Applemotive: meer dan een auto van Apple
De strategische slag is al geslagen: de markt vraagt ook om het leiderschap van Apple
De commotie is veelzeggend. Het nieuws dat Apple plannen heeft om de automarkt te betreden, maakte meer los dan andere berichten over bijvoorbeeld elektrische auto’s. Er ging veel aandacht uit naar de accu-technologie die de computerfabrikant in huis haalt. Maar iedereen snapt dat er meer zit aan te komen. Goed beschouwd bepaalt Apple nu al de dans in automotive. Dat maakt de techgigant uit Cupertino geschikt om de leiding te nemen in de markt. De automerken van nu staan niet sterk, blijkt uit een verrassend simpele introductie in de VS onlangs.
In de technologie voor op de weg is Apple nog onbekend. Maar in de techniek voor onderweg verpletteren de makers van de Mac, iPhone en iPad al geruime tijd de concurrentie. En dat is steeds vaker een doorslaggevend verkoopargument. Vijftig procent van de consumentenen noemt de koppeling met internet en de favoriete apps als topselectiecriterium voor de showroom, blijkt uit onderzoek van de Spaanse operator Teléfonica.
Autofabrikanten denken daar niet anders over. In hun presentaties aan de jury voor de Auto van het Jaar gaven ze hoog op over hun connectivity. Dat was het natuurlijk al in het hogere en middensegment van de zakelijke markt, maar wie wel eens commercials kijkt, weet dat Renault niet eens meer rept over het rijcomfort of de laadruimte van z’n Twingo. Het autootje is het middelpunt van een universum van icoontjes van allerlei smartphoneapps. Het gaat al allemaal over software: ‘het R & go systeem connect je met de hele wereld’, jubelt het spotje.
Alles wordt software, riep internetpionier Marc Andreesen al in de jaren negentig. Dat is de visie die veel startups – en hun investeerders – drijft, maar veel analisten en columnisten wurmen zich nog in vreemde bochten om de belangstelling van Apple voor de automarkt te verklaren. En natuurlijk, dat de slimste mensen bij een innovatieve startup in accutechniek worden weggekocht, is onmiskenbaar signaal.
Er valt ook wel wat te zeggen dat je leuke dingen moet blijven doen om de briljante geesten in je onderneming enthousiast te houden. Maar het spotje van de Twingo hebben ze nog niet gezien, want de link met de turbulente ontwikkelingen in ICT worden maar zijdelings meegenomen. Terwijl dat de belangrijkste klap is die in de komende jaren wordt uitgedeeld in de mobiliteitswereld.
Connector onder elk dashboard
De autofabrikanten verliezen de grip op hun markt. Weliswaar heeft de auto van vandaag de dag al de capaciteit van 20 pc’s aan boord en genereren zo’n 100 miljoen regels software al 25 gigabit aan data per uur, becijferde McKinsey onlangs, maar met die schat aan gegevens wordt nog maar bitter weinig gedaan. Recente introducties aan de andere kant van de oceaan maken duidelijk hoe snel dat veranderen. Bezitters van Tesla zijn al gewend aan periodieke updates van hun linuxsysteem, maar de gemiddelde automobilist realiseert zich nog niet dat hij ook toegang heeft tot een schat aan data uit zijn eigen auto.
Dat connectortje onder het dashboard waar de monteur een keer per jaar een computer aansluit, kun je zelf het hele jaar door kunt benutten. Het Amerikaanse Verizon bedacht onlangs een simpel elektronisch setje dat daarop kan worden aangesloten en zo een schat aan data en functionaliteit ontsluit. Er hoort een fraaie app bij die jou – of je werkgever – vertelt waar je auto ook alweer staat geparkeerd, maar hij geeft ook aanwijzingen over het onderhoud van de wagen. Dat is niet alleen geinig voor de consument.
Zo’n verbinding is vooral interessant voor de zakelijke gebruiker, de leasemaatschappij, de wagenparkbeheerder, maar ook het management van de verkoper of servicemedewerker zelf. Er wordt een belangrijke kloof tussen de binnen- en buitendienst gedicht. Behalve de informatie die we al uitwisselen via onze smartphone kunnen er straks ook continu gegevens worden uitgewisseld over bijvoorbeeld weer, locaties, energieverbruik of rijstijl.
Ook kan de computer je onderweg informeren over bijvoorbeeld evenementen in de buurt, suggesties doen voor lunchdates en antwoorden geven op allerhande vragen. De auto kan als een werkplek in het netwerk worden gehangen. De software die de autofabrikanten bij hun wagens leveren wordt razendsnel irrelevant.
Voor Verizon is het misschien maar een stunt om de mogelijkheden voor connected cars een duwtje te geven. Het stond in ieder geval centraal in een groot PR-offensief over big data. Maar de autofabrikanten snappen dat er een strategische slag is geslagen. Als andere partijen de markt voor de systemen en de interface veroveren, worden zij gereduceerd tot leveranciers van hardware. Nu profiteren ze nog net van de populariteit van de smartphone, maar straks staan ze net zo zwak als de fabrikanten van pc’s in de jaren negentig tegenover Microsoft met z’n Windows.
Met dat verschil dat Microsoft zelf nu ook strategisch zwak staat. Met de introductie van de iMac, iPod, iPhone, iPad, en straks de Apple Watch heeft Apple zowel de hardwareboeren als het systeemhuis Microsoft in het defensief gedrongen.
Applemotive de standaard?
De markt vraagt ook om leiderschap als dat van Apple. Het tijdperk van software en big data in de auto vraagt om standaarden. De huidige standaarden in de autoindustrie zijn zó algemeen dat we ze amper nog zien. De keuze voor de verbrandingmotor bijvoorbeeld. De versnellingspook naast de bestuurder met vijf, zes versnellingen in een h-patroon werd ook zo’n standaard.
In de jaren tachtig zorgde de invloed van aërodynamica voor eenvormigheid in vormgeving. Sinds medio jaren negentig werd de vrijheid voor designers nóg verder teruggedrongen door de plaatsing van veiligheidsvoorzieningen zoals airbags en de groeiende behoefte aan compacte auto’s.
Het is een publiek geheim dat compacte modellen van verschillende merken vaak al een platform delen. De Renault Twingo van hierboven staat bijvoorbeeld op dezelfde basis als de Smart. Van de verschillen in motoren wordt niemand meer warm of koud. De consument wil bedieningsgemak en connectivity van de smartphone ook in de auto.
Vorige week werd bekend dat het spraaksturingssysteem Siri ook beschikbaar is voor het Nederland. Dat is toch een tikkie handiger dan de touchscreens in je dashboards én die technologie praktisch buiten bereik van de autofabrikanten. De officiële bevestiging van de entree op de automarkt laat nog een paar jaar op zich wachten, maar misschien is de slag is al geslagen en wordt Applemotive dé norm op de weg.