‘Gat in de muur’ project is groot succes
De Indische IT-er Sugata Mitra helpt kansloze kinderen digitaal op weg, door hen simpelweg van PC’s te voorzien. De kinderen, die geen Engels kennen en nog nooit een computer hebben gezien, snappen na een paar minuten dat het pijltje op het scherm gekoppeld is aan de beweging van het kastje met ‘t snoertje, en dat er allerlei interessante dingen gebeuren als je op dat kastje drúkt.
Sugata Mitra is ervan overtuigd dat de kinderen zonder onderwijs en begeleiding de weg kunnen vinden in de digitale, Engelstalige wereld.
Bill Gates is tegelijkertijd steeds banger aan ‘t worden, voor de snelle opkomst van de oosterse kenniseconomie.
Afgezien van dat het voor veel mensen een interessant project is toch een kritische noot vanuit het perspectief van ontwikkelingssamenwerking: “‘Gat in de muur’ project is groot succes” -> de grote vraag is hoe je definieert of iets een “groot succes” is en voor wie precies.
Schieten de kinderen hier echt iets mee op en helpt hen dit de armoede en afhankelijkheid te ontvluchten?
Of is het meer een succes in termen van free publicity voor de firma NIIT?
Of valt dit in de categorie “vrouw bouwt weeshuis in Sri Lanka (en zamelt hier 50 miljoen mee op) terwijl de lokale bevolking hier niet op zit te wachten?”