Economisch weerbericht (118): Naar een nieuwe kenniseconomie

29 januari 2011, 09:33

Sinds de eerste Web 2.0-conferentie in 2004 is de digitale mediaïsering geëxplodeerd, met name via zogeheten sociale media. In drie perioden van tien jaar heeft de focus van het World Wide Web zich verdiept en verbreed van pagina’s (1994) via mensen (2004) naar uiteindelijk onze leefwereld en belevingswereld. Er zijn een paar honderd miljoen websites, een paar miljard mensen zijn online en in 2013/14 verwachten we een biljoen (trillion) apparaten en sensoren op het web. Zo geven we onze evolutie vorm: wij zijn het web; het is onze wereld.

De factor 1000, die we momenteel waarnemen tussen de kerngetallen van de drie webfasen, is samen met de totaal verschillende potentie – zeker in combinatie – van de corresponderende entiteiten (sites/pagina’s, mensen/gedrag en apparaten/sensoren) een indicatie voor de immense toevloed van zogeheten Big Data die zal worden verzameld, opgeslagen, verwerkt, gedeeld en geëxploiteerd.

Maar waar laat dit onszelf? In haar Kersttoespraak 2009 betreurde Koningin Beatrix het verlies van lijfelijke aanwezigheid en medemenselijkheid. Zij leggen het af tegen de digitale hectiek. Ver voor het moderne informatietijdperk vinden we het thema bij de vermaarde literator en Nobelprijswinnaar T.S. Eliot (The Rock, 1934). Hij vraagt zich af waar de wijsheid is gebleven die we zijn verloren in onze zucht naar kennis; waar de kennis, die is zoekgeraakt in steeds maar nieuwe informatiestromen; kortom: waar herkennen we in alle hectiek eigenlijk nog het echte leven?

Niet geheel onbedoeld – zijn (onverdedigde) dissertatie heet Knowledge and Experience in the Philosophy of F. H. Bradley – gaf Eliot daarmee een epistemologische en informatietheoretische draai aan de vervreemding die hij ervoer. Het brengt ons bij de appreciatie van het kennissysteem in deze tijd van internet, waar het hectiek – als zelfstandig naamwoord pas sinds 1999 in Van Dale – is wat de klok slaat. Video overspoelt het web, maar eigenlijk Big Data in zijn algemeenheid.

In hun boek en later artikel Working Knowledge: How Organizations Manage What They Know (1998, 2000) houden Davenport en Prusak het doelbewust bij het trio data-informatie-kennis. Hogere concepten als wijsheid en inzicht rekenen ze gemakshalve bij kennis, omdat de dagelijkse bedrijfseconomische praktijk daar geen oog voor heeft. Wijsheid is synoniem met adequaat weten om te gaan met het geheel van data, informatie en kennis. Kennis kan data in een ander licht stellen en die informatie – of wetenschap in neutrale zin – zet ons en anderen als het ware een nieuwe bril op. Aldus redenerend, kunnen we ons zelfs afvragen in hoeverre de hele DIKW-piramide niet eigenlijk voornamelijk een woordspel is. Generaties taalfilosofen zijn met dat vraagstuk bezig geweest. Wij willen slechts opmerken, dat een streng gelaagde piramide het fluïde karakter van het kennissysteem ontkent. Het systeem moet te allen tijde werkbaar blijven: als een perpetuum mobile van “working knowledge”. Traditioneel zijn data heldere en discrete feiten, is informatie synoniem met een daaruit opgewerkte betekenisvolle dialoog en zijn we vanaf het daarop voortbouwende kennisniveau in staat om te handelen. Volkomen juist, maar kennis delen en laten percoleren is waar het in essentie om draait.

Een visualisatie van de wijze waarop de appreciatie van de DIKW-kennispiramide de afgelopen eeuw is geëvolueerd is de volgende. De drie ABC-fasen, hun namen, motto’s en korte beschrijvingen vatten de kenniskern samen van wat we in dit stukhebben betoogd, inclusief de titel. Een waarschuwing voor mystificering, esoterie en occultisme is op zijn plaats. Gelukkig zien we, dat in de B- en C-fase de piramide helemaal op de schop gaat.

Data is de grondlaag van de kennispiramide met daarop volgend informatie, kennis en wijsheid. Aan de wieg van Big Data staat Big Science, officieel sinds 1961. In de digitale tijd en zeker met onze uitdagingen ten aanzien van leefomgeving, klimaat, energie, financieel-economische crises, gezondheid, overbevolking, voedselschaarste, gewapend conflict enzovoort moeten we Big Data zien om te zetten in Big Information & Knowledge, natuurlijk teneinde adequaat te kunnen handelen.

Dat doen we door Science, Technology & Innovation, de tegenwoordig geaccepteerde STI-driehoek pragmatisch in te zetten op onder meer sociaal-economisch en cultureel-maatschappelijk terrein. Big Data verzamelen, opslaan, verwerken, delen en exploiteren is daar een centraal onderdeel van en het staat centraal in de moderne appreciatie van ons kennissysteem, waarin kennis als kracht wordt beschouwd. De titel van het boek The Force of Knowledge. The Scientific Dimension of Society wees in 1976 al in deze richting en het idee om in 2020 voor slechts 1 miljard euro een Living Earth Simulator gereed te hebben voor de oplossing van uiteenlopende wereldproblemen is in dit verband de conceptuele kroon der richtingwijzende perspectieven.

Jaap Bloem
Research Director Sogeti/VINT bij Sogeti/VINT

Jaap Bloem is in IT since the PC and now a Research Director at Sogeti/VINT. In his days at KPMG Consulting he co-founded the IT Trends Institute. Jaap was a publisher of IT books and editor in chief of IT magazines at Wolters Kluwer. Before coming to VINT, Jaap was the Marketing Executive for the Dutch Chapter of ISOC, the Internet Society. Jaap has co-authored many books and articles, and loves to develop and evangelize ground-breaking thought and insight together with colleagues and partners. Jaap Bloem is in augustus 2018 overleden.

Categorie
Tags

4 Reacties

    JaapBloem

    Benieuwd hoe de Living Earth Simulator met Egypte zou zijn omgegaan. Voor mij is de LES nu gelijk aan CNN. Geweldige coverage, veel aandacht voor social media. Veel breaking news. Tussendoor alleen even Clijsters gekeken 😉


    29 januari 2011 om 15:33

Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!