Zo maak je e-learning écht effectief
De e-learning markt groeit met 1,1 miljard euro, zo bleek onlangs uit de E-Learning Monitor van Multiscope. Uit het onderzoek bleek dat 6 procent van de ondervraagden binnen een jaar een online opleiding wil volgen. Logisch, want zeker in de huidige wereld is online leren een goede manier om jezelf te ontwikkelen. Maar dan moet de e-learning wel effectief zijn en goed bij de doelgroep passen.
E-learnings zijn momenteel vaak een overload aan informatie. Er is veel tekst, je moet veel wachten en ze duren relatief lang. Genoeg negatieve prikkels om af te haken of op zijn minst je aandacht regelmatig te verliezen. Dat is dodelijk: het doel van een e-learning is immers juist te zorgen dat informatie of een instructie blijft hangen.
Zeker als je als bedrijf een verandering doormaakt waarin je je medewerkers wilt meenemen, dan kan een e-learning medewerkers inzicht geven in wat dit voor een individu betekent en hoe de medewerker zelf kan bijdragen aan de verandering. Daarnaast is het essentieel dat je medewerkers deze informatie op een later moment kunnen reproduceren. De beste manier om iets over de bühne te krijgen is immers door ambassadeurs te hebben die de boodschap mond-tot-mond verspreiden en anderen enthousiasmeren.
Je komt niet meer weg met een e-mail aan het hele bedrijf om nieuw beleid te communiceren
Je komt tegenwoordig niet meer weg met enkel een e-mail aan het gehele bedrijf om dat nieuwe beleid te communiceren. Een steeds groter percentage van generatie Y en Z bezet de arbeidsmarkt. Dit betekent dat we met communicatiemiddelen moeten komen die verrassen en die in een kort tijdsbestek worden verwerkt. Je moet dus inspelen op wat je doelgroep wilt: wees creatief, innovatief en relevant.
In dit artikel gaan we in op de hamvraag: Hoe zorg je ervoor dat een e-learning daadwerkelijk effectief is? We gaan in op aspecten die niet mogen ontbreken in het ontwerp. De belangrijkste vuistregel is: verleg je focus van informatie verspreiden naar inspelen op wat je doelgroep (je medewerker dus) nodig heeft.
1. Het juiste doel
Is e-learning wat mijn medewerkers nodig hebben, is de belangrijkste vraag die je jezelf moet stellen voordat je een e-learning ontwikkelt. Gaat deze tool je medewerkers helpen om succesvol te zijn? Er wordt namelijk vaak een verkeerde verwachting gekoppeld aan een e-learning, bijvoorbeeld het introduceren van een verandering. Het moet juist een toetsing zijn: leg het onderwerp uit in de e-learning en check dan door een quiz in die e-learning of de informatie is binnengekomen. Hiermee creëer je begrip en krijg je inzicht van het kennisniveau. Door instructies te krijgen, is een medewerker vervolgens in staat dit toe te passen in de praktijk.
2. Visual storytelling
Visual storytelling: boekdelen spreken verhalen en verhalen spreken boekdelen. Als je het visueel maakt, dan zet je de omgeving in context en dat blijft hangen. Het brein van je medewerker linkt een bepaalde situatie dan aan de stof. Plus: hierdoor is de kans groter dat het verhaal wordt onthouden en doorverteld. Voeg hier toepasselijke afbeeldingen aan toe en je hebt visual storytelling.
Het klinkt niet efficiënt om daar lang bij stil te staan, maar verhalen zijn beter dan droge feiten. Verhalen onthouden we op een speciale manier. Dat is nu eenmaal hoe onze hersenen zijn geprogrammeerd. Wanneer er iets groots gebeurt in het leven, dan sla je dat op in het episodisch geheugen. Denk bijvoorbeeld aan een bijzondere dag, die kun je bijna als een verhaal weer voor je halen dankzij dat geheugen. Dat geldt ook voor andere verhalen.
Visual storytelling levert ook een tijdsbesparing op
Door hier een visueel aspect aan toe te voegen, kun je een situatie schetsen zonder hier ook maar één woord voor te gebruiken. Je ziet dan in een oogopslag waar het over gaat en welke emotionele lading de situatie heeft. Visual storytelling levert ook een tijdsbesparing op. Het zien van beeld en verhaal zorgt ervoor dat je de informatie sneller verwerkt. Al helemaal als er geen tekst aan te pas hoeft te komen. Hierdoor heeft je doelgroep letterlijk meer ruimte om meer informatie te kunnen verwerken.
Wat maakt visual storytelling nog meer efficiënt? Door beeld aan bepaalde informatie te koppelen, maken je hersenen een verbinding aan. Deze verbinding zorgt er een volgende keer voor, dat informatie beter wordt herkend. Hierdoor is je medewerker dus in staat om te reproduceren en acties in de praktijk uit te voeren.
3. Relevantie creëren
Zoals gezegd, het doel van e-learning is dat je informatie blijft hangen. Dit gebeurt alleen als het onderwerp ook begrijpelijk wordt gemaakt. Denk bijvoorbeeld aan een software-implementatie. Dit is niet zo heel makkelijk om dit ‘gewoon’ even uit te leggen. Een fout die veel gemaakt wordt is om in een keer te veel informatie te geven. Dat is te complex en zorgt dat medewerkers afhaken.
We hebben een gelimiteerd werkgeheugen
Logisch, want we hebben een gelimiteerd werkgeheugen. Je kunt dus nooit zoveel informatie tegelijk opslaan. Door een onderwerp relevant te maken, blijft de informatie eerder hangen. Vergeet het jargon en de Excel-sheets vol data: stap in de schoenen van je medewerker en stel jezelf de vraag: heeft men deze informatie echt nodig? Moet dat ook allemaal op dit moment? Is de geschetste situatie herkenbaar voor de medewerker?
De elementen die je boodschap relevant maakt zijn als volgt:
- Verrassen: speel in op wat medewerkers niet verwachten, bijvoorbeeld door humor te gebruiken.
- Belangrijk maken: informatie die direct op jouw medewerker van toepassing is zal beter worden onthouden, zoals een grote impact op werkzaamheden.
- Herkenbaarheid creëren: onbekend jargon of high-over informatie wordt niet onthouden, ga voor herkenbaarheid.
4. De juiste opbouw
Maak van tevoren duidelijk wat de medewerker kan verwachten van de e-learning en om welk probleem deze cursus draait. Speel in op wat jouw medewerker nodig heeft om dit probleem op te lossen. In andere woorden: welke gedragsverandering is er nodig om het uiteindelijke doel van het verandertraject te behalen? Doe het in stapjes.
- Ken je context: wat is het probleem en waarom?
- Creëer begrip: wat is de oplossing en wat betekent dit?
- Omschrijf gedragsverandering: welke instructie heeft jouw medewerker nodig en hoe moeten zij met het probleem omgaan?
Bouw je e-learning op volgens de ‘Start with why’-theorie van Simon Sinek, met een kleine twist: why – what – how. Focus eerst op een overkoepelende why-vraag, zodat men begrijpt waarom de verandering belangrijk is. Ga dan in op ‘what’ dit betekent voor je medewerker, zoom meer in op hun dagelijkse werkzaamheden. Als laatste: ‘how’. Hoe moet de medewerker zich gedragen of zijn werk doen om de verandering mogelijk te maken.
Door bovenstaande key takeaways goed toe te passen, dan zal het slagingspercentage van je medewerker stijgen. En niet alleen dat, want informatie wordt hierdoor in de praktijk ook beter toegepast. Als het onderzoek ons iets leert, dan is dat dat e-learning beter kan, zodat nog meer mensen zich op deze manier willen ontwikkelen. Juist nu. Een e-learning met een duidelijke opbouw vol goede voorbeelden en bijpassende afbeeldingen zorgt ervoor dat de informatie door zoveel mogelijk mensen wordt gedragen. En dat mensen zich er ook naar gedragen.