psychologie in de praktijk toe te passen. Ook is hij founding partner en gedragsstrateeg bij Guideology, een adviesbureau dat zicht richt op het begeleiden van klantgedrag in de financiële sector. Mischa gelooft dat psychologie de smeerolie is voor organisaties, zowel op gebied van marketing als ook sales, HR, MD, recruitment, innovatie, security en finance. Hij heeft voor dit gfsedachtegoed de titel ‘Chief Psychology Officer’ bedacht, een rol waar inmiddels meerdere organisaties invulling aan hebben gegeven. Naast psychologie consultant (voor klanten zoals T-Mobile, Capgemini, bol.com, Rotterdam The Hague Airport, Agis, KNMG, NIMA, VvAA, Oracle, Univé, EU council, belastingdienst en diverse ministeries), is Mischa een graag geziene keynote spreker op zowel (internationale) congressen als incompany events. Ook wordt hij regelmatig als gedragsexpert op radio en televisie gevraagd voor actualiteitenprogramma’s als EditieNL, Eén Vandaag, en Radar. In zijn vrije tijd is Mischa gastdocent aan de UU, UvA, HvA, VU, UT, HHS, RU, Nyenrode en UM. Ook is hij bestuurslid van de sectie Sociale en Economische Psychologie van het Nederlands Instituut van Psychologen. Hij is Psycholoog NIP en Certified GAABS Member.

Categorie
Tags

7 Reacties

    Tim

    Inspiratie volop! Thanks 🙂


    7 maart 2017 om 10:43
    mcoster

    @Tim graag gedaan!


    8 maart 2017 om 11:41
    Annemieke

    Geweldig artikel! Ben enorm geïnteresseerd en dan ook zeker geïnspireerd om hier zelf verder onderzoek naar te doen. Ik heb alleen nog wel een vraag: onder welk deel van de sociale/organisatiepsychologie zou ik dit het beste kunnen plaatsen. Dit is relevant voor mijn studie. Ik zou een reactie zeer op prijs stellen.


    19 maart 2017 om 17:58
    mcoster

    @Annemieke: dat is een lastige vraag. Dit onderwerp zit op het snijvlak van mediapsychologie, sociale psychologie, journalistiek en ethiek… Ik weet niet welke ‘keuzes’ je hebt in je studie dus ook niet waar je het kunt plaatsen.


    21 maart 2017 om 14:44
    Priscilla Heynderickx

    Zou je me een pdf-versie van de tekst kunnen mailen? Ik zou het artikel graag als ondersteuning bij een college Communicatiewetenschap (KU Leuven, Faculteit Letteren) gebruiken. Dank je


    14 november 2018 om 15:21
    mcoster

    @Priscilla: ik heb niet een specifieke PDF-versie hiervan omdat ik de blogs online schrijf. Je kan de blogpost neem ik aan zelf direct opslaan als PDF opslaan of copy-paste’en in Word en dan als PDF opslaan?


    14 november 2018 om 15:34

Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!