’Vrijwel alle jongeren actief op sociale netwerken’

26 juni 2007, 08:49

Bijna alle jongeren tussen negen en 17 jaar (96 procent) in de V.S. bezoeken tenminste één keer per week een sociale netwerksite. De helft kwam daarbij de laatste maand in aanraking met een of meerdere merken. Voor jongeren benadert de tijd die ze online besteden het aantal uren dat er naar televisie gekeken wordt. Natuurlijk doen ze aan multitasken: jongeren hebben daarbij vier keer meer aandacht voor hun online bezigheden dan voor televisie.

Dit blijkt allemaal uit een whitepaper van Alloy Media & Marketing, (een marketingbureau dat zich oriënteert op jongeren), dat gebaseerd is op een recent onderzoek van Grunwald Associates (via: Advertising Age).

Update: In het artikel op Advertising Age zijn wat ‘foutjes’ geslopen. Gelukkig hebben ze daar zelf een mailtje over gestuurd. Die is te vinden in de reacties onder dit artikel. De link hierboven verwijst nu naar het goede artikel.

CORRECTION: An earlier version of this story reported 96% of online tweens and teens connect to a social network at least once a week. In fact, 96% of online tweens and teens have reported using social networking technologies, while 71% connect weekly.

Het eigenlijke doel van het jongerenonderzoek was natuurlijk: hoe bereik je deze ‘antireclame generatie’ het best? Hieronder een paar punten uit het onderzoek (die geloof ik niet eens zo heel verrassend zijn):

– Jongeren maken niet alleen contact met hun vrienden via een sociaal netwerk, maar ook met hun ouders. En dat wordt steeds normaler. Ook voor de ouders.

– Als marketeers jongeren willen benaderen dan moeten ze dat doen zonder ze ‘lastig te vallen’. In het artikel op Advertising Age staat dat heel aardig omschreven. Volgens Samantha Skey van Alloy Media ervaren de jongeren de omgang met adverteerders zo: ‘Do not interrupt me en route to a connection with one of my peers or in the midst of a conversation. Enhance or facilitate my social-networking experience. Offer me utilities to enhance my production process or tools to help me better able to express or engage myself.’

Dus: geef ze leuke gadgets om met hun vrienden te communiceren, agenda’s, muziekfaciliteiten, nieuwsupdates en ga zo maar door. En sta ze vooral niet in de weg.

Van april 2007 tot juni 2011 was ik freelance editor/ communitymanager / hoofdredacteur bij Marketingfacts. Tussendoor werkte ik bij Insites Consulting, IDG Nederland, Saatchi&Saatchi;/Leo Burnett (voor Samsung) en voor onderzoeksbureau WUA. Vanaf 1 november 2021 vorm ik samen met Luuk Ros de hoofdredactie van Marketingfacts.

Categorie
Tags

5 Reacties

    Eric Klaassen

    Tussen de 9 en 17 jaar. Dus alle 9 en 10 jarigen zitten ook op MySpace, Facebook en dergelijke? Dat verbaast me eerlijk gezegd wel.


    26 juni 2007 om 09:10
    mgvandenbroek

    @Eric: Mij ook. Maar misschien komt de 4 procent die niet op MySpace etc. zit vooral uit de groep van 9-10? 😉 Toen ik tien was klom ik in bomen….


    26 juni 2007 om 09:16
    Eijkb

    Mijn allochtone, moeilijk lerende buurjongen van 9 jaar (vorig huis) kon nauwelijks nederlands schrijven maar was wel redelijk actief op een Belgische profielensite. Mij verbaasd niets meer.


    26 juni 2007 om 09:50
    Daan Tolk

    Check het artikel van Advertising Age zelf even. In de titel en subtitel spreken ze de openingszin tegen; De (sub)titel gaat over alle t(w)eens, terwijl in de eerste zin staat vermeld “of online tweens and teens”. Ik ga er dan ook vanuit dat het 96% van de online tweens en tieners is. Dat is nog steeds aan de hoge kant trouwens..


    26 juni 2007 om 10:12
    -Marc van Maanen-

    In dit kader; Ik zag het toevallig vanmiddag:

    Hyves heeft (eindelijk) zijn site opengesteld voor meer gadgets. Dat was eerst heel erg beperkt, zowel qua aantal (max 3) als welke gadgets/widgets je kon inzetten.

    Goede stap in mijn ogen, zal er vanavond eens induiken verder.

    : Marc (vanmaanen22.hyves.nl)


    26 juni 2007 om 14:34

Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!