Nieuwe megaboete voor Google lijkt op willekeur

30 juli 2018, 06:00

Hoe de Europese Commissie blijft worstelen met platform-economie

De Europese Commissie legde Google deze maand opnieuw een miljardenboete op. Ditmaal omdat Google het mobiele besturingssysteem Android misbruikt zou hebben om de machtspositie bij algemene internetzoekdiensten (‘de zoekmachine’) te versterken. Deze boete laat zien dat de EC nog steeds worstelt met de platformeconomie en nog geen manier heeft gevonden om er grip op te krijgen. De boete voor Google heeft iets willekeurigs. Een meer toekomstbestendige regulering van de platformeconomie lijkt nog ver weg.

Wat heeft Google gedaan? Fabrikanten van smartphones en tablets zoals Samsung, Sony en Huawei en mobiele operators als Vodafone en AT&T, moeten – als ze de laatste nieuwe versie van Android willen gebruiken – ook enkele Google-apps mee-installeren, waaronder Search en Chrome. Daarnaast mogen de bedrijven zelf geen eigen versies van Android ontwikkelen. In ruil hiervoor krijgen de fabrikanten en operators gratis de beschikking over Android en de populaire Google-apps, en ze krijgen een deel van de opbrengsten van de Android-winkel Google Play. Een uitgebreide analyse van de opkomst van de mobiele appstores en de concurrentie tussen Apple, Google, Nokia en Microsoft lees je hier.

“Redenering van Europese Commissie gaat volledig voorbij aan dynamiek van platformeconomie”

In de ogen van de Commissie heeft Google hiermee de machtspositie bij de zoekmachine misbruikt, concurrentie tegengewerkt en innovatie beperkt. Deze redenering van de Commissie lijkt vanuit klassieke markten bezien terecht, maar gaat volledig voorbij aan de dynamiek van de platformeconomie.

Wat mag je wel en niet koppelen?

De Europese Commissie vindt dat Google het besturingssysteem Android onterecht heeft gekoppeld aan andere apps, met name Search. Vrijwel alle platformen zijn echter in essentie één grote koppelverkoop: ze integreren meerdere processen, functies, producten of software tot één geheel. Op deze gestandaardiseerde basis kunnen vervolgens nieuwe toepassingen worden ontwikkeld. Die koppeling is essentieel om ervoor te zorgen dat toepassingen probleemloos werken op alle apparaten. Het betekent tegelijkertijd dat allerlei ontwikkelaars die voorheen besturingssoftware schreven, buitenspel worden gezet omwille van de eenheid en standaardisatie. Het doel is om innovaties en toepassingen die voortbouwen op het platform, te bevorderen.

Pas toen Apple en Google zorgden voor standaardisatie, kwam de markt voor mobiele toepassingen en diensten goed op gang. Voorgaande platformen zoals Symbian hadden te kampen met een wildgroei aan apps en versies, waardoor de toepassingen niet goed werkten en de gebruikerservaring was matig.

De vraag is nu: welke koppeling van functies als onderdeel van Android zijn wel of niet geoorloofd? Welke apps zijn als het ware onlosmakelijk met Android verbonden en welke niet? Dat is niet gemakkelijk te zeggen.

“Waarom is integratie van nieuwe functies wel geoorloofd en ‘integratie’ van Google Search niet?”

Bovendien evolueren platformen in de tijd. De afgelopen jaren integreerden Apple en Google steeds nieuwe functies in hun platformen, zoals navigatie, cloud-opslag en muziekstreaming. Deze werden standaard meegeleverd met Android. Met directe gevolgen voor zelfstandige apps als Dropbox, TomTom en Spotify. Waarom is deze integratie wel geoorloofd en de ‘integratie’ van Google Search niet?

Google belemmert fabrikanten niet om andere, met Google concurrerende apps te installeren. Samsung, Huawei en Sony doen dat ook volop: ze maken eigen laagjes (skins, layers) bovenop de interface van Android en installeerden een hele trits aan eigen apps voor onder andere mail, agenda, wekker en camera. In de gevallen dat Google exclusiviteit van de eigen apps wilde, heeft het fabrikanten betaald, een in de industrie gangbare praktijk. Hier lijkt dus geen groot machtsmisbruik gaande te zijn.

Succes is niet te koop

Gebruikers installeren volop andere apps als vervanging van de ‘standaard’ meegeleverde apps van Google. Het relatieve gemak van het installeren van apps is één van de grootste successen van de smartphone.

Ondanks het feit dat ze standaard op alle Android-toestellen werden geïnstalleerd, zijn diverse apps van Google de afgelopen jaren hopeloos mislukt: denk aan Google Hangouts, Google Plus (sociaal), Duo (videochat) en Foto’s. Ze gaven Google’s apps misschien een extra zetje, maar hebben niet kunnen voorkomen dat WhatsApp, Instagram en Spotify een succes werden. In hoeverre heeft Google de concurrentie dan verstoord?

Het is nog maar de vraag of de koppeling die Google eiste een heel groot voordeel opleverde en of het de concurrentie echt belemmerd heeft.

“Android heeft altijd concurrentie gehad”

Daar komt nog bij dat fabrikanten van smartphones en andere apparaten voortdurend de keuze hebben gehad om over te stappen op een ander platform. Android heeft altijd concurrentie gehad (al werd die na 2016 een stuk minder). Tot enkele jaren geleden was nog niet zeker dat het marktaandeel van Android zou doorgroeien tot de ruim 80 procent die het nu heeft. Onderzoeksbureau Gartner verwachtte in 2012 nog dat Windows Mobile van Microsoft zo’n 30 procent van de markt zou gaan halen.

Daarnaast waren ook Blackberry X, Firefox OS, Ubuntu Mobile en Samsung Tizen in de race. Toch hebben deze alternatieve systemen en hun appstores het niet gered in de markt, onder meer door gebrekkige steun van fabrikanten. Ook initiatieven van Amazon en Facebook om zelf een smartphone op de markt te brengen, al dan niet gebaseerd op Android en met een eigen appstore, hebben het niet gehaald.

Markt evolueert voortdurend

De Europese Commissie moet uiterst voorzichtig zijn met hoe het platformen reguleert en wanneer ze wel en niet straft. Rond de meeste platformen zien we een subtiel maar hard machtsspel van samenwerken en concurreren. Platformaanbieders zoals Google, Apple en Microsoft ontwikkelen tegelijkertijd ook apps, waarmee ze concurreren met de ontwikkelaars die op hun platform actief zijn. App-ontwikkelaars spreiden hun kansen en brengen apps uit op meerdere platformen. (ACM kondigde vorige week aan op dit onderwerp in te gaan en een marktstudie naar de relatie tussen app-aanbieders en appstores voor mobiele telefoons te starten, om meer inzicht krijgen in hoe appaanbieders hun apps in een store krijgen en welke invloed de appstores hebben op het aanbod van apps.)

“Rond de meeste platformen zien we een subtiel maar hard machtsspel van samenwerken en concurreren”

Platformen moeten voortdurend kunnen ademen en evolueren in de tijd: nieuwe functies toevoegen, meer openheid, ruimte voor partijen om varianten te ontwikkelen, delen van data: maar wel binnen bandbreedte. Verder moet men voldoende in de gaten houden dat de spelers in het ecosysteem van elkaar afhankelijk zijn voor het succes van het platform als geheel: men heeft elkaar nodig.

Google zag zich genoodzaakt om de teugels aan te halen omdat de wildgroei aan Android-varianten ervoor zorgde dat apps niet goed werkten. Gebruikers van de eerste generatie Fairphone, dat draaide op een variant van Android, hebben dit ervaren: een groot deel van de populaire apps werkten niet of gebrekkig op die Fairphone.

Daarom maakte Google de koppeling tussen Android, de Playstore en de Google-apps sterker, zoals dat ook bij Apple iOS het geval is. Google’s versie van Android werd daarmee een stukje meer gesloten. Google is ook strenger gaan controleren op malafide apps die proberen gebruikers in abonnementen te lokken, die telefoons lieten crashen of gebruikersgegevens aftapten zonder dit te melden. Daarmee is Google steeds meer gaan filteren om de kwaliteit voor de gebruikers te vergroten. De kwaliteit en stabiliteit van Android kwam uiteindelijk ook fabrikanten, operators en app-ontwikkelaars ten goede.

Liever duurzame regulering dan symbolische straf

De markt blijft zich ontwikkelen. We staan aan de vooravond van een Internet of Things waarin de smartphone zijn unieke positie verliest: steeds meer apparaten gaan online, krijgen apps en worden intelligent. Spraakassistenten nemen steeds vaker de rol over van het aanraakinterface van smartphones: onze zoekopdrachten, onze agendabeheer en onze aankopen verlopen steeds vaker via Alexa, Siri, Google Assistant, Bixby, Cortana en Facebook M. Hier vindt de nieuwe ronde in de platformenstrijd plaats.

“Het is tijd voor regulering van platformeconomie die aansluit bij ontwikkelingen in de markt”

Wat vindt de Europese Commissie van deze ontwikkelingen waarbij opnieuw een functie geïntegreerd wordt in een bestaand platform, lees: een nieuwe koppelverkoop plaatsvindt? En wat vindt ze van het feit dat Google Assistant standaard is geïnstalleerd op alle Android-telefoons, net als Siri op die van Apple? Nieuwe apparaten, zoals Amazon Echo met Alexa en de apparaten van Samsung met Bixby, de zelfrijdende auto’s, breken de markt voor spraakinterfaces en zoekmachines verder open. Dat betekent dat er opnieuw een ruimere blik nodig is op wat de markt is, en wat machtsposities op die nieuwe markt zijn.

Boetes die ad hoc (in dit geval na klagen door onder andere Microsoft en Nokia over Google’s positie op het gebied van zoekmachines) of vanuit een specifieke dienst of functie reguleren, wekken al snel de indruk van willekeur, maken ontwikkelaars onzeker en komen uiteindelijk ook consumenten niet ten goede. Tijd voor een regulering van de platformeconomie, die aansluit bij de ontwikkelingen in de markt en rekening houdt met de principes van de platformeconomie. Alleen met een toekomstbestendige visie kan de platformeconomie tot bloei komen en kan machtsmisbruik van grote spelers echt worden aangepakt.

Maurits Kreijveld
futuroloog en strategisch adviseur bij Wisdomofthecrowd.nl

Maurits Kreijveld is futuroloog en strategisch adviseur. Hij onderzoekt en verbeeldt de impact van nieuwe technologieën op organisaties, individuen en de samenleving, en adviseert hierover. Hij is gespecialiseerd in digitale transformatie (platformeconomie, deeleconomie) en innovatie cocreatie. Met zijn boek ‘De plug&play;-organisatie. Handboek voor digitaal transformeren' en bijbehorende workshops en masterclasses helpt hij organisaties digitaal aanpassingsvermogen en wendbaarheid te krijgen. Eerder schreef Maurits 'De kracht van platformen' het eerste Nederlandse boek over de platformeconomie, en ‘Samen slimmer. Hoe de wisdom of crowds onze samenleving zal veranderen’ met toekomstbeelden over de zorg, innovatie en smart cities.

Categorie
Tags

Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!