Het Internet of Things-kantelpunt nadert
De ontwikkeling van het internet of things zet door, mijn collega Thomas van Manen schreef het onlangs al. Sterker nog, er zijn flink wat aanwijzingen dat de groei het tipping point nadert. En de gevolgen ervan zien we overal om ons heen.
‘Internet of Things’ zeggen de meesten. Nee, ‘of Things & Services’ hoor je van Bosch. ‘Of Everything’ zegt Cisco. ‘Of Things & People’, aldus Harbor Research en Erik Huizer, CTO van surfnet. ‘Of Things and Sensors and Actuators’, corrigeert Vint Cerf. ‘Social Web of Things’, roept Ericsson. Nee, ‘i-smac: Internet of Everything plus Social, Mobile, Analytics & Cloud’, volgens Return on Intelligence.
Technologisch weten we ongeveer waar we aan toe zijn: ten minste 50 miljard connected devices in 2020, 5 miljard mensen en 1 miljard locaties, en verder bieden Ericsson, McKinsey, Cisco, IBM, Bosch, het Fraunhofer Institut, Advanced Risk Machines, General Electric, Harbor Group en andere partijen enthousiast tegen elkaar op wat betreft de impact van intelligente, digitale things: op economische sectoren, op sectoroverschrijdende domeinen en op transsectorale innovatie.
Het tipping point voorbij
De ontwikkeling van het internet of things zet door, met name de autonome machine-to-machine-communicatie neemt aanzienlijk toe. Het zogeheten ‘smart grid’ (slimme energievoorziening op basis van feedbackloops) gaat zich ontwikkelen en internetconnectiviteit wordt steeds meer ‘ubiquitous’ en ‘pervasive’ in de cyberfysieke wereld van mensen, dingen, services, apps en websites. Voorbeelden daarvan zien we nu al volop: de connected car, wearable computing, zoals Google Glass en de Nike FuelBand, Industrie 4.0, ofwel het intelligente internet of things voor de Duitse maakindustrie.
De things-ontwikkeling begint in combinatie met SMAC daadwerkelijk door te breken. Intelligente things zijn aan de consumentenkant de volgende post-pc-fase, na de smartphone- en tabletexplosie. In de maakindustrie is deze trend al langer gaande met de ontwikkeling van industriële automatisering en ketenautomatisering naar een volwassen product lifecycle management over de hele linie.
Een aantal doorbraken komt steeds meer op gang die het echte things-kantelpunt extra aannemelijk maken: batterijen worden zienderogen beter; de laadtijd van devices neemt gestaag af; cloudomgevingen worden snel krachtiger en goedkoper; nieuwe interfaces en sensorische vormen van interactie staan op stapel; devices, sensoren, enzovoort worden goedkoper.
You Ain’t Seen Nothing Yet
Digitale dingen worden nu gepresenteerd als YASNY: ‘you ain’t seen nothing yet’. Bijvoorbeeld door MIT, dat 2013 uitriep tot het jaar van het internet of things, of door IBM, Cisco, Intel, General Electric, Philips, die er deels hun toekomst onder verwedden. Dat enthousiasme lijkt gerechtvaardigd, maar de rechtvaardiging komt vooral uit de bloei van de things-periferie: de rol van sociale media, de smartphone en de tablet, de cloud, de nieuwe vormen van data-analyse. Zo werken we aan een nieuw ecosysteem om slimmere dingen te maken en slimmere dingen te doen.
Ook VINT richt zich het komende jaar op het internet of things. Slimme dingen maken en daar slimme dingen mee doen. Dat is wat in onze vier THINGS-notities voor het komende jaar centraal staat: van wearable computing tot optimale industriële productie. Net als de big data-rapporten delen we die gratis met de lezers van Marketingfacts. Aanstaande dinsdag komt de eerste online, houdt deze site dus in de gaten!
Ik had inhoudelijk iets meer verwacht van dit artikel na het lezen van de titel.
Wat betreft de ontwikkeling: ik moet nog zien of The Internet of Things zo groot wordt als het door al deze bedrijven en instituten wordt aangekondigd. Extrapoleren van huidige ontwikkelingen is altijd risicovol: hoe meer technologie, hoe meer mensen zich er tegen gaan keren vanuit privacy oogpunt. En vanuit angst dat de technologie ons leven gaat beheersen in plaats van andersom.
Op micro-niveau zal het meer van de grond moeten komen. Ik hoor bijvoorbeeld al meer dan 5 jaar dat de slimme koelkast (“melk is op, er is direct nieuwe besteld”) er aan zit te komen. Ik heb ‘m nog niet in de winkel gezien.