Kroniek van het Internetrecht 2008 (Deel 1)

12 januari 2009, 07:47

{title}Het wordt een traditie: mijn jaarlijkse Kroniek van het Internetrecht, ditmaal voor het jaar 2008. Wat is er allemaal gebeurd? Het consumentenrecht kreeg een aantal flinke opstekers, die ook voor webwinkels erg relevant zullen blijken te zijn. Auteursrecht stond weer volop in de belangstelling, vooral waar het filesharing of het embedden van Youtube-filmpjes betrof. Ook dienden er diverse rechtszaken over computercriminaliteit.

Het belangrijkste juridische thema van 2008 bleek echter de privacywetgeving. De Wet Bescherming Persoonsgegevens en met name de richtsnoeren over de toepassing daarvan op internet gaven aanleiding tot allerlei rechtszaken en andere juridische acties, variërend van het weghalen van forumberichten tot het moeten opschonen van Wikipedia. Hieronder het eerste deel van de Kroniek van het Internetrecht 2008 op Marketingfacts.nl, morgen en overmorgen volgen deel 2 en 3.

Privacy en persoonsgegevens

De splinternieuwe privacyrichtsnoeren van het College Bescherming Persoonsgegevens (waar ik me bij Netkwesties en in Tijdschrift voor Internetrecht boos over maakte) bleken een nuttig hulpmiddel voor velen. Op grond van deze richtsnoeren kan het namelijk verplicht zijn om iemands forumberichten te verwijderen. Onder omstandigheden geldt er zelfs een inspanningsplicht om ze ook bij Google weg te laten halen.

Valt Google, als Amerikaans bedrijf, trouwens onder de Europese privacywet? Jazeker. Door cookies te parkeren op Nederlandse computers val je namelijk onder de Europese privacywet, aldus de Artikel-29 Werkgroep.

Ook in diverse andere zaken kwam privacy aan de orde. De publicatie van naaktfoto’s van je ex bleek een vorm van smaad. En natuurlijk een forse privacyschending. Een bedrijf eiste en kreeg de persoonsgegevens achter een Gmail-account, omdat er bedrijfsmails naar dat account geforward werden. De kans op misbruik van die mails was zo groot dat de privacy van de accounthouder moest wijken.

De privacywet werd aan het einde van het jaar nog ingezet (samen met de Telecommunicatiewet) om die irritante tell-a-friend systemen te verbieden. Of nou ja, onder strenge voorwaarden toe te staan, maar die voorwaarden zijn zo streng dat het commercieel niet erg interessant meer is. Met name de eisen dat er geen (kans op) beloning voor afzender of ontvanger mag zijn en e-mailadressen niet bewaard mogen worden, zal de tell-a-friend link de das omdoen.

Meningsuiting

De privacywet en richtsnoeren werden ook van stal gehaald om onwelgevallige journalistieke publicaties van internet te halen. Ex-Kamerlid Patricia Remak probeerde haar Wikipedia-lemma op deze grond te laten wijzigen, maar zag daar vanaf nadat bleek dat deze poging al tien keer meer publiciteit opleverde dan dat ene lemma ooit had gedaan. Hetzelfde overkwam zakenman Bob Sijthoff, die de Nederlandse Wikimedia stichting aanklaagde vanwege zijn lemma. Helaas voor Sijthoff bleek dit de verkeerde rechtspersoon – hij had de Amerikaanse stichting moeten hebben.

Bij Kleintje Muurkrant lukte het wel: dat moest een nieuwsbericht over een zakenman weghalen omdat het artikel niets actueels of relevants bracht. En Connie Breukhoven won wederom van websites Zijonline en Witheet over het door die sites opgerakelde gerucht over Breukhoven’s vermeende prostitutieverleden.

Een en ander roept dan wel de vraag op wat nu precies een ‘journalistieke uiting’ is. Waarom is ‘oud nieuws’ op een nieuwssite wat anders dan oud nieuws in een encyclopedie? In december kwam het Hof van Justitie met een hele brede definitie van journalistiek:

“De bekendmaking aan het publiek van informatie, meningen of ideeën, ongeacht het overdrachtsmedium. Deze activiteiten zijn niet voorbehouden aan mediaondernemingen en kunnen een winstoogmerk hebben.”

Daarbij is het al langer vaste rechtspraak dat columnisten en andere schrijvers van satirische uitingen verder mogen gaan dan gewone journalisten. Toch werd een column op Fok! over het zeer genuanceerd in brand steken van het huis van Femke Halsema na een stevig relletje snel verwijderd.

Een andere interessante vraag bij journalistiek en meningsuiting op internet is hoe openbaar zo’n uiting nu eigenlijk is. Voor smaad en allerlei andere strafwetgeving is het namelijk nodig dat deze in de openbaarheid gebeurt of men in ieder geval “ruchtbaarheid” geeft aan de uiting. De Europese strafkamer van de rechtbank Amsterdam beoordeelde een uitlating op internet als “minder openbaar” dan bijvoorbeeld radio of televisie, zodat er niet snel sprake zal zijn van strafbare belediging of discriminatie.

Wat later in het jaar vond de politierechter in Assen een afgeschermde Hyve openbaar genoeg om uitlatingen daarop als strafbare smaad te kunnen zien. Ook een ander arrest van het Gerechtshof in Amsterdam oordeelde dat het internet “een medium met een groot potentieel publieksbereik” is, waarmee men de voorwaardelijke kans aanvaardt dat een mening gaat rondzingen en daarmee openbaar wordt.

Dit is de bron van bovenstaande afbeelding.

Arnoud Engelfriet is ICT-jurist, blogger en partner bij juridisch adviesbureau ICTRecht. Sinds 2001 beheert hij de site Iusmentis.com met meer dan 350 artikelen over internetrecht.

Categorie
Tags

Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!