De impact van ‘do not track’ functies op affiliate marketing
Privacy op het internet is een hot item. Naast Internet Explorer 9 krijgt ook Firefox 4 een ‘do not track’ knop. Google twijfelt nog over een ‘do not track’ functie in Chrome omdat ze eerst willen onderzoeken wat ‘volgen’ precies is en hoe de gebruiker hier echt controle over krijgt. IE9 en FF4 bevinden zich nog in bèta stadium en zullen over niet al te lange tijd breed gedistribueerd worden. Wat betekent dit voor affiliate marketing? Daisycon heeft deze browsers getest.
Wat houdt ‘do not track’ in?
Veel websites en advertentienetwerken houden het gedrag van internetgebruikers bij omdat dit waardevolle informatie oplevert voor retargetting doeleinden of bij het creëren van een profiel. Maar het is niet alleen de commercie die dit gebruikt. Zaken als het bewaren van producten in het winkelmandje uit een eerdere sessie kunnen het gebruiksgemak verhogen.
‘Do not track’ biedt de internetgebruiker de mogelijkheid om te voorkomen dat zonder toestemming informatie naar derden wordt doorgestuurd. Vanwege de tweestrijd user-experience en privacy zal de ‘do not track’ functie niet standaard aan staan, maar zal deze moeten worden ingeschakeld door de gebruiker.
Wat betekent dit voor affiliate marketing?
Voor affiliatemarketing zullen de gevolgen afhangen van de trackingmethodes waarmee gewerkt wordt. Sommige netwerken zullen hier hinder van ondervinden, andere niet. Daisycon behoort in ieder geval tot de laatste categorie doordat Daisycon geen scripts aanroept. De ‘do not track’ functie heeft betrekking op scripts die geladen worden bij het laden van een link of banner. ‘Do not call’ dekt de lading van de functie daarom misschien wel beter. De tool bevat een lijst adressen dat enkel aangeroepen mag worden op het moment dat erop geklikt wordt of wanneer het adres in de adresbalk wordt ingevoerd.
Pas als op een banner geklikt wordt gaat de bezoeker via de Daisycon servers naar de site van de adverteerder. Indien mogelijk wordt een cookie gezet, maar ook andere trackingmethodes zoals fingerprinttracking behouden hun werking. Deze trackingmethodes sturen ook geen privacygevoelige gegevens over het surfgedrag van de bezoeker door. Tracking door affiliatenetwerken is bedoeld om transacties te meten. Bij ‘Do not track’ gaat het om de meting van gedrag. Focus je op de meting van transacties dan zullen er geen verschillen zijn.
Wat is de impact van deze nieuwe functie?
Voor bedrijven die van behavioral tracking afhankelijk zijn heeft de functie een beperkte invloed doordat de functie moet worden ingeschakeld. Net als cookie- en advertentieblockers. In feite is de “do not track” functie niet nieuw. Deze is al langere tijd beschikbaar als browseraddon. De gevolgen voor bedrijven op de blokkeerlijst kunnen wel groot zijn. De lijst wordt opgebouwd door de gebruikersgemeenschap waardoor het lastig kan zijn om uit de lijsten verwijderd te worden. Wat vast staat is dat verschillende aanbieders van software voor webanalytics en admanagementsystemen er een hindernis bij hebben qua meting. Aangezien dit over de hele linie van de meting is zullen de conclusies min of meer gelijk blijven, maar de toewijzing uit welk kanaal een specifieke bezoeker komt wordt minder betrouwbaar. Wij zijn dan ook erg benieuwd met welke oplossingen de bedrijven achter dergelijke software komen.
Een tool als ‘Do not track’ kan de internetgebruiker meer bewust maken van het feit dat er data wordt verzameld. Hierdoor kan deze zelf kiezen of deze daar wel of geen probleem mee heeft. Aan de andere kant zien we ook dat de aanwezigheid van cookieblockers en adblockers het surfgedrag weinig of niet heeft veranderd. Of dit besef door toevoeging van deze functionaliteiten ook echt groter wordt zal de tijd uitwijzen.