Derk Arts (Castor EDC) wil data invoer voor medisch onderzoek betaalbaar maken

2 november 2015, 10:30

Derk Arts bouwde de eerste versie van Castor EDC zelf. Deze online applicatie waarmee gebruikers eenvoudig een database kunnen opzetten voor het verzamelen van medische data voorzag in zijn behoefte. Tijdens zijn studie voor arts moest hij onderzoek doen. De gegevens, door meerdere mensen verzameld, werden vastgelegd in Excelsheets. “Per patiënt een excel sheet. Met mijn IT achtergrond dacht ik dat moet handiger kunnen.” Maar een rondvraag leerde al snel dat dit de gebruikelijke methode was voor het verwerken van data. “Toen dacht ik: dat kan niet. En zo ben ik er langzaam ingerold.”

Achteraf bleek dat er wel de nodige producten op de markt waren, maar die waren met name gericht op de farmaceutische industrie, niet op de medische wereld. “Dat vertaalde zich met name in het feit dat ze extreem duur waren. Dus de gemiddelde medicus die op zijn afdeling onderzoek wilde doen, kon dat niet betalen. Daarbij zijn het altijd lange ingewikkelde trajecten met offertes en contracten met als uitkomst vaak gebruiksonvriendelijke systemen waar je programmeur voor moet zijn om ze te kunnen gebruiken. Dus hebben wij gezegd: we maken een systeem dat én heel erg betaalbaar is én heel gebruikersvriendelijk is, zodat iedereen het kan gebruiken.” En zo geschiedde. Het voorlopige resultaat is dat Castor op dit moment 1500 gebruikers telt, verdeeld over circa 750 verschillende studies.

“Echt een goed product maken dat voor de maatschappij wat kan betekenen”

Castor telt op dit moment zo’n tien medewerkers en groeit hard in Nederland: “Heel veel mensen zien het voordeel van een betaalbare oplossing die iedereen kan gebruiken.” De instapprijs is dan ook maar 300 euro en daarmee kan je een jaar lang onderzoeksgegevens opslaan in het systeem. “Het verschil tussen ons systeem of Excel gebruiken voor dataverzameling is gewoon gigantisch. De kwaliteit van de data gaat er enorm mee omhoog plus het biedt veel meer potentie voor hergebruik, zodat je ook veel minder research waste krijgt, zoals we dat noemen. Dus ja het gaat heel hard. We zijn met heel veel mensen en partijen aan het praten. We hebben in alle ziekenhuizen in Nederland al gebruikers.”

En inmiddels lonkt het buitenland. Maar niet voordat eerst goed onderzocht is wat daar wel en niet mag. Het is uitdagend en interessant, maar het is lastig: “Het is makkelijker om een consumer product te hebben wat iedereen gewoon vrij kan gebruiken zonder regels.”

Castor is tot op heden volledig zelf gefinancierd. “De omzet die we konden genereren met onze klanten is tot nu toe altijd gebruikt om verder te ontwikkelen, weer nieuwe klanten te vinden. Dat is heel aantrekkelijk natuurlijk want het betekent dat we zelf bepalen wat onze richting is.” Het aantrekken van een investeerder is eigenlijk nooit serieus overwogen: “Ik wil wel echt een goed product maken dat voor de maatschappij wat kan betekenen. Ik wil niet dat iemand zich daarmee gaat bemoeien en dan zegt dat we toch voor winstmaximalisatie moeten gaan. Ik wil de prijs juist omlaag brengen. Ik wil Castor alleen maar goedkoper maken zodat iedereen in de hele wereld het kan gaan gebruiken. In Nederland heb je nog best veel geld voor onderzoek, maar in Brazilië is dat misschien heel anders geregeld. Ik wil dat ze het daar ook kunnen gaan gebruiken. En ik kan me voorstellen dat een investeerder dat een slecht idee vindt. Die zegt: duurder, grotere onderzoeken, de farmaceutische industrie. Die willen we ook wel gaan bedienen, maar dat is niet de primaire focus.”

“Iets doen waar je zelf achter staat en waar je passie voor hebt maakt een groot verschil”

Data opslaan is één ding, daarna volgt de grafische weergave of analyse. Dat laatste laat Castor graag aan andere partijen over. Er bestaat al hele goede open source analyse-software. Wat betreft visualisatie ziet Arts wel mogelijkheden: “Ik kwam pas een hele interessante Amerikaanse startup tegen die visualisatie als core business heeft. Het enige wat zij doen is het visualiseren van lopende trials. Dus misschien zeggen we gewoon: dit is onze API, laten we connecten, lekker modern. Maar ze moeten dan wel in onze ideologie passen, want vaak zijn dat soort partijen extreem duur. Dus dan gaan we dat stuk ook zelf doen.”

Het liefst houdt Arts een duidelijke focus en laat alles daar buiten over aan anderen. Al is dat niet altijd eenvoudig. Zo kunnen er op dit moment met behulp van persoonlijke apparaten, denk aan de Fitbit, data worden verzameld. “Die informatie is super waardevol, maar zonder standaardisatie is het echt heel veel werk om die data goed te gebruikten. Wij willen absoluut een belangrijke rol gaan spelen om al die binnenkomende data uit alle hoeken te structureren zodat het bruikbaar is voor onderzoek. Maar onderzoek heeft gewoon gestructureerde data nodig. Ik zou het ook heel erg mooi vinden als er meer wordt nagedacht over standaardisatie voordat er allerlei platformen en devices en portals de wereld in worden geschoten.”

De grootste uitdaging blijft echter in het buitenland bereiken wat er in Nederland al is. Het is de vraag of ze over de grens ook serieus genomen worden. “Gaat een Duitse professor geld betalen aan een klein Nederlands bedrijfje? We vinden onszelf best groot, maar dat zijn we natuurlijk eigenlijk niet. Aan de andere kant: wetenschap is wetenschap en dat gaat eigenlijk altijd volgens dezelfde regels.”

Leonieke Daalder is politicoloog en journalist. Ze werkte voor onder meer Radio Noord Holland en de VPRO. Bij de laatste omroep was ze verantwoordelijk voor crossmediaal project 3VOOR12 dat onder haar leiding onder meer de Prix Europa, Gouden Pixel, Pop Pers Prijs en UPC Digital Award won. Ze is een van de oprichters van Fast Moving Targets. Ze schrijft, interviewt, onderzoekt, filmt, presenteert. leonieke.daalder@gmail.com

Categorie

Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!