Waarom Nobelprijs-winnaar Paul Krugman de technologische revolutie niet begrijpt

27 augustus 2015, 09:00

Met zijn kijk op de economie vraagt Krugman zich af wat er misgaat in plaats van te zien wat er gaande is

Nobelprijswinnaar voor de Economie Paul Krugman schrijft in zijn recente column “The Big Meh” voor The New York Times dat het digitale tijdperk fel overroepen is. Ik leg je graag uit waarom de wereldvermaarde econoom Krugman een econoom van de oude orde is.

“Iedereen weet dat we in een tijdperk van ongelooflijk snelle technologische veranderingen leven, waarin alles anders wordt. Maar wat als iedereen het nu eens bij het verkeerde eind heeft?”, vraagt Krugman zich in zijn column hardop af.

Everyone knows that we live in an era of incredibly rapid technological change, which is changing everything. But what if what everyone knows is wrong?

Dat we het bij het verkeerde eind hebben, baseert Krugman op economische maatstaven: “Nieuwe technologieën hebben tot grote krantenkoppen geleid, maar nauwelijks economisch resultaat opgeleverd.”

New technologies have yielded great headlines, but modest economic results.

Hij voelt zich gesteund door een groeiend aantal economen dat zich “kijkend naar de gegevens over de productiviteit en de inkomens, afvraagt of al dat gepraat over de technologische revolutie niet enorm overdreven is”.

A growing number of economists, looking at the data on productivity and incomes, are wondering if the technological revolution has been greatly overhyped — and some technologists share their concern.

Daarom vindt Krugman dat het tijd is die hype een halt toe te roepen.

Wat als wat de tweede meest invloedrijke econoom ter wereld weet, niet klopt?

Krugman wordt door The Economist als tweede meest invloedrijke econoom ter wereld gezien. In 2008 won de Amerikaanse econoom de Nobelprijs voor de Economie. Hij kreeg die prijs voor zijn analyse over schaalgrootte in internationale handel tussen gelijksoortige landen. Deze werd bekend onder de noemers The New Trade Theory en The New Economic Geopgraphy, waarvoor Krugman in 1979 de basis heeft gelegd.

Ook in 2008, het jaar dat Krugman de Nobelprijs ontving, piekte de bankencrisis. Dat de eveneens Amerikaanse econoom Greg Mankiw betoogde dat de economische groei na die crisis niet zomaar weer zou inzetten, werd door Krugman fel betwist.

Zou het kunnen zijn dat Krugman ziende blind is? Dat hij, hoewel duidelijk zichtbaar, de rol van technologie in een alsmaar rapper veranderende wereld gewoon niet ziet? Of zelfs niet wíl zien, omdat wat hij dan ziet niet past bij de economische bril waarmee hij naar de wereld kijkt? Een bril die hem bovendien de status geeft die hij vandaag geniet.

Vanuit zijn gezichtspunt begrijp ik dat het digitale tijdperk overroepen vindt. Maar rechtvaardigt zijn stellingname dat “de groei en inkomensontwikkelingen nu net zo sloom als in de jaren 70 en 80 zijn” die conclusie?

Ik vind van niet.

Econoom van de oude orde

Zijn column afsluitend, stelt Krugman zichzelf de vraag of hij dan niet begrijpt dat alles nu anders is? Zijn antwoord: “Ik begrijp waarom de mensen dat graag zeggen. Maar daarom is het nog niet waar.”

Don’t I understand that everything is different now? Well, I understand why people like to say that. But that doesn’t make it true.

Krugman lijkt niet te zien dat de bankencrisis van 2008 een wake-up call was. Het is een crisis in de letterlijke betekenis van het woord: verandering. Onze economie, maar net zo goed ecologie, onderwijs en tal van andere maatschappelijke terreinen, schreeuwen om transitie. We moeten het DNA van onze economie, dat niet meer het DNA van de economie door de ogen van Paul Krugman is, herschrijven.

De economische bril waardoor Krugman kijkt, maakt hem tot een econoom van de oude orde. Een orde die volgens de Nederlandse professor transitiekunde Jan Rotmans wordt gekenmerkt door effectiviteit, efficiency, rendement, controle en beheersing. Die waarden passen bij het industriële tijdperk. Maar we leven vandaag in het digitale tijdperk, het tijdperk dat volgens Paul Krugman dus overroepen is.

De economie vraagt om een radicale hervorming, een nieuwe orde

Maar met zijn kijk op de economie vraagt Krugman zich af wat er mis gaat in plaats van te zien wat er gaande is. Dat is hem niet kwalijk te nemen. Zo’n ingrijpende verandering als die nu plaatsvindt, komt volgens de Franse filosoof Michel Serres immers hoogst zelden voor. Hij duidt het aan als ‘hominescent’, “een stadium in de ontwikkeling naar de menswording dat midden in onze tijd, midden in onze samenleving een kloof creëert, die zo breed en zo onoverzienbaar is dat slechts enkele blikken haar ten volle hebben gepeild”.

Paul Krugman behoort niet tot die enkelingen. Pas op. Hij verdiende ongetwijfeld die Nobelprijs. Alleen leven we niet meer in 1979. Zijn economische blik op de wereld is niet meer van deze tijd. De economie vraagt om een radicale hervorming. Een nieuwe orde.

Als waarden voor de nieuwe orde formuleert Rotmans de verschuiving van controle naar ruimte, van doelmatigheid naar aandacht en tijd, van wantrouwen naar vertrouwen, van regelzucht naar keuzevrijheid en van kosten en baten naar kwaliteit.

En als de technologische revolutie en het digitale tijdperk ergens toe hebben bijgedragen, dan zijn het wel die nieuwe waarden. Bedrijven die dat inzien, zoals Uber en Airbnb, groeien dankzij de technologische revolutie exponentieel. ‘Verstorende vernieuwing’ noemt Harvard-econoom Clayton Christensen dat in zijn boek ‘The Innovator’s Dilemma‘: kleine start-ups die gevestigde spelers onder druk zetten.

Daar is niets overroepen aan.

Transitie is onvermijdelijk

En dat is zand in het rad van de oude economie. Daar kun je je tegen verzetten, zoals Krugman doet door te stellen dat het digitale tijdperk overroepen is, maar die transitie is onomkeerbaar. Die verandering gaat alleen niet van hogerop komen. Die komt van onderop.

De technologische revolutie en het digitale tijdperk hebben democratie van kennis gebracht. Of zoals Serres zegt: “Niet eerder in de geschiedenis zal het zijn voorgekomen dat het publiek over minstens evenveel wijsheid, wetenschap, informatie en besluitvaardigheid kan beschikken als de verkalkte fossielen wier gulzige behoefte aan energie en vrekkige afgifte van productie wij nog steeds als gedweeë slaven dienen”.

Maar hoe lang nog is de vraag? En dan zal ook Krugman zien dat alles anders wordt.

Dit artikel verscheen eerder op Bloovi.be en is in het Engels te lezen op medium.com.

Mischa Verheijden
Zelfstandig content strateeg & web copywriter bij Mischa.be

Mischa Verheijden is Nederbelg en woont in Gent (B). Hij is freelance interviewer, storyteller en web copywriter. In het najaar verschijnt zijn boek 'Disrupt jezelf - Omdat nú het moment is én jij degene bent waar je op zit te wachten'.

Categorie
Tags

2 Reacties

    @postma

    Krugman is wat cynisch, maar z’n punt is dat er vanuit de digitalisering sinds 2005 nauwelijks ontwikkelingen zijn ontstaan die een significante bijdrage leveren aan economische groei. Ik lees niet dat hij ’tegen’ digitalisering is, enkel dat de meeste aandacht nu uitgaat naar minder significante ontwikkelingen. Technologie om de technologie, geen hoger doel.

    Ja, we zitten vermoedelijk in een transitie, maar écht grote veranderingen hebben we al een tijdje niet gezien. Voorbeelden van een handvol disruptive/exponentiële startups snap ik. Het is handig dat ik nu via m’n telefoon een vakantiehuis of een taxi kan bestellen, maar voor de groei van de economie heeft dat de afgelopen tien jaar blijkbaar nog niets betekend. Zwaluw/zomer. Tot zover heeft Krugman weinig raars gezegd.

    Dat bepaalde technologie voor een paar bedrijven voordeel oplevert, betekent niet dat dat voor andere bedrijven ook gaat werken. Of dat het direct invloed heeft op economische groei. Zelfrijdende (vracht)auto’s zouden veel meer impact hebben, om maar iets te noemen.


    31 augustus 2015 om 11:38
    mischa

    @postma Dank voor je reactie op mijn artikel.

    Ik begrijp dat Krugman, als een econoom van zijn generatie (en in die zin zegt hij niets raars), oordeelt dat de digitalisering geen significante bijdrage heeft geleverd aan de groei van de economie.

    Naar mijn mening gaat het belang van digitalisering verder dan een toegvoegde waarde voor bedrijven en economie alleen. Het heeft de machtsverhoudingen tussen producent en consument op zijn kop gezet bijvoorbeeld. Daar zit de revolutie van de technologische revolutie. Een die is absoluut niet overhyped.

    Jouw voorbeeld van de zelfrijdende(vracht)aauto’s bijvoorbeeld zal ook een enorm banenverlies tot gevolg hebben, een graadmeter die Krugman ook meeneemt in zijn conclusie.


    31 augustus 2015 om 13:50

Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!