Iteratie vs interieur: hoe richt je een creatief bureau in?
De 4 i’s: interieur, inrichting, indeling en interactie
Drie weken geleden werd ik benaderd door een andere mooie blog: www.amsterdamadblog. Voor hun serie “interiors” wilden zij ons kantoor laten fotograferen door Vincent Houtman. Dit hadden ze al gedaan bij o.a. 180 en Tribal en blijkbaar dachten zij dat wij ook wel een spannende omgeving zouden hebben. Op dat moment dacht ik wel weer even na over ons kantoor. Want hoe wordt een creatief kantoor idealiter eigenlijk ingericht? Wat wil je uitstralen? Voor je (potentiële) klanten, maar zeker ook voor toekomstige medewerkers. Voor deze laatste groep blijkt dat 57% een “great workings atmosphere” erg belangrijk vindt (Intelligence Group Imago Onderzoek).
Indeling
Laat ik eerst beginnen met hoe ik de ideale inrichting vind. Ieder bureau heeft vandaag de dag haar mond vol als het gaat om crossmediale oplossingen en daarbij horende teams. Maar niet ieder pand of kantoor is ingericht op het creëren van deze oplossingen. Want daar heb je interactie voor nodig. En het liefst ook ongecontroleerde iteratie. Het bij elkaar binnenvallen met nieuwe gedachtes, kleine ideetjes die later tot mooie oplossingen gaan leiden. Iteratie wordt gewoon lastiger als je bureau is verdeeld over verschillende verdiepingen. Natuurlijk kun je nog meetings beleggen, de trap op of af gaan, maar ik geloof heilig in de regel dat je de chaos beter op horizontaal kunt hebben, dan verticaal.
Als je dan horizontaal gaat, moet je dan in één grote ruimte zitten of wil je iedereen verdelen in verschillende ruimtes. Zelf geloof ik niet zo in flexibele kantoortuinen. Interpolis begon ermee volgens mij, maar dat was omdat het personeel sneller groeide en dus moesten er wel mensen thuis werken. Een tuin voor een creatief bureau is ook lastig. Wordt toch snel koptelefoons op. En de baas zit meestal ook niet in de groep, want die blijkt “zoveel vertrouwelijke gesprekken” te moeten voeren. Als hij het dan doet, dan moet hij ook mee doen. Dan kan het misschien wel werken.
Ik was laatst bij AKQA – bureau van o.a. Nike voor degene die het niet kent – in London. Grote kantoortuinen met allemaal productmanagers, producers, techneuten met koptelefoons. Projectteams met creatieven in aparte kleinere ruimtes… en een van de bazen gewoon in ergens in een hoekje. Hij durft. Hij heeft meer gedurfd en heeft daarom waarschijnlijk een van de best lopende creatieve bureaus ter wereld.
Als je dan niet voor een tuin gaat, wat ga je dan doen met de kamers: per discipline of projectteams? Ik merk zelf wel dat strategen niet willen werken met muziek. Dat designers een andere muzieksmaak hebben dan de techneuten. En dat de projectmanagers en producers vaak bellen en mailen tegelijkertijd. Bloedbroeders willen het liefst bij elkaar zitten. Zeker als zij op meerdere projecten zitten. Is het maar één project en langduriger dan blijkt toch dat een war team in een war room het beste werkt. De techneut zet dan gewoon weer zijn koptelefoon op.
Inrichting
Dan weet je hoe je het ongeveer gaat indelen; dan komt het inrichten. Creatieve bureaus verkondigen een geloof. Een geloof in een bepaalde strategie. In een bepaald creatief idee. In een oplossing. Bij het verkondingen van dit geloof hoort net als de kerk een ruimte die dit geloof extra kracht bij zet. KesselsKramer heeft dit wel letterlijk genomen door echt in een kerk te gaan zitten. They heeft de rustgevendheid van een boom. Achtung bijt van zich af met hun herdershond. En Tribal is en blijft gewoon strak; een interieur waarmee ze dan ook weer prijzen winnen. Een leuk interieur kan iedereen. Daar zijn we allemaal creatief voor… toch? Maar je komt nog te weinig het geloof of filosofie van een bureau tegen in een interieur. Natuurlijk is alles opbouwen uit hout fantastisch (zoals Brandbase dat heeft gedaan). Maar wat zegt het dit bureau afgezien dat ik nog een link kan leggen tussen brand en hout.
Klanten willen in ieder geen systeemplafond als ze langskomen. Medewerkers willen trots zijn op hun kantoor waar ze iedere dag meer dan 10 uur verblijven. En de schoonmaakster wil dat het zo strak mogelijk is, want dan kan ze makkelijker met de mop er door heen.
Dus wil je dat je schoonmaakster blij wordt? Zorg dan voor een strakke filosofie.
Een lekker luchtig onderwerp wat toch van belang is bij een goede onderneming.
Lekker handige tip maar ni heus