“Fail fast, fail often”: maar wat betekent het écht?

28 november 2016, 09:00

Als je een gesprek hebt over startups, is er altijd wel iemand die de leus de lucht in slingert: “Fail fast, fail often!” Dat klinkt redelijk fatalistisch als je er droog naar kijkt. En het is een rellerig opstekertje dat niemand verder helpt.

In het kader van ‘niet blijven hangen in aannames’ breekt de lean-startupwereld, aangevoerd door Eric Ries, een lans voor het snel uitvoeren van veel experimenten. Want daar leer je van. En iedereen die een beetje heeft opgelet op de middelbare school weet: de basis onder een onderzoek of experiment is de hypothese. Het is een aanname over de uitkomst die je probeert te staven.

Een hypothese voor de ontwikkeling van een prijspropositie zou bijvoorbeeld kunnen zijn: “De doelgroep vindt een prijs van 5 euro voor product x aantrekkelijk.” Vervolgens ontwerp je een experiment om dat te meten. Bijvoorbeeld een Facebook-campagne met dummy ads waarop mensen kunnen klikken om product x te kopen voor dat bedrag.

En als je dat experiment hebt uitgevoerd, weet je of je hypothese juist was of niet. Mensen hebben dan namelijk wel of niet significant geklikt. En in dat laatste geval zat je er dus naast. En heb je dus gefaald. Onzin!

Het enige is dat je hypothese onjuist bleek. Als dat falen zou zijn, dan zou elke wetenschapper wel een ongelooflijke faalhaas zijn. Maar die weet dat de hypothese maar een middel is om een experiment te kaderen. Als ik zeg dat het kop wordt en het wordt munt, heb ik dan gefaald? Natuurlijk niet.

Bevrijdend

Waarom noemen mensen het dan toch falen? Ik denk omdat ze dat bevrijdend vinden. Omdat de spanning rond het wel of niet slagen van hun project of startup sowieso al fiks oploopt en dit voor heel even alle druk eraf haalt. Of om anderen het gras voor de voeten weg te maaien en wijsneuzerig gedoe te voorkomen.

Maar kan je dan niet falen in een (corporate) lean startup? Tuurlijk wel. Big time zelfs. Als je onnadenkend hypotheses voor werkelijkheden aanneemt. “Ah joh, natuurlijk kopen de mensen ons moddervette product wel voor 25 euro.” Dat is geen experiment, maar hoogmoed. Zo oud als de mens. De oude Grieken hebben er zelf een speciaal woord voor: hybris.

Alleen zonder experiment kun je falen

Stel je voor. Je gaat met je auto op weg en je ziet op het dashboard dat je tank bijna leeg is. Dan zou je  –  om wat te leren  –  kunnen zeggen: “Ik ben benieuwd of ik het haal. Ik wil nou wel eens weten hoe groot die reservetank is. En ik heb geen haast, dus we gaan het gewoon eens proberen. Mijn hypothese is … van wel.”

Als je dan een uur later voor het halen van het eindpunt tóch stil komt te staan, heb je je uitkomst: zodra het lampje brandt, zit er dus nog voor 40 kilometer in. Weer wat geleerd. Je giet je extra jerrycannetje (voorbereiding is het halve werk, mensen!) leeg en tuft lekker verder.

Maar als je daarentegen gewoon verzuimd hebt naar de brandstofmeter te kijken, naar diezelfde vriend rijdt en je komt dán opeens stil te staan, heb je glorieus gefaald. Echt. Er was immers geen experiment, er was geen hypothese; je bent gewoon dom geweest. Je kunt je vast voorstellen dat je de situatie dan ook wat minder luchtig op zult pakken. Ik zelf wel.

Kortom: falen, daar kan niemand een voorstander van zijn. Het kost tijd, het kost geld, het kost je humeur en het is een inefficiënte manier van leren. Wat men eigenlijk bedoelt is: “experimenteer snel & experimenteer vaak.” Want dát is waar lean startup wél over gaat.

Gert Hans Berghuis (1971) is partner bij Fabrique. Hij is afgestudeerd Industrieel Ontwerper aan de TU Delft en werkt als innovatiestrateeg op key accounts. Hij is gefascineerd door de innovatiekracht van start-ups en corporates; hoe kan je met Lean Start-Up en Agile de organisatie veranderen? Hij coacht een aantal start-ups en spreekt regelmatig over dit onderwerp.

Categorie

1 Reactie

    Gustavo Woltmann

    Leuke analogie met de bijna lege brandstoftank! Een motiverend artikel, dank je!


    7 december 2016 om 13:44

Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!