Is TV-advertising nog zinvol?
Een groeiend aantal adverteerders bij gelijkblijvende zendtijd doet de kosten van tv-reclame sterk stijgen. Is het eigenlijk wel lonend om te adverteren via tv-spotjes?
De totale uitgaven voor advertenties in het Verenigd Koninkrijk bereikten in 2000 een recordhoogte van bijna 17 miljard pond. Dat was zo’n 33 procent boven de piek van het boomjaar 1990 en zelfs 60 procent meer dan ten tijde van de recessie die kort daarna uitbrak. Uitgesplitst naar pers en tv zien de (ge?ndexeerde) cijfers over 2000 er als volgt uit. Sinds 1991 steeg het advertentievolume in de pers met zeventien procent, terwijl de uitgaven met 28 procent omhoog gingen. Bij tv-reclame is het beeld heel anders: daar steeg het volume met slechts negen procent en namen de uitgaven met maar liefst 59 procent toe. De oorzaak van dit aanzienlijke verschil: tijdens een economische boom, zoals die aan het eind van de jaren negentig, wil iedereen op tv; dat maakt de zendtijd schaars en drijft de prijzen op. Voeg daarbij het gegeven dat mensen de afgelopen jaren niet meer uren tv zijn gaan kijken en de Britse bepaling dat er gemiddeld niet meer dan zeven minuten per uur mag worden besteed aan reclamespots, en de vraag dient zich aan of het nog wel zinvol is om te blijven adverteren via de buis. Het antwoord is ?ja?. Het aantal ‘impacts’ blijft namelijk heel goed op peil, zo blijkt uit de cijfers. Dat komt omdat de bevolking de laatste twintig jaar met zeven procent is gegroeid. Bovendien weten de adverteerders heel handig om te springen met de restricties die in het Verenigd Koninkrijk gelden. Ze concentreren hun spotjes gewoon in prime time en laten de minder goed bekeken uren links liggen. Zo overschrijden ze de zeven-minuten-grens niet, en komen ze toch aan een groot kijkerspubliek.
Bron: