Een genderbewuste tekst schrijven? Zo doe je dat
In taal zit kracht, en woorden hebben betekenis. Meer dan we soms beseffen. We nemen je graag mee op genderbewuste taalreis.
Taal beïnvloedt de manier waarop wij de wereld zien, en dat komt onze maatschappelijke denkbeelden helaas niet altijd ten goede. Onze taal staat namelijk bol van de stereotypen en vooroordelen. Maar krachtig als taal is, dient het ook júíst als instrument voor maatschappelijke bewustwording. (Gender)inclusief schrijven zorgt ervoor dat zo veel mogelijk personen zich aangesproken voelen in jouw teksten. Het is een manier om respectvol met elkaar om te gaan en om negatieve denkbeelden actief tegen te gaan. Dit is geen genderneutrale taalhandleiding, echte regels bestaan namelijk niet in de Nederlandse taal. We willen je vooral meenemen in onze zoektocht en die verloopt – zoals elk bewustwordingsproces – niet altijd vlekkeloos.
Ik schreef dit artikel samen met mijn collega Renske Polman, content creator bij Factor Tachtig.
Stereotypen in onze taal
Laten we beginnen met een stukje theorie. Want er zijn wat taaltechnische weetjes (of: obstakels) die je moet kennen om bewuster met je tekst om te gaan. Allereerst zijn er verschillende stereotypen: biases noemen we dat. En geloof het of niet, in de Nederlandse taal zitten er genoeg. Een bias is vaak onbewust, maar wordt met taal juist heel expliciet. Die vooroordelen staan gelijke kansen in de weg en dat wil je vermijden. In de context van dit blog zijn linguistic bias en male bias relevant. We zoomen eerst in op linguistic bias.
Linguistic bias: actieve ouderen en zorgende vaders
Op het eerste oog lijkt niets mis met bovenstaande termen, maar toch vindt in beide gevallen bevooroordeeld taalgebruik plaats onder de noemer linguistic bias. En dat zit zo. Taal gaat niet alleen over wat we zeggen, maar ook over wat we niet zeggen. En we zitten nou eenmaal zo in elkaar, dat we datgene wat we vanzelfsprekend vinden, weglaten. De norm, dus. Maar juist door dat te doen, benadrukken we het verschil en houden we het stereotype in stand. Dit wordt in de media veelvuldig gedaan.
Neem bijvoorbeeld de kop: ‘Vrouwen in topfuncties verdienen veel minder’. De vergelijkingscategorie (‘dan mannen’) wordt hier weggelaten, waarmee je impliceert dat ‘mannen in topfuncties’ de normale gang van zaken is. Linguïstisch gezien bevestig je dus de norm ‘alleen mannen zitten in topfuncties’. Heb jij bijvoorbeeld ooit gehoord van een ‘mamadag’, een ‘powerman’ of een ‘mannelijke directeur’? Precies.
Belangenorganisatie WOMEN Inc. maakt zich hard voor het versnellen van emancipatie, en pleit zo in hun (incomplete) taalgids voor het vermijden van beroepsnamen met een vrouwelijk achtervoegsel. In plaats van ‘docente’, ‘directrice’ en ‘verpleegkundige’ gebruik je volgens hen beter ‘docent’, ‘directeur’ en ‘verpleger’, ongeacht het gender van de persoon waar je naar refereert. Door dit te doen, zou je linguistic bias actief tegengaan.
Het onmogelijke raadsel
Wil je linguistic bias vermijden, dan kies je dus volgens WOMEN Inc. voor het ‘neutrale’ woord directeur. Klinkt logisch. Toch bleef die keuze in de zoektocht naar inclusief taalgebruik aan ons knagen. Denk maar eens aan het biased raadsel van de chirurg die diens eigen kind niet mag opereren. Is de chirurg een geest? Heeft de chirurg een kloon? Nee, de chirurg is een vrouw.
De associaties die we bij bepaalde beroepsnamen hebben, komen voort uit de stereotypen die in onze samenleving veelvuldig aanwezig zijn. Met andere woorden: bij een chirurg denkt men vaak aan een man en niet aan een vrouw. De vraag is of je die stereotypen niet juist in stand houdt door met ‘directeur’ te verwijzen naar een directeur die vrouw is.
Komen die stereotypen dan alleen voort uit onze maatschappelijke denkbeelden? Nee, het gaat verder dan dat. Het zit diep verankerd in onze taal. De Nederlandse taal kent namelijk méér zelfstandige naamwoorden die met ‘zijn’ worden vervoegd. Hierbij is ‘zijn’ zowel mannelijk als ook neutraal. Oftewel, onze grammatica zit zo in elkaar dat het mannelijke domineert: male bias, noemen we dat. Daarnaast wordt de man vaak ook eerder genoemd dan de vrouw, denk maar eens aan de zin: ‘Geachte heer/ mevrouw’. Des te belangrijker om stereotypen in taal én maatschappij tegen te gaan. Maar benoem je een directeur die vrouw is directrice, dan zit je weer met de linguistic bias. Lastig dus.
Kleine stappen, groot belang
Kortom, het is niet hapklaar en er is niet één juiste manier, maar je tekst kán inclusiever. Met minder biases en meer respect. Juist door bewuster met je woordkeuze, zinsopbouw en grammatica om te gaan, zet je al stappen. We zijn er nog niet, maar we’re working on it! Wil jij ook bewuster met taal omgaan? Kijk dan eens naar onderstaande richtlijnen.
- Schrijf je een mail naar een onbekende afzender? Vermijd ‘mevrouw’ en ‘meneer’, schrijf liever ‘Hallo’ of ‘Beste klanten’.
Vermijd in vacatureteksten ‘Nieuwe collega gezocht (m/v)’, schrijf liever ‘Nieuwe collega gezocht’ en richt je op iemands profiel. Wil je tóch een genderaanduiding benoemen, dan zorg je door ‘Nieuwe collega gezocht (x/v/m)’ dat personen van alle genders zich aangesproken voelen in jouw vacaturetekst. - Richt je rechtstreeks tot de lezer en schrijf in de jij-vorm. In plaats van ‘We zoeken iemand die sterk in zijn/haar schoenen staat,’ schrijf je ‘Sta jij sterk in je schoenen? Dan zoeken wij jou.’
- Gebruik een onbepaald lidwoord. In plaats van ‘Elke collega neemt zijn of haar laptop mee’ schrijf je ‘Elke collega neemt een laptop mee’.
Gebruik de gebiedende wijs. ‘Neem je eigen lunch mee’. - Verwijs je naar een persoon van wie je het gender niet (zeker) weet? Dan gebruik je ‘diens’. We hebben helaas in het Nederlands geen veelgebruikt woord zoals het Engelse ‘they’. Maar hey – taal is dynamisch en gebruik zorgt voor gewenning.
- Gebruik in je communicatie bij voorkeur inclusieve woorden en schrijf bijvoorbeeld ‘Wij zoeken een schrijftalent’.
Eén ding is zeker: taal en maatschappij zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. En niet alleen journalisten, tekstschrijvers en marketeers dragen verantwoordelijkheid voor genderbewuste teksten. Als het aan ons ligt, mag elke tekst een stuk kritischer bekeken worden. Ook de mail die je straks naar jouw klanten stuurt.
Wat ons betreft zijn dit de eerste richtlijnen in de stap naar genderbewust taalgebruik. Niet compleet, niet eenduidig, maar we gaan altijd op zoek naar de juiste woorden voor iédereen.